Beweging in energielabel-land, einde van een illusie?

Jaap Neeleman DWAHet door de overheid ingevoerde energielabel is amper een maand oud of verschillende discussies barsten los. Het systeem zou fraudegevoelig zijn, het zegt weinig over de energierekening en waardeert verdergaande energiezuinige nieuwbouw niet. Dit in tegenstelling tot de redelijk geruisloze invoering van het energielabel nieuwbouw utiliteit.

Deze column is geschreven door Jaap Neeleman, Adviseur DWA

Op dit moment kijk ik met een glimlach naar deze ontwikkeling. Eindelijk weer discussie over de (energetische) kwaliteit. Hoe meer discussie, hoe meer emotie, hoe groter de kans dat mensen in beweging komen en wij met elkaar echt grip krijgen op de energie-, comfort- en binnenmilieuprestaties.

Tegenvallende prestaties
Eind 2013 was dat anders. Toen baalde ik dat de Tweede Kamer het opnameprotocol voor nieuwbouwwoningen in de la schoof en de regering met het nu net ingevoerde energielabelsysteem kwam. Gelukkig zijn er altijd partijen, die los van politieke besluiten en de economische crisis, vanuit hun visie waarde hechten aan prestatieborging in de praktijk. Voor ministeries, gemeenten, bouwondernemingen, ontwikkelaars en corporaties hebben we prestaties mogen meten. Daarnaast hebben we ontwerpdocumenten, de uitvoering en oplevering gecontroleerd. Mijn ervaring is dat zonder borging prestaties vaak tegenvallen en dat de borging op zichzelf goed te organiseren is. Twee voorbeelden uit onze praktijk.

Het eerste voorbeeld gaat over twee BREEAM Excellent gebouwen. Een kantoor waar luchtdicht bouwen tijdens de uitvoering aandacht heeft gekregen, leidde tot een gebouw dat 54% beter was (0,18 in plaats van 0,40 dm3/s*m2). Bij het andere kantoor waar luchtdicht bouwen minder aandacht kreeg, was de luchtdichtheid 2,6 keer slechter (1,05 in plaats van 0,40 dm3/s*m2).

Het tweede voorbeeld komt uit de woningbouw, waar het opnameprotocol van ISSO is toegepast. Dit protocol toetst of het de maatregelen conform het ontwerp zijn uitgevoerd. Bij een appartementencomplex was de EnergiePrestatieCoëfficiënt (EPC) van 0,1 veilig, met een zekere marge uitgerekend. Het resultaat was dat bij oplevering de EPC op maar liefst zeven punten afweek. Gelukkig was de marge in de berekening groot genoeg om de afwijkingen te corrigeren. Hierdoor is een flinke financiële claim voorkomen. Zeker bij projecten waar een claim op de EPC zit, is prestatieborging geen overbodige luxe.

Kwaliteitsverbetering
Het gaat nog om een beperkt aantal projecten. Maar dat maakt het niet minder interessant. Het leverde een schat aan informatie op en zorgde in bijna alle gevallen voor een verbetering van kwaliteit. Hierbij maakte het niet uit of het gaat over nieuwbouw of renovatie, woningen of utiliteit, 150 of 20.000 m2 bruto vloeroppervlak.

Het borgen van prestaties in de praktijk staat nog in de kinderschoenen. Zolang dit niet op orde is, zegt een label niet veel en is prestatiegarantie (op de energiemeter) nog een illusie. Wanneer investeringen echt moeten worden terugverdiend, zou dat wel eens snel kunnen veranderen.