Ander gedrag door simpele technologie

jemDit artikel verscheen op 9 mei in Cobouw.

Hoe verander je het gedrag van bewoners? Door hen gebruiksvriendelijke technologie te geven, blijkt uit een grootschalig onderzoek van Charlotte Kobus, promovenda aan de TU Delft.

Bewoners zijn in staat en bereid hun energieverbruik blijvend te veranderen, mits zij worden ondersteund door goed ontworpen, gebruiksvriendelijke technologie. Charlotte Kobus zette samen met Enexis de pilot ‘Jouw Energie Moment’ op. Bij ruim 240 huishoudens is gedurende twee jaar het energieverbruik gemeten. De bewoners maakten gebruik van een dynamisch elektriciteitstarief, zonnepanelen, een slimme meter, een display en een slimme wasmachine.

Kobus: “De deelnemers werd gevraagd te wassen wanneer de zon schijnt. Ook kregen zij een slimme wasmachine en een display. Zij konden die wasmachine zo instellen dat die op het slimste (goedkoopste) moment ging draaien. De techniek zorgde er wel voor dat ze dat niet allemaal op hetzelfde moment deden.” Op het display kregen deelnemers feedback over zowel energieverbruik en de productie door de zonnepanelen, als over vooruitzichten van de te verwachten productie.

Als je te veel opties geeft, werkt het verwarrend voor de gebruiker
Kobus keek in hoeverre mensen hiertoe bereid zijn en welke eisen dit stelt aan het energienet. Simpelweg door het in het klein uit te proberen. De ervaringen van de deelnemers in Breda en Zwolle vormen de basis voor het energienet van de toekomst. De gebruiksvriendelijkheid van het systeem is een absoluut vereiste ontdekte Kobus.

“We hebben in het systeem verschillende lagen gemaakt. Een laag met eenvoudige feedback en wat diepere lagen waarop de gebruikers konden klikken. Het bleek dat op de laatste laag amper werd geklikt. Als je te veel opties geeft, werkt het alleen maar verwarrend voor de gebruiker.” Ook de handleiding moet je niet te complex maken, vertelt Kobus. “Als mensen te veel moeten zoeken, haken ze af.”

De aandacht voor het gebruiksvriendelijk maken van de technologie loonde. Deelnemers veranderden hun elektriciteitsvraag blijvend, concludeert Kobus.

“Er is gemeten wanneer de wasmachines van de deelnemers draaiden. Vergeleken met een referentiegroep wasten de deelnemers vaker tijdens zonuren. Ook gaven zij aan het gebruik van de vaatwasser en de droger te verschuiven naar momenten dat de prijs van elektriciteit laag is of de opbrengst van de zonnepanelen hoog.”

In het proefschrift geeft Kobus ontwerprichtlijnen voor slimme energietechnologie. Daarnaast besteedt ze aandacht aan de slimme producten. “Het zou ideaal zijn als alle apparaten met een eenvoudig protocol met elkaar kunnen communiceren, maar dat is nog toekomstmuziek.”