Het wordt weer leuk voor ontwerpers

Inleiding over BENG-eisen door Jaqueline Hooijschuur (RVO)

Verslag van de plenaire inleiding ‘BENG-eisen in 30 energiezuinige woningbouwprojecten’ door Jacqueline Hooijschuur (RVO) tijdens de ZEN platformbijeenkomst op 13 oktober – door René Didde

Aanleiding voor de verandering van de energieprestatie in 2021 is de EU-regelgeving die bijvoorbeeld ook het Energielabel voorschrijft. In Nederland zijn de nieuwe eisen onder meer vertaald in het EnergieAkkoord en al enigszins uitgewerkt in Kamerbrieven van Minister Blok, vertelt Jacqueline Hooijschuur van RVO. Ook de bouwregelgeving wordt gemoderniseerd. ‘Er wordt ingezet op gerealiseerde kwaliteit in plaats van een vooraf getoetste kwaliteitsbepaling’, aldus Hooijschuur.

beng-tabel
De EPC wordt vervangen door drie BENG-indicatoren. Allereerst is daar de energiebehoefte van een gebouw. Die wordt bepaald door de ruimteverwarming, koeling en ventilatie, kortom hoe de bouwschil in elkaar zit. Vervolgens komt het primaire energieverbruik. Dat is het verbruik inclusief alle installaties en tapwater, en komt voorlopig nog overeen met NEN 7120. Voor woningen komen beide indicatoren voorlopig neer op maximaal 25 kWh/m2/jaar.

Voor de derde indicator geldt het aandeel hernieuwbare energie, zeg maar het aandeel van zonnepanelen, zonneboiler, warmtepomp, en onder voorwaarden biomassabronnen, op restwarmte gestookte warmtenetten. De eis voor woningen komt neer op minimaal 50 procent.

Niet eenvoudig
Pittige normen, concludeert Hooijschuur, waaraan nog niet eenvoudig valt te voldoen. ‘Vertaald naar het huidige instrumentarium, komt het neer op een EPC van richting 0’, zegt ze. Dat staaft ze met een analyse van de top-30 van meest energiezuinige woningen in 2014. ‘De huidige toplijst moet in 2021 gemeengoed zijn’, houdt zij het gehoor voor. Een aantal van een top 30 passeert kort de revue. ‘De tuinen van Sion’ bijvoorbeeld zijn rijtjeswoningen in Rijswijk met een EPC van 0,12, een energiebehoefte van 19 kWh/m2/jaar, een primair energieverbruik van -11 kWh/m2/jr en een aandeel hernieuwbare energie van liefst 131 procent. ‘Dit project scoort dus op alle drie de indicatoren een voldoende. Modale isolatiewaarden worden gecombineerd met een warmtepomp, douchewaterwarmteterugwinning en 19 m2 PV-panelen.

Andere projecten zoals Velve Lindenhof (EPC 0,36) en Vijverberg (EPC – 0,22) behoren ook tot deze top-30, maar zouden falen op een of meerdere van de drie indicatoren, terwijl ze toch over soortgelijke isolatieprestaties en luchtdichtheid beschikken. Sterker nog, slechts vier van de dertig projecten zouden in 2021 slagen voor het BENG-examen.

Energiebehoefte moet omlaag
Hoe kan dat? Belangrijke verklaring volgens Hooijschuur is de verhouding glas-geveloppervlak, compactheid, de oriëntatie van het gebouw op de zon en het aandeel PV-panelen. ‘Het wordt weer leuk voor ontwerpers’, voorspelt Jacqueline Hooijschuur. Veel van de dertig projecten scoren een dikke voldoende op bijvoorbeeld primair energieverbruik en aandeel hernieuwbare energie, als zij over relatief veel PV-panelen beschikken.

Toch resteren er nog veel vragen waarop het antwoord niet direct is te geven. In hoeverre is het aantal bewoners van de woning verdisconteerd in de nieuwe normen? Hoe zit het met de verdiepingshoogte (bouwvolume in plaats van bouwoppervlak)? En wordt de energie voor ventilatie weliswaar bij de indicator energiebehoefte van de woning geteld, hoe zit het dan met de energie die wordt bespaard in geval van warmteterugwinning? ‘Het lijken typische vraagstukken die in een themagroep aan de orde kunnen komen’, besluit dagvoorzitter Jan Fokkema.

Download de presentatie van Jacqueline Hooijschuur