FAQ Energielabel utiliteitsbouw

Energielabel utiliteitsbouwOp 1 juli 2014 wordt het energielabel voor nieuwbouw utiliteitsbouw ingevoerd. Zowel bestaande als nieuwe utiliteitsgebouwen krijgen vanaf dat moment een energielabel. Het Lente-akkoord heeft de belangrijkste vragen over het energielabel utiliteitsbouw voor u op een rij gezet. De antwoorden zijn opgesteld in nauw overleg met het ministerie van BZK en RVO.nl. Staat uw vraag er niet bij? Geef het door via info@lente-akkoord.nl.

1 Wie betaalt het energielabel?

2 Hoe zit het bij winkelcomplexen? Wordt het energielabel afgegeven bij oplevering van het casco of na afbouw van de winkels door de huurders?

3 Kan een energielabel worden afgegeven als een winkelruimte langdurig leegstaat?

4 In het ontwerp en de bouw wordt vaak afgeweken van de oorspronkelijke uitgangspunten. Dit heeft gevolgen voor de EPC-berekening. Is het toegestaan voor de opnametoets een recentere EPC-berekening te overleggen?

5 In de komende jaren zullen nog veel opleveringen plaatsvinden van gebouwen met een EPC die gebaseerd is op de oude norm (NEN 5128). Moeten voor al die gebouwen herberekeningen plaatsvinden?

6 Om aan een gebouw een energielabel te kunnen toekennen, moet de ontwikkelaar volgens het ISSO-protocol een projectdossier bijhouden. Voor gebouwen die al in aanbouw waren voordat dit verplicht werd, is echter geen of slechts een onvolledig projectdossier bijgehouden. Dienen zij ook een energielabel te krijgen? Hoe wordt dit opgelost?

7 Bij het ondertekenen van de koopovereenkomst is er vaak nog geen energielabel afgegeven, omdat het project nog niet is opgeleverd. Hoe kan een koper er dan toch zeker van zijn dat hij bij oplevering een energielabel voor zijn gebouw krijgt?

8a. Mag iedereen een energielabel voor nieuwbouw utiliteitsbouw verstrekken of is hier een speciale opleiding voor?

8b. Waar vind ik een overzicht van BRL9500 deel 6 gecertificeerde bedrijven?

8c. Waar vind ik een overzicht van CI’s die mij kunnen certificeren voor BRL9500 deel 6?

8d. Waar vind ik een overzicht van opleidingsinstituten?

9a. Als wij goed geïnformeerd zijn kan per 1 januari 2015 een bestuurlijke boete opgelegd worden als er geen energielabel beschikbaar is. Is het bekend wat de hoogte van deze boete wordt?

9b. Wat is de minimale boete?

9c. Wie bepaalt de uiteindelijke boete?

9d. Op basis waarvan wordt de uiteindelijke boete bepaald?

10. Als alleen de plint van een nieuw gebouw uit utiliteitsbouw bestaat, is het dan correct dat alleen de plint een energielabel krijgt en de woningen erboven niet?

11. Mijn utiliteitsgebouw heeft na de oplevertoets een Q/Q van 0,659. In de tabel wordt echter gesproken van E/E. En hoe worden de getallen afgerond? Welk energielabel krijgt dit gebouw?

12. Een klant van ons wil een energielabel hebben voor zijn kantoorgebouw. Het project is opgeleverd in mei 2013 en heeft een, volgens NPR 2917 bepaalde, Q/Q van 0,651. Kan er op basis van deze gegevens een Energielabel worden afgegeven? En zo ja, welke labelklasse wordt het dan?

13. De grenswaarden voor het energielabel voor utiliteitsbouw zijn gebaseerd op E/E. Ofwel voor een gebouw met meerdere gebruiksfuncties mag het totale energiegebruik niet groter zijn dan het toelaatbare energiegebruik. Als de EPC wordt aangescherpt per 1 januari 2015, verandert dan de E in de noemer? Dan heb je toch altijd een gebouw met een E/E kleiner of gelijk aan 1, dus een A++ (bij een gebouw dat voldoet aan het bouwbesluit)? Of wordt de E in de noemer vastgeklikt per een bepaalde datum? Welke datum wordt dat dan?



1. Wie betaalt het energielabel?
De partij die juridisch de eigenaar van het gebouw is, betaalt het energielabel. In veel gevallen is dat de ontwikkelaar. De ontwikkelaar, of namens hem de aannemer, geeft opdracht aan een gecertificeerd adviseur om kort voor de oplevering de energieprestatie van het gebouw te toetsen. De koper krijgt bij oplevering het energielabel overhandigd. Bij commercieel vastgoed zijn de kopers beleggers of verhuurders. Zij overhandigen het label uiteindelijk weer aan hun huurders.

Naar boven

2. Hoe zit het bij winkelcomplexen? Wordt het energielabel afgegeven bij oplevering van het casco of na afbouw van de winkels door de huurders?
Bij winkelcomplexen is sprake van twee opleveringen: de oplevering van het gebouw (het casco) en de oplevering na de afbouw van de winkels zelf. De oplevering van het casco is de verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar. De oplevering van de winkels zelf is een zaak van de huurders. Voor beide opleveringen bestaat een energielabel: een pre-use label voor het casco, een in-use label voor de winkels. Voor de wet volstaat een pre-use label. Dit is gebaseerd op berekeningen en forfaitaire waarden (aannames die aan de veilige, conservatieve kant zitten). Het wordt door de ontwikkelaar of bouwer aan de belegger (verhuurder) overhandigd bij oplevering van het casco. Het in-use label is niet verplicht. Maar voor beleggers/verhuurders, winkelcentra en winkeliers is het wel aantrekkelijk een gunstig in-use label te hebben. Zij kunnen dan in overleg met elkaar zo'n label op laten stellen.

Naar boven

3. Kan een energielabel worden afgegeven als een winkelruimte langdurig leegstaat?
Ja, dat kan. Voor het hele complex wordt bij oplevering immers een pre-use label afgegeven. Voor de betreffende winkelruimte kan bij leegstand geen in-use label worden afgegeven.

Naar boven

4. In het ontwerp en de bouw wordt vaak afgeweken van de oorspronkelijke uitgangspunten. Dit heeft gevolgen voor de EPC-berekening. Is het toegestaan voor de opnametoets een recentere EPC-berekening te overleggen?
Ja, dit is toegestaan. Als bij de opnametoets geen grote afwijkingen van de berekening worden geconstateerd, heeft het overleggen van een goed kloppende, recente EPC-berekening een groot voordeel: er hoeft geen herberekening plaats te vinden van NEN 2916 naar NEN 7120. Die herberekening is normaal gesproken wel nodig omdat de normen per 1 juli 2012 zijn veranderd, waardoor bepaalde voorzieningen meer of juist minder invloed hebben op de uiteindelijke EPC. Veel EPC-waarden zijn nog gebaseerd op de oude norm.

Naar boven

5. In de komende jaren zullen nog veel opleveringen plaatsvinden van gebouwen met een EPC die gebaseerd is op de oude norm (NEN 5128). Moeten voor al die gebouwen herberekeningen plaatsvinden?
Nee. Als er niets aan het project is veranderd, of de veranderingen zijn binnen de toegestane afwijkingen gebleven, krijgt het gebouw gewoon een energielabel op basis van de oude EPC-berekening. In dat geval hoeft er dus niets te worden herberekend. Is er wel sprake van wijzigingen in het ontwerp of de uitvoering? Dan is herberekening wel nodig met de NEN 7120 software. De inschatting is dat dit niet veel extra werk oplevert, al zijn er extra invoergegevens nodig. Een vereiste is wel om de EPC-gegevens digitaal te hebben. Het is nog niet bekend wanneer de software-tool beschikbaar is. De meeste softwareleveranciers zorgen ervoor dat gegevens vanuit de oude software ingelezen kunnen worden in de NEN 7120 software.

Naar boven

6. Om aan een gebouw een energielabel te kunnen toekennen, moet de ontwikkelaar volgens het ISSO-protocol een projectdossier bijhouden. Voor gebouwen die al in aanbouw waren voordat dit verplicht werd, is echter geen of slechts een onvolledig projectdossier bijgehouden. Dienen zij ook een energielabel te krijgen? Hoe wordt dit opgelost?
Jazeker. Alle utiliteitsgebouwen die worden opgeleverd na 1 juli 2014 dienen een energielabel te hebben. Voor de gebouwen waarvan de EPC is bepaald met de NEN 2916, geldt echter een verlicht regime. Dat betekent dat het projectdossier niet volledig hoeft te zijn. Dat kan ook niet, onder meer doordat bijvoorbeeld het gebruikte isolatiemateriaal niet meer gefotografeerd kan worden omdat alles al is weggewerkt. Om toch een energielabel te kunnen toekennen, zijn aannamen gemaakt van de afwijking.

Naar boven

7. Bij het ondertekenen van de koopovereenkomst is er vaak nog geen energielabel afgegeven, omdat het project nog niet is opgeleverd. Hoe kan een koper er dan toch zeker van zijn dat hij bij oplevering een energielabel voor zijn gebouw krijgt?
De verkoper is wettelijk verplicht het energielabel te verstrekken aan de koper. Indien dit niet gebeurt worden wettelijk sancties opgelegd. Voorstellen zijn in behandeling in de Tweede Kamer.

Naar boven

8a. Mag iedereen een energielabel voor nieuwbouw utiliteitsbouw verstrekken of is hier een speciale opleiding voor?
Nee, niet iedereen mag een energielabel verstrekken. De energielabels mogen alleen worden verstrekt door BRL 9500 deel 6 gecertificeerde bedrijven. Degene die dit voor het gecertificeerde bedrijf het energielabel opstelt moet een bewijs van vakbekwaamheid hebben. Er is een speciaal examen voor, dat wordt afgenomen door CITO. Er zijn verschillende opleidingsinstituten die voorbereiden op het examen.

De eindtermen van het examen, en de instituten die opleidingen kunnen verzorgen kunt u vinden op de site van KvI NL (voorheen KBI). https://kvinl.nl/certificaathouders/voorpagina/discipline/energieprestatie/ (Let op de site goed op het onderscheid in examens voor bestaande bouw en voor nieuwbouw).

Naar boven

8b. Waar vind ik een overzicht met BRL9500 deel 6 gecertificeerde bedrijven?
Bij KvI NL zijn de overzichten van gecertificeerde bedrijven te vinden.

Naar boven

8c. Waar vind ik een overzicht met CI’s die mij kunnen certificeren voor BRL9500 deel 6?
Zie een overzicht van Certificerende bedrijven die kunnen certificeren voor de BRL 9500 deel 6. In het overzicht staat BRL 9500, BRL 9500 deel 6 valt hier ook onder.

Naar boven

8d. Waar vind ik een overzicht met opleidingsinstituten?
Op de site van KvI NL is ook een overzicht met opleidingsinstituten. Opleidingsinstituten kunnen zich melden bij KvI NL voor opname. Vanuit de examencommissie loopt er nog een actie van de opleidingsinstituten om zogenaamde kwaliteitscriteria voor opleidingsinstituten op te stellen.

Naar boven

9a. Als wij goed geïnformeerd zijn kan per 1 januari 2015 een bestuurlijke boete opgelegd worden als er geen energielabel beschikbaar is. Is het bekend wat de hoogte van deze boete wordt?
Voor de bestuurlijke boete geldt een maximale hoogte van €7.800,- voor rechtspersonen en een maximale hoogte van €390,- voor natuurlijke personen. In de praktijk zal overigens uitgegaan worden van een last onder dwangsom voor natuurlijke personen (woningeigenaren), en de bestuurlijke boete voor rechtspersonen (eigenaren van utiliteitsgebouwen).

Naar boven

9b. Wat is de minimale boete?
In de wet wordt alleen een maximale hoogte voor een bestuurlijke boete opgenomen. Deze maximale boete bedraagt voor rechtspersonen € 20.250 en voor natuurlijke personen € 405. Er is dus geen sprake van een minimale boete. De handhavende instantie (in dit geval is dat de Inspectie Leefomgeving en Transport) bepaalt de hoogte van de boete. Zij kijkt hierbij naar wat proportioneel en afschrikwekkend is. De ILT heeft echter een breder interventiekader. Per situatie beoordeelt de ILT welk instrumentarium zij inzet. Een boete is één van de interventies die kan worden gepleegd.

Naar boven

9c. Wie bepaalt de uiteindelijke boete?
De ILT bepaalt de inzet van het instrumentarium, alsook de hoogte van de boete (zie ook vraag 9b).

Naar boven

9d. Op basis waarvan wordt de uiteindelijke boete bepaald?
De ILT kent een aantal beginselen en principes die meewegen in de uiteindelijke boete. Denk hierbij aan het proportionaliteitsbeginsel en het gelijkheidbeginsel.

Naar boven

10. Als alleen de plint van een nieuw gebouw uit utiliteitsbouw bestaat, is het dan correct dat alleen de plint een energielabel krijgt en de woningen erboven niet?
Dat klopt, tot 1 januari 2015. Tot 1 januari volstaat de EPC ipv een energielabel voor nieuwbouw woningen. Na 1 januari 2015 dienen ook nieuwbouwwoningen het nieuwe vereenvoudigde energielabel voor woningen te krijgen. De wettelijke grondslag voor het vereenvoudigde energielabel woningen moet nog worden gepubliceerd. Maar alleen voor het energielabel utiliteitsbouw zal wettelijk een oplevertoets verplicht zijn. In het gebouw worden de winkel en woningen dus voor het energielabel gesplitst.

Naar boven

11. Mijn utiliteitsgebouw heeft na de oplevertoets een Q/Q van 0,659. In de tabel wordt echter gesproken van E/E. En hoe worden de getallen afgerond? Welk energielabel krijgt dit gebouw?
Voor Q/Q mag E/E worden gelezen. E/E is de Europese term voor Q/Q. In de NEN 7120 en NEN 2916 zijn afrondingsregels opgenomen voor de EPC. De EPC-waarde dient op 2 decimalen te worden afgerond, waarbij de afronding naar boven plaatsvindt. Dus bijvoorbeeld 1,194 wordt 1,20 en 1,101 wordt 1,11. We gaan ervan uit dat voor Q/Q dezelfde afrondingsregels gelden. Dus de berekende Q/Q van 0.659 wordt dan 0,66 dus wordt het Energieklasse A++.

Naar boven

12. Een klant van ons wil een energielabel hebben voor zijn kantoorgebouw. Het project is opgeleverd in mei 2013 en heeft een, volgens NPR 2917 bepaalde, Q/Q van 0,651. Kan er op basis van deze gegevens een Energielabel worden afgegeven? En zo ja, welke labelklasse wordt het dan?
Nee, zonder oplevertoets kan er geen energielabel utiliteitsbouw worden afgegeven. Uw klant zal eerst een oplevertoets moeten laten doen. Als uit deze oplevertoets dezelfde Q/Q komt, krijgt het gebouw een energielabel A++, want Q/Q= 0,651 wordt afgerond op 0,66.

Naar boven

13. De grenswaarden voor het energielabel voor utiliteitsbouw zijn gebaseerd op E/E. Ofwel voor een gebouw met meerdere gebruiksfuncties mag het totale energiegebruik niet groter zijn dan het toelaatbare energiegebruik. Als de EPC wordt aangescherpt per 1 januari 2015, verandert dan de E in de noemer? Dan heb je toch altijd een gebouw met een E/E kleiner of gelijk aan 1, dus een A++ (bij een gebouw dat voldoet aan het bouwbesluit)? Of wordt de E in de noemer vastgeklikt per een bepaalde datum? Welke datum wordt dat dan?
De klassenindeling van de gedetailleerde methodiek is gebaseerd op de EPC-eisen van 2009. Met de EPC-eisen uit 2009 samen met de Cepc’s wordt de Epadmin/Qtoel (E in de noemer) vastgelegd. De E/E= 1 ligt op de grens A+/A++ (= nieuwbouwniveau 2009). Bij de EPC-aanscherping per 1 januari 2015 gaan de klassengrenzen dus niet schuiven. Het kan wel zijn dat er per 1 januari nieuwe Cepc’s komen. Dat wordt nu onderzocht. Deze bepalen dan in combinatie met de EPC-eisen uit 2009 de Epadmin/Qtoel (E in de noemer). In deze bijlage vindt u een overzicht met de EPC-eisen en de Cepc’s.

Naar boven