Wil de bouwkolom wel leren van ervaringen uit projecten?

DWA1Onlangs zijn de monitoringresultaten van een vijftal nul-op-de-meter woningbouwprojecten en enkele super energiezuinige woningen gepubliceerd (Resultaten uit monitoring concepten nul op de meter en 80% besparing, Energiesprong/Platform 31, TNO, Van Beek en Rigo, mei 2015). In het rapport worden ook verschillende lessons learnt gepresenteerd, die gebaseerd zijn op zowel terugkoppeling vanuit de bewoners als op absolute meetdata.

Door Gert-Harm ten Bolscher en Jaap Neeleman (DWA)
Dit artikel is op 13 en 14 juli 2015 verschenen in Cobouw

Een goed initiatief van Energiesprong om monitoringresultaten en ervaringen te verzamelen en te delen. De vraag is echter wat de bouwkolom hiermee doet, omdat veel gesignaleerde aandachtspunten al jaren bekend zijn. Geldt voor het lerend vermogen in de bouw het gezegde ‘Ze dronken een glas, ze deden een plas en alles bleef zoals het was’?

NOM: geen utopie, tevredenheid wel?
De eerste resultaten laten zien dat de beloofde nul-op-de-meter ambities zijn waargemaakt en dat de bewoners (redelijk) tevreden zijn. De woningen blijken gemiddeld genomen in het eerste jaar nul-op-de-meter (NOM) te zijn. NOM is dus werkelijk mogelijk, al vragen wij ons af of deze woningen over een aantal jaren nog steeds aan deze propositie voldoen. Ondanks de tevredenheid van de bewoners blijkt een behoorlijk percentage bewoners (variërend van 23% tot 44%) de woningen in de zomer als te warm te ervaren. Zelfs als passieve koelmaatregelen zoals een overstek en spuivoorzieningen worden toegepast, kan een relatief groot aantal mensen het te warm ervaren in de zomer en kunnen vertrekken te vaak te warm worden. Hier ligt in onze optiek een punt dat in de toekomst invloed kan hebben op zowel de NOM-propositie als de bewonerstevredenheid. Zeker in combinatie met andere ‘aandachtspunten’.

Kwalijk
Naast de oververhitting wordt namelijk ook geconstateerd dat verschillende bouwkundige en installatietechnische componenten nog wel (eufemistisch gezegd) wat aandacht vergen. Luchtdichtheid, geluidsoverlast en tocht ten gevolge van het ventilatiesysteem zijn kritische factoren voor het behalen van de beloofde energetische en comfortprestaties, zo constateren de onderzoekers. Het lijkt wel of we een rapport lezen over de ventilatieproblemen in de Amersfoortse wijk Vathorst (dat was ergens rond 2008) en diverse Bouwtransparantonderzoeken die met steun van de provincie in Noord-Holland zijn uitgevoerd in de periode 2008 tot nu. Dat vinden wij kwalijk, niet in de laatste plaats omdat de gesignaleerde tekortkomingen in loop van de gebruiksduur waarschijnlijk een grotere impact zullen veroorzaken op zowel het energiegebruik als de comfortbeleving en daarmee ook de bewonerstevredenheid.

Kierdichtheid van een woning is nagenoeg altijd bij de oplevering een stuk beter dan een poos na de oplevering, door krimp, zettingseffecten, materiaaldegradatie en gebruik. Daarnaast blijkt uit diverse evaluaties dat bewoners na verloop van tijd kritischer worden, omdat het plezier van de nieuwe keuken, badkamer enz. na verloop van tijd wegebt en de minder positieve zaken de boventoon gaan voeren (de fan-factor speelt een steeds minder dominante rol in de tevredenheid van de bewoners). Geluidsoverlast en tochtklachten als gevolg van een verkeerd ontwerp of fouten in de realisatie nemen na verloop van tijd ook toe en veroorzaken een steeds grotere beleving van de overlast, die uitmondt in irritatie en stress bij de bewoners. Er is al eens gesignaleerd dat permanente geluidsoverlast kan leiden tot fysieke en mentale uitputting en daardoor hartklachten kan veroorzaken. Een ander gevolg kan zijn dat het systeem op de laagste stand wordt gezet of zelfs de stekker uit het stopcontact wordt getrokken waardoor of de binnenmilieukwaliteit permanent ondermaats is, wat gezondheidsklachten kan veroorzaken, of de ramen vaker open gaan, wat (in het stookseizoen) consequenties heeft voor het energiegebruik.

Als we naar dit soort aandachtspunten kijken, vragen we ons ook af of de factor prijs (de extra investeringskosten moeten zich namelijk binnen een bepaald aantal jaren terugverdienen dankzij de fors lagere energierekening) niet een te zwaar stempel druk op NOM-projecten. De gesignaleerde aandachtspunten zijn namelijk allemaal goed te voorkomen, mits in het ontwerp- en realisatietraject de juiste kennis is ingezet, de juiste systemen zijn gekozen en voldoende tijd beschikbaar is gesteld. De vraag komt naar voren of het ontwerp- en realisatietraject nog steeds bepaald wordt door het denken vanuit de vorige eeuw?

Leercurve versnellen
Bovengenoemde ‘gebreken’ gelden niet alleen voor de woningen die onderzocht zijn in het kader van het genoemde rapport. Bij verschillende projecten waar wij onderzoeken uitvoeren om de bouwkwaliteit vast te stellen, constateren wij hetzelfde. Jammer dus dat de partijen die betrokken zijn bij dergelijke trajecten niet beschikken over de juiste kennis (of deze in ieder geval niet inzetten vanwege de extra initiële kosten) om energetische woningverbetering of woningbouw op een goede manier uit te voeren. De kennis is gewoon beschikbaar en wordt op allerlei manieren aangeboden.

Hoe kunnen we de leercurve in de bouwkolom versnellen? De ervaring leert dat de meeste energetische en comfortgerelateerde fouten in de bouw niet bewust gemaakt worden, terwijl keuzes voor de uitvoering van het proces, zoals druk op de bouwkosten en eventuele bezuinigingen wel bewust gemaakt worden. Onvoldoende urgentiegevoel, het ontbreken van kennis en van samenwerking tussen de schakels uit de bouwkolom en niet te vergeten de druk op projecten (zowel financieel als qua tijd) zijn de belangrijkste oorzaken. De vele vakmensen die de bouwkolom nog telt, hebben gelukkig (bijna) allemaal de drive om het werk zo goed mogelijk uit te voeren, omdat ze trots willen zijn op het eindproduct. We pleiten daarom voor de volgende aanpak om de leercurve te versnellen en te borgen.

• Integrale toetsing of het totale concept (bouwkundig, bouwfysisch, installatietechnisch en mensgericht) voldoet aan de eisen van zowel het vakmanschap als de wensen en gebruikspsychologie van de bewoners.
• Toetsing vooraf van het ontwerp en de detailtekeningen met een terugkoppeling aan de ontwerpers en werkvoorbereiders en benoemen van specifieke aandachtspunten bij uitvoering.
• Bij toolbox-meetings altijd kort aandacht vragen voor de cruciale aandachtspunten en de bouwplaatsmedewerkers laten zien wat de gevolgen zijn van ‘steekjes laten vallen’.
• Op kritieke momenten (zoals storten wapening, montage kozijnen, het sluiten van gevelelementen, het plaatsen van gevel- en dakelementen en/of het aanbrengen van isolatie) inspectie met daarna terugkoppeling van de ervaringen richting ontwerpers, werkvoorbereiders en uitvoerenden.
• Eindinspectie met metingen (conform bijvoorbeeld het Opnameprotocol van ISSO) en terugkoppeling van ervaringen richting de betrokkenen.

Wiel niet steeds weer opnieuw uitvinden
Als dit traject bij enkele projecten is doorlopen, dan zit de kennis en de attitude verankerd in de organisatie, zo leert de ervaring. Wij roepen de hele bouwkolom op om kennis en vakmanschap op peil te brengen en te zorgen dat dit op de juiste manier in het bedrijf en in de hoofden van medewerkers zit, voordat we verder gaan met de energetische verbetering van woningen en de bouw van super energiezuinige of nul-op-de-meter woningen. Het wiel steeds weer opnieuw blijven uitvinden, dat wil toch niemand, zeker niet in een bouwkolom die aan de vooravond staat van veel (bijna) NOM nieuwbouw en woningverbetering?

Meer informatie
1 BouwTransparant factsheet Kierdichting
2 BouwTransparant factsheet Ventilatie
3 Praktijkvoorbeelden uit de bouw