Rapport "Ervaringen met gasloze wijken" door CE Delft

gasloosEr is in Nederland al veel ervaring met gasloze nieuwbouwwijken. CE Delft heeft een inventarisatie uitgevoerd naar de ervaringen in 20 van deze wijken. In het onderzoek is aandacht besteed aan de bewonerstevredenheid, de procesgang bij de totstandkoming van de projecten, de energieprestatie van de woningen en de business case voor betrokkenen.

De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op gesprekken met betrokkenen bij 20 wijken met individuele of collectieve warmteoplossingen. Bij individuele systemen wordt gebruik gemaakt van een decentrale warmtepomp. Bij collectieve systemen gaat het om een WKO-installatie, een installatie op bio-energie of een aansluiting op een warmtenet.

De bewonerservaringen laten over het algemeen een positief beeld zien. Veel van de vooraf verwachte nadelige aspecten, zoals elektrisch koken, blijken na de gewenningsfase niet meer als knelpunt te worden gezien. Het inregelen van de temperatuur gaat ook anders dan in een woning met gas. Dit leidt, ook vooral in de beginfase, nogal eens tot onbehagen en klachten. Daartegenover staat dat er veel waardering is voor het comfort van vloerverwarming en mogelijkheden om de woning te koelen in de zomer. In twee projecten werden de inregelproblemen niet tijdig opgelost en in één van die gevallen is zelfs besloten om alsnog een gasnet aan te leggen.

De inventarisatie laat zien dat de gasloze nieuwbouwprojecten in veel gevallen zonder noemenswaardige problemen ontwikkeld worden. In de beginfase kent een deel van de projecten wel opstartproblemen die technisch, organisatorisch of financieel van aard zijn. Veel van deze problemen worden snel opgelost. Naarmate betrokken partijen meer ervaring hebben in gasloze projecten, wordt ook het proces beter. Daarnaast verlopen huidige projecten over het algemeen beter dan projecten van het begin van de eeuw, omdat er nu meer technische kennis is ontwikkeld.

Het is niet bij alle respondenten bekend of de vooraf beoogde energieprestatie ook daadwerkelijk wordt gehaald. Bij een aantal projecten wordt aangegeven dat de prestatie in lijn ligt met de verwachtingen of zelfs beter is dan verwacht. Bij een enkel project wordt aangegeven dat de prestatie niet is gehaald. Voor zover er inzicht is in de energieprestatie, zijn er geen verschillen waargenomen tussen individuele en collectieve projecten.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK en naar aanleiding van een Kamerdebat.

U kunt hier de inventarisatie downloaden.