‘Zoek nu al een borger die bij je past’

HvEAannemers hebben nog ruim anderhalf jaar om zich voor te bereiden op de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Volgens Hajé van Egmond, kwartiermaker bij het Instituut voor Bouwkwaliteit, doen ze er goed aan om zich te oriënteren bij kwaliteitsborgers en alvast te oefenen. “Maak afspraken over hoe in te groeien in het nieuwe systeem.”

Garantie-instituten Woningborg en SWK die eigen methoden ontwikkelen, bestaande toetsmethoden als de BRL5019 en TIS, de Erkenningsregeling Kleine Bouwwerken: er zijn allerlei ‘instrumenten’ in ontwikkeling om bouwkwaliteit te borgen, waarmee aannemers vanaf 2018 kunnen laten zien dat wat ze hebben gebouwd voldoet aan de vooraf gestelde eisen.

Plantoetsing vooraf, een systeem van informatie-uitwisseling tussen aannemer en kwaliteitsborger, toezicht en een eindkeuring – dat is grofweg bij ieder instrument de manier. En dat is mooi, zegt Van Egmond: “De kwaliteitsborger moet onafhankelijk zijn, maar we willen voorkomen dat we straks een privaat bouwtoezicht krijgen, waarbij de borger zelf voor iedere stap naar de bouwplaats moet. En, andersom bezien, dat die aannemer zich verschuilt achter de kwaliteitsborger. Die leunende aannemer, daar willen we nu juist vanaf. In het systeem dat vanaf 2018 moet gaan starten, zeggen de private kwaliteitsborgers: beste aannemer, als jij je werk goed doet, ben ik goedkoop. Als jij je werk slecht doet, kom ik vaker en moet je meer betalen. Dus dan heb je een echte financiële prikkel voor die aannemer om zelf zoveel mogelijk te doen. Doe je een blowerdoortest? ‘Prima’, zegt de borger, ‘dan ga ik dat niet ook nog een keer doen. Laat mij de resultaten maar zien’. Dat zijn straks de communicerende vaten tussen de aannemer zelf en de kwaliteitsborger.”

Lees het volledige interview met Hajé van Egmond op de Aannemervak-website