Do's en don'ts van NOM-projecten volgens bewoners

Deelsessies door Doris de Bruijn (Stroomversnelling, foto) en Martin van Briemen (Bruis Advies) o.l.v. Helen Visser (Bouwend Nederland) en Claudia Bouwens (Lente-akkoord), verslag door René Didde

Nul op de meter (NOM) is een mooi begrip. Want nooit meer een energierekening klinkt aanlokkelijk. Maar om bewoners echt te winnen voor NOM-woningen moeten corporaties en projectontwikkelaars goed communiceren en een eerlijk verhaal vertellen. Dat is één van de lessen van Doris de Bruijn en Martin van Briemen. Ze begeleiden voor Stroomversnelling al jaren mensen die zich met bewonerscommunicatie bezighouden. Ze maakten onder meer een draaiboek voor corporaties en zijn bezig met een ronde langs bouwers. Hoewel hun kennis en inzichten vooral afkomstig zijn van bewonerservaringen met renovatie, is het aannemelijk dat ze ook van toepassing zijn voor NOM-nieuwbouw.

Op speelse wijze laten Bruijns en Van Briemen de deelnemers aan de workshops zelf een aantal voordelen van NOM formuleren. Evenveel of meer energie opwekken dan je gebruikt, verlost je van een energierekening. Goed, de installaties zijn duurder dan een HR-ketel en vergen ook meer onderhoud. Maar je verdient de boel in tien à vijftien jaar terug. En je kunt meer hypotheek krijgen voor een NOM-koopwoning. Huurders betalen een energieprestatievergoeding (EPV) die samen met de huur lager uitvalt dan de oude woonlasten. NOM-keur waarborgt garantie en herstelwerkzaamheden in geval de woning niet doet wat is beloofd.

Woonlastenneutraal en comfortabel
NOM levert dus comfortabele woningen met gelijkblijvende of lagere lasten. Er zijn wel een aantal verschillen voor de bewoners, betogen Bruijns en Van Briemen. “De meeste bewoners kiezen niet bewust voor NOM, al schijnt 75% van de Nederlanders te willen bijdragen aan een beter milieu. In NOM-woningen gaan ze anders wonen, anders betalen (bij huur), anders koken, moeten ze van de ingestelde voorzieningen afblijven en dienen ze mee te werken aan monitoring van hun energieverbruik.”

Een filmpje toont veelal tevreden en blije bewoners. De gerenoveerde woning kent tocht noch vocht, maar een fijn woonklimaat, constante temperatuur en nooit meer koude voeten. Er zijn ook mooie details die het 'm doen. Het prefab-gevelpaneel dat als een theemuts voor de bestaande buitengevels wordt geplaatst, maakt binnen brede vensterbanken mogelijk waar bewoners met een kussen kunnen zitten.

Kritiekpunten zijn er ook, blijkt uit het filmpje. Mensen moeten wennen aan koken op een inductiefornuis en iemand vindt het stoffig en potdicht. Koelen in de zomer blijkt soms een probleem als er geen screens aan de buitenkant kunnen hangen. Veel mensen krijgen geld terug van de energieleverancier, maar er zijn er ook die moeten bijbetalen. “Voor hen kan het handig zijn toch een voorschotbedrag te betalen, en bij de administratie daarvan kunnen ze hulp gebruiken. Een energiecoach helpt ook. Die kan vertellen dat de EPV net zo werkt als de belbundel van je telefoon. Dan is het meteen duidelijk”, aldus Van Briemen. Over de inbreuk op privacy als gevolg van strikte monitoring wordt niet al te moeilijk gedaan. “De gasmeter lazen ze ook af.”

Ingewikkelde en lawaaiige installaties
Storend is wel de onduidelijkheid over ingewikkelde en soms lawaaiige installaties (ventilatie, warmtepomp), het niet bijleveren van luchtfilters bij huurwoningen en problemen als het uitlopen van de planning (bij renovatie). “Wat enorm helpt”, zegt De Bruijn, “is nazorg zoals een kookworkshop, een vast aanspreekpunt voor klachten en een helpende hand bij de monitoring.” De monitoring biedt bewoners inzicht in het eigen energieverbruik, maar via een app zou de monitoring ook de mogelijkheid tot benchmarken bieden, zoals een wedstrijdje met de buren. “Daar is zeker animo voor.” Ervaringen leren dat bewoners vooral de eerste maanden heel veel kijken, maar na verloop van tijd volstaan met het jaaroverzicht.

Een belangrijke les uit NOM-renovatie is om óók te vertellen wat minder goed loopt, aldus De Bruijn en Van Briemen. “Een kattenluikje is een energielek. Zelf aangebrachte voorzieningen zijn uit den boze. En wie lagere temperaturen wil dan de standaardinstelling, moet vaak doorbijten. Daar moet je een reëel verhaal over vertellen. Er is minder geluid van de straat, maar (daardoor) wel meer contactgeluid van de buren. We bevelen woningcorporaties vaak aan klachten van bewoners niet als kritiek te zien maar als een kans voor verbetering.”

Meer communicatietips zijn te vinden op www.bewonerscommunicatie.com.

Vervolg
Er is zonder meer animo om het onderwerp communicatie over NOM- en ZEN-woningen te laten terugkeren.

Presentatie bewonerscommunicatie en NOM