Aardgas is uit. Wat nu?

Verslag van de kennissesie over gasloos bouwen tijdens de ZEN-platformbijeenkomst op 20 juni - door Henk Bouwmeester Trending topic onder bouwprofessionals: gasloos wonen. De hoogtijdagen van het aardgas liggen duidelijk achter ons. Deze omslag valt, toeval of niet, samen met de trend naar zeer energiezuinig bouwen. Peter Heijboer (Adviesbureau DWA) laat de opties voor gasloos bouwen en wonen zien. Een warmtepomp en een warmtenet zijn favoriet. Gemeenten krijgen een belangrijke rol in de energiestructuur. Op dit moment is het echter nog niet duidelijk hoe zij die rol gaan invullen. In 2018 vervalt misschien de verplichte gasaansluiting voor nieuwbouw. Gemeenten mogen dan beslissen om in nieuwbouwwijken het gasnet achterwege te laten. In 2021 wordt BENG van kracht en in 2050, zo is het idee, moet de hele gebouwde omgeving CO2-neutraal zijn. Kortom: het einde van het aardgastijdperk wordt van alle kanten ingeluid. In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Peter Heijboer onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van aardgasloos bouwen. Welke concepten zijn er, wat zijn de consequenties en hoe veranderen het bouwproces en de rol van vooral de gemeente? Warmtepomp is favoriet Voor bouwpartijen is de opgave niet heel ingewikkeld. Voor individuele warmteconcepten komt de warmtepomp als beste optie uit de bus. In vrijstaande of half vrijstaande woningen is daarbij een keuze mogelijk tussen een warmtepomp op buitenlucht of met een bodemlus. Bij collectieve warmteconcepten per buurt of wijk zijn vooral een warmtenet of een bronnet in combinatie met individuele warmtepompen geschikt.

Toepassingsgebieden aardgasvrije concepten

Koeling als plus Een individuele warmtepomp met een bodemlus en een warmtepomp op een collectieve warmtebron bieden daarbij het voordeel van duurzame koeling in de zomer. Dat is geen gering voordeel. Volgens Heijboer is de meerwaarde die aan duurzame koeling kan worden toegekend zelfs sturend bij de keuze van een aardgasloos energieconcept. Pas op met de ruimte Een belangrijk minpunt van een warmtepomp is het ruimtebeslag. Een binnenunit meet doorgaans 0,60 x 0,60 x 1,80 meter. Dat is een stuk groter dan een cv-keteltje. Bij een luchtwarmtepomp komt er bovendien een buitenunit ter grootte van een schoorsteen op dak. En die maakt nog geluid ook: zo’n 42 dB. De kosten (geld en CO2) De hoge investering voor een warmtepomp (met extra PV) wordt volgens Heijboer al binnen 15 jaar goedgemaakt door de lage energielasten. Over die periode zijn de total costs of ownership lager dan die van een warmteconcept met aardgas. De waarde van duurzame koeling is daarin niet meegenomen. De CO2-emissie van een warmtepomp met wko is gemiddeld 1200 kg/jaar. Als elektriciteit duurzaam wordt opgewekt met wind of zon wordt de CO2-emissie van een warmtepomp nul. Gemeenten krijgen het druk Gemeenten krijgen op meer punten een rol in de energiestructuur. Bij de aanleg van warmtenetten en de toepassing van lokale restwarmte is dat al zo. Het is nodig om collectieve warmtenetten bijdetijd en aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door andere tariefarrangementen, het toestaan van meerdere bronnen op één net en participatiemodellen. Ook dan heeft de gemeente een rol te vervullen. Verder zijn gemeenten straks vrij om te kiezen voor wel of geen aardgasnet. Ze zijn ook een onmisbare partij bij de ontwikkeling van collectieve warmteconcepten en bij de realisatie van andere duurzame bronnen zoals windenergie. Dat zijn veel nieuwe en bestaande gemeentelijke taken die allemaal raakvlak hebben met energie, ruimtelijke inrichting en woningbouw. Hoog tijd voor lokale energieplannen De Omgevingsvisie (in het kader van de Omgevingswet) biedt kansen om lokale energieplannen te verankeren in beleid. De ervaring van veel bouwpartijen is echter dat de kennis daarvoor vaak ontbreekt. Ook het gevoel van urgentie laat te wensen over. Bouwpartijen roepen gemeenten op om beleidsversnippering te voorkomen en kansen te benutten. Hier is nog een wereld te winnen. Presentatie Peter Heijboer