‘Groen is hét bouwmateriaal van de toekomst’

Dit artikel van Reinoud Schaatsbergen verscheen eerder op Biind.nl

Begin maart kwam een gemêleerd gezelschap bij elkaar. Hun missie: uitvinden hoe bouwers en projectontwikkelaars intrinsieke motivatie krijgen voor bouwen met de natuur.

Het gesprek werd georganiseerd als onderdeel van het actieprogramma ‘Klimaatadaptief bouwen met de natuur’ (KAN) van NEPROM, NVB Bouw en Bouwend Nederland. Het programma is een zoektocht naar hoe we de verschraling van de natuur en de afname van biodiversiteit kunnen opvangen door natuurwaarden en klimaatadaptatie expliciet mee te nemen in nieuwbouw. Bundeling van kennis en ervaring stond dus centraal, telkens met het doel om meerwaarde te creëren voor de gebruikers van de bouwprojecten.

Aan tafel zaten verder: Claudia Bouwens (gespreksleider, NEPROM), Eva Stache (TU Delft), Jacco Schuurkamp (gemeente Den Haag), Jamaica den Heijer (Heijmans), Irmine van der Geest (Syntrus Achmea Vastgoed), Kim van der Leest (groene conceptontwikkelaar), Peter den Hartog (de Alliantie), Iris Kampers (Arcadis), Jan Dirk Buizer (Bureau Waardenburg), Wilco van Heerewaarden (BTL Advies) en Zef Hermans (BTL Advies).

Noodzaak
Natuurinclusief bouwen is hot en toch zien we er in de praktijk nog maar weinig van. Toch, net als bij de energietransitie, iets wat door velen van begin af aan werd toegejuicht, is er tijd voor nodig. “We komen er wel, stapje voor stapje”, aldus Den Heijer. De grootste conclusie van het rondetafelgesprek is dat kennisdeling, samenwerking en mensen in het hart raken de belangrijkste stimulansen zijn om van bouwen met de natuur het nieuwe normaal te maken.

Hoe je het ook wendt of keert, het is noodzakelijk om groen te integreren in ontwerp en bouw willen we uitdagingen als hittestress, droogte, wateroverlast en andere klimaatveranderingen het hoofd bieden. “Er zijn geen andere mogelijkheden voor klimaatadaptatie; groen is hét bouwmateriaal van de toekomst”, aldus Stache, die vanuit TU Delft werkt aan een tool voor het berekenen van de waarde van ecosysteemdiensten.

De financiële waarde van natuurinclusief bouwen is vaak een heikel punt. Enerzijds zijn bomen meer dan alleen harde cijfers – welzijn is moeilijk in geld uit te drukken – maar anderzijds helpt het prijskaartje wel degelijk om in ons huidige systeem het belang van groen aan te tonen. En dat is mogelijk, zegt Stache: “Alle aspecten van groen zijn uit te drukken in geld. Het probleem is dat we rekenen met maar één portemonnee. We bekijken de waarde van natuur in de bouw nog niet integraal.”

Gebrek
Een andere reden dat natuur regelmatig vergeten wordt in bouwprojecten, is omdat niet gekeken wordt naar de probleemanalyse. Pas als je weet wat je moet aanpakken, kun je gericht maatregelen kiezen, daar waren de deelnemers het over eens. Dat levert focus op, in plaats van het lukraak toepassen van groen.

Ook Van der Leest ziet regelmatig een gebrek aan integrale groene kennis: “Het verbaast mij nog steeds dat bepaalde en bepalende mensen in een beleidsrol die kennis niet hebben. Bijvoorbeeld dat zonnepanelen beter werken en langer meegaan op een groendak. Laat staan dat men bekend is met de natuurlijke isolerende werking van levende groene gebouwen tegen hitte of geluidoverlast. Of dat uitzicht op groen(e gebouwen) een van de eenvoudigste maatregelen is voor meer welzijn.”

Het gebrek aan kennis limiteert zich niet tot één sector. Ontwerpers, overheidsinstellingen, projectontwikkelaars: overal heerst de behoefte aan meer informatie. Vingers wijzen is dus niet de oplossing. “We moeten eens methodieken naast elkaar gaan leggen en keuzes maken,” aldus Den Heijer. “Maar het ontbreekt nog aan vertrouwen. We moeten durven toegeven waar het fout gaat om zo kennis te delen met alle partijen over hoe iets wel of niet moet.”

Ook ontbreekt integraliteit niet alleen op financieel vlak; die ambitie brokkelt af gedurende het gehele ontwerp- en bouwproces. Iedereen, van bouwer en opdrachtgever tot de beheerder en gebruiker, is daar verantwoordelijk voor. “Er moet een gevoel bij komen; het verhaal moet worden verteld,” aldus Jan Dirk Buizer van Bureau Waardenburg. “Als je er niet op gewezen wordt, wordt het moeilijk een bijdrage te leveren.” Dat verhaal hoeft bovendien niet altijd in geld te worden uitgedrukt.

Behoefte aan voorbeelden
Wat er vaak wel ligt, is de ambitie. Met dat in het achterhoofd gingen de gespreksdeelnemers op zoek naar voorbeelden van succesvol bouwen met de natuur. “Daarmee weten bouwers en ontwikkelaars wat ze kunnen doen,” aldus Bouwens. “Waar zijn de raakvlakken tussen beleid, beheer, bouw, gebruiker, ontwerp, etc.?” Zij focust in haar nieuwe programma KAN op nieuwbouw, omdat daar nu een grote opgave ligt.

7 Square Endeavour
Zo werd 7 Square Endeavour genoemd, een samenwerkings- en verduurzamingsinitiatief om steden op natuurinclusieve en circulaire wijze toekomstklaar te maken. Kampers, die betrokken is bij het project, gaf aan dat eruit geleerd kan worden dat gezamenlijk kijken naar de methodiek potentie biedt om meer uit een project te halen. Het Rotterdamse Schouwburgplein is daar een voorbeeld van.

Verbreding A12
Ook het project A12 Veenendaal – Ede – Grijsoord is een sprekend voorbeeld. Hier wordt over een lengte van 11km de snelweg verbreed, maar omdat het traject deels in het natuurgebied van de Veluwe ligt, is er bijzondere aandacht voor de natuur. Den Heijer geeft aan dat door de maatregelen die zijn toegepast, zoals faunapassages, de biodiversiteit juist is toegenomen. “De eis voor biodiversiteit zat er ook al in bij opdrachtgever Rijkswaterstaat,” aldus Den Heijer. Ook hier is de verbinding tussen de partijen sterk gebleken, maar ook de uitvraag hielp mee aan het stimuleren van groen.

Buizer bracht het CollectieCentrum Nederland in. Dit gebouw, dat collecties uit diverse musea huisvest, had hoge eisen vanwege de bescherming van de collecties en daar was natuur geen onderdeel van. Toch is het verhogen van de biodiversiteit gekoppeld aan enkele klimaatadaptieve maatregelen, gekoppeld aan de BREEAM-waarde, door een overtuigend ontwerp (en verhaal) van de landschapsarchitect.

Boulogne-Billancourt school
Een lichtend voorbeeld van de mens centraal zetten met natuur is de Boulogne-Billancourt school in Frankrijk. Biodiversiteit was van begin af aan onderdeel van het plan en wordt intussen als educatief onderdeel ingezet tijdens de lessen op een natuur- en speeldak. Ook de gevel is bewust met nissen en richels ontworpen zodat flora en fauna een plek krijgen. De ervaringen van de gebruikers spreken voor zich.

Het Levende Gebouw
Talloze andere voorbeelden van natuurintegratie in bouwprojecten is te vinden in de integrale inspiratiebron Het Levende Gebouw, een productie van VHG en geschreven door Kim van der Leest. Het boek bundelt oplossingen binnen diverse thema's die geordend zijn onder vier pilaren: Natuur, Klimaat, Mens en Economie. De informatie is geschikt voor groenprofessionals, opdrachtgevers, architecten, en projectontwikkelaars. Bekijk hier een inkijkexemplaar.

Vervolgtrajecten en adviezen
Op basis van de genoemde voorbeelden is een analyse van de slagingsfactoren gemaakt. Duidelijk is dat gedreven mensen een pre is, zodat de meerwaarde voor mens, klimaat en dier centraal blijft staan. Lees hier de adviezen:

  • Onwetendheid hoort bij de transitie. We moeten de tijd nemen, al is het belangrijk dat we telkens het onderwerp blijven aanstippen om bewustwording te creëren.
  • Pak projecten probleemspecifiek aan. Stel jezelf de vragen ‘Wat is híer het probleem?’ en ‘Wat is er nodig om de volgende stap te maken?’. Vermijd daarbij om teveel in een keer te willen aanpakken.
  • Er moet een marktgedragen normering of methodiek komen. Dat kan de transitie sterk helpen. Dit werkt het beste door gezamenlijk te kijken naar welke tools en methodes er al liggen om berekeningen te maken, bijvoorbeeld de evalutatiemodule voor ecosysteemdiensten van TU Delft, om zo als sector tot één soort systeem te komen om de waarde van groen aan te tonen. Aansluiten bij dit idee? Neem contact op met Jamaica den Heijer.
  • “Betrek de waarden van groen voor de mens. Dat maakt natuurinclusief bouwen toekomstbestendiger,” zegt Van der Leest. “Daar zijn al voorbeelden van, van meer sociale samenhang tot de huur die sneller betaald wordt.”
  • Geef concepten als ‘struikroven’ de ruimte. In het geval van struikroven wordt groen gered dat anders verloren zou gaan door de sloop van bijvoorbeeld een woonwijk.
  • Ga voor bouwteams, adviseert Den Heijer. “Dan kun je vanaf begin af aan al de belangen bundelen. Opgaves zijn tegenwoordig zo complex, dus ga vroeg met elkaar om tafel en geeft specialisten een rol.”
  • Maak de baten inzichtelijk door te monitoren, zo pleit Van Heerewaarde. “Je kan momenteel niet verantwoorden waarom iets moet worden aangelegd door een gebrek aan data.” Effecten moeten gemeten en geborgd worden, bijvoorbeeld door na aanleg van een project nog vijf jaar lang te monitoren.
  • Kijk ook naar kleine voorbeelden. “De ecologische wijk EVA-Lanxmeer werkte binnen de gemeente als voorbeeld juist remmend, want het werd als een ‘bijzonder project’ gezien,” vertelt Buizer. Je kunt niet alle opgaven in één keer tackelen, dus neem kleine stapjes. Die creëren enthousiasme.
  • Bekijk het bouwproces vanuit de functionaliteit: welk effect wil je bereiken? Projecten worden nog vaak vanuit een negatieve houding benaderd – hoe kun je bijvoorbeeld de milieu-impact zo laag mogelijk houden? “Doe het andersom,” zegt Van Heerewaarde. “Wat voor positieve effecten kan je toevoegen? Hoe maakt het gebouw de locatie of het gebied beter?”
  • Wees niet bang om soms ook verbeelding te laten zien. Zo creëerde Ermi van Oers het Park van Morgen, waarin planten energie opwekken voor verlichting.
  • Het is én én én. Bovenstaande methodes, adviezen en oplossingen zijn op zichzelf geen wondermiddelen die de transitie gaan dragen, maar gebundeld brengen ze het onderwerp in een versnelling.