Kan een kleine vrijstaande woning aan BENG voldoen?


Dit artikel bevat mogelijk verouderde BENG-informatie. Kijk hier voor de actuele berichtgeving over BENG.



Zeer kleine woningen, ook wel bekend als tiny houses, worden populair. Hoe scoren ze bij de voorgenomen energieprestatie-eis voor 2021? Deze vraag werd gesteld binnen de ZEN-themagroep Analyse ZEN-projecten. Nieman Raadgevende Ingenieurs heeft de effecten berekend. Het blijkt dat deze woningen meestal niet aan de voorgenomen eis voor BENG-1 kunnen voldoen.

BENG-1 is berekend voor de Tiny Tim en de Tiny Tof, beide ontworpen door FARO Architecten. Beide woningen zijn in principe verplaatsbaar en zo ontworpen dat ze off-grid kunnen functioneren. De woningen zijn klein: de Tiny Tim heeft een gebruiksoppervlak van 15 m2 en de Tiny Tof van 27 m2. Het bouwsysteem is houtskeletbouw. De woningen zijn representatief voor tiny houses en andere (semi)permanente kleine woningen.

Resultaat
Het energieconcept van de twee woningen bestaat uit een zeer goed geïsoleerde en luchtdichte schil, drievoudig glas en balansventilatie met wtw. Doorrekening van deze woningen laat zien dat de energiebehoefte per vierkante meter (BENG-1) zeer hoog is:

Tiny Tim (gebruiksoppervlak 15 m2)
koudebehoefte: 56,5 kWh/m2
warmtebehoefte: 140,1 kWh/m2
BENG-1 : 196,6 kWh/m2


Tiny Tof (gebruiksoppervlak: 27 m2)
123,9 kWh/m2
koudebehoefte: 65,9 kWh/m2
warmtebehoefte: 58,0 kWh/m2


Met een gevoeligheidsanalyse is onderzocht welke extra maatregelen mogelijk zijn om de energiebehoefte te verlagen. Het blijkt dat BENG-1 iets lager kan worden, maar dat de voorgenomen eis van 25 kWh/m2 met behoud van de oorspronkelijke ontwerpgedachte niet haalbaar is.

Analyse
Hoe is het verschil in uitkomst tussen hele kleine woningen en de standaard tussen- en hoekwoning te verklaren? Kern van het antwoord zit in de verhouding gebruiksoppervlak (GO) ten opzichte van het verliesoppervlak (AT). Deze verhouding is bij een tiny house veel ongunstiger dan bij een woning met reguliere afmetingen:
• Tiny Tim GO/AT: 15 m2/90,6 m2 (factor 6)
• Tiny Tof GO/AT: 27 m2/138 m2 (factor 5)

Ter vergelijking een reguliere woning:
• Tussenwoning: factor circa 1,4 à 1,6 (afhankelijk van woningdiepte/breedte)
• Hoekwoning: factor circa 1,8 à 2 (afhankelijk van woningdiepte/breedte)
• Appartement: factor 1,0 à 1,6

Naast deze ongunstige verhouding spelen de volgende aspecten een rol.
• Het bouwsysteem (HSB) en daarmee het warmte-accumulerend vermogen van de constructie heeft grote invloed op de energiebehoefte. Met name de koudebehoefte is hoog. Goede buitenzonwering kan BENG-1 effectief verlagen.
• De oriëntatie is van minder grote invloed, vergelijkbaar met een vrijstaande woning. Alle gevels hebben verliesoppervlak in combinatie met een zeer goede thermische schil.

Voor andere kleinere huisvestingsvormen, zoals woongebouwen met studio’s kan dat anders liggen. Het hangt af van het oppervlak, maar ook van de bouwvorm. Hoe groter de oppervlakte (vanaf 40-50 m2) hoe meer de gebruikelijke benadering van appartementen van toepassing is. Ook gestapelde gebouwen met meerdere units zijn eerder vergelijkbaar met appartementen.

Aanbeveling
De Tiny Tim is autarkisch. Toch voldoet deze niet aan BENG. Dat lijkt tegenstrijdig. Deze beknopte analyse laat zien dat klein wonen in de BENG-systematiek niet wordt beloond.

RVO onderzoekt in hoeverre het mogelijk is om voor kleine woningen een minder scherpe eis voor BENG-1 vast te stellen. Dit zou analoog zijn aan de EPC waarbij voor een woonwagen een minder strenge EPC-eis geldt. Nader onderzoek moet uitwijzen welke grenswaarde geschikt is. Te denken valt aan een criterium met een staffel in gebruiksoppervlak van bijvoorbeeld < 50 m2 met een BENG-1 eis van 60 à 80 kWh/m2 of een bodemgrens van 1.250 kWh.