Earth, Wind & Fire-concept in gestapelde woningbouw

Het systeem Earth, Wind en Fire is toegepast in hotel Breeze in Amsterdam. Is het ook geschikt voor gestapelde woningbouw? De studie Earth, Wind & Fire in gestapelde woningbouw onderzoekt de meerwaarde en haalbaarheid van het innovatieve natuurlijke airconditioningsysteem (Bronsema B. , 2013) ten opzichte van een conventioneel installatiesysteem.

Het onderzoek beantwoordt deze vraag door hypothetisch het EWF-concept toe te passen op een referentie woningbouwproject dat reeds gerealiseerd wordt (Project Eenhoorn, Amsterdam, opdrachtgever Ymere) en de verschillen in prestaties en haalbaarheid te benoemen tussen deze gerealiseerde variant met een conventioneel ventilatiesysteem (variant B) en de hypothetische variant die gebruikt maakt van EWF (variant C). De vergelijking is gemaakt op vijf verschillende aspecten: energieprestatie, het comfort van het binnenklimaat, de kosten, de milieu-impact, de implementatie- en exploitatiemogelijkheden.

Uit het onderzoek blijkt dat variant C (EWF) voor het reguleren van het binnenklimaat in zijn geheel 19% minder energie verbruikt dan variant B (conventioneel). Voor één woning komt dit neer op een daling van het energieverbruik van 4481 kWh naar 3630 kWh, een besparing van 851 kWh per jaar. Als de koudelevering (die bij EWF optreedt in de klimaatcascade door het sproeien van koud water) ook wordt gezien als energiebesparing, is de totale energiebesparing 28%, respectievelijk 1120 kWh per jaar.

Comfort
Ten aanzien van het comfort van het binnenklimaat presteert de EWF-variant beter op zowel meetbare als niet-meetbare factoren, waaronder de luchtkwaliteit, binnentemperatuur en gebruiksvriendelijkheid. Het EWF-concept faciliteert een comfortabeler en gezonder binnenklimaat.

Milieu impact
Op het gebied van milieu-impact leidt toepassing van het EWF-concept tot een 35% lagere uitstoot CO2-equivalent door verminderd energiegebruik. Wat betreft materiaalgebruik is er vrijwel geen verschil in schaduwkosten tussen variant B (conventioneel) en variant C (EWF). Ten opzichte van een conventioneel systeem nemen bij het EWF-concept de geschatte bouwkosten toe met 1,5%, voornamelijk als gevolg van de bouwkundige ingrepen zoals de zonneschoorsteen en de klimaatcascade.

Op het gebied van exploitatie en implementatie biedt het EWF-concept veel voordelen. Echter, de risico’s en extra investering als gevolg van het innovatieve karakter van het concept vormen tot op heden een belemmering voor implementatie door woningcorporaties. Een belangrijke deelconclusie is dat de algemene prestaties van het EWF-concept, zoals onderzocht in dit onderzoek, verbeteren bij toepassing van het concept in hogere gebouwen. Het referentieproject heeft ‘slechts’ vier bouwlagen, en toepassing in hogere gebouwen zorgt voor betere prestaties van de voordelen van het EWF concept.

De conclusie is dat het EWF-concept beter presteert dan een conventioneel ventilatiesysteem qua energiegebruik, comfort en milieu-impact. De bouwkosten zijn 1,5% hoger. Het antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek is daarmee dat het EWF-concept een duidelijke meerwaarde kent ten opzichte van een conventioneel systeem, en daarmee effectief toepasbaar is in gestapelde woningbouw.

Geïnteresseerd om dit principe in hoogbouw woningbouw toe te passen? Neem dan contact op met Ben Bronsema, e-mail bronconsult@planet.nl



Downloads
Onderzoeksrapport ABT, Bronsema Consult, Ymere
Onderzoek Zonneschoorsteen in de gestapelde woningbouw