- Lente-Akkoord 1.0
- Artikel
EPV opnametoets in de praktijk
Met behulp van de beoordelingsrichtlijn BRL 9500-05 en het bijbehorende opnameprotocol kunnen eigenaren van woningen laten aantonen dat hun object bij oplevering in potentie zeer energiezuinig is. De methode, en de hulpmiddelen uit ISSO-publicatie 82.5, zijn van belang voor woningcorporaties. Aan de hand van de BRL 9500-05 wordt namelijk beoordeeld welke Energieprestatievergoeding (EPV) de verhuurder mag vragen.
Eigenaren van woningen en gebouwen moeten sinds 2008 bij verkoop of verhuur een Energieprestatiecertificaat (Energielabel) aan de nieuwe huurder of koper overleggen. Om de kwaliteit van energie-indexrapporten, energielabels en energieadviezen te borgen is de BRL 9500 ontwikkeld. Sinds september 2016 is ook deel 05 beschikbaar, dat in de praktijk verhuurders van zeer energiezuinige woningen de mogelijkheid biedt om een EPV te vragen aan de huurder voor de getroffen energiebesparende maatregelen. Een keuring volgens deze richtlijn is noodzakelijk om in aanmerking te komen voor een EPV.
Kwaliteitsborging
De BRL 9500-05 kijkt naar de daadwerkelijke warmtevraag bij oplevering, en is qua reikwijdte vergelijkbaar met de eerste BENG-eis. Er wordt onder andere gekeken naar de kwaliteit van de schil en de luchtdichtheid. Met behulp van het opnameprotocol kan een energie-adviseur de gerealiseerde netto warmtebehoefte bepalen onder standaard-condities (zoals in de ISSO-publicatie vastgelegd). In feite is de BRL 9500-05 ook een kwaliteitsborging op het punt van de warmtevraag van zeer energiezuinige woningen. Op basis van een nauwkeurige meting van de werkelijke warmtevraag bij oplevering wordt de EPV-klasse (lees: de hoogte van de EPV-vergoeding) bepaald. Warmtevraagrapportages mogen alleen worden afgegeven door gecertificeerde adviseurs die zich in de methodiek hebben bekwaamd.
Praktijkervaring met de BRL 9500-05
Gebouwverduurzamer INNAX is sinds mei 2018 gecertificeerd voor de BRL9500-05. Wij spraken met senior adviseur Rik Janssen, die zich vooral bezighoudt met bestaande bouw in opdracht van woningcorporaties. Dat gezegd hebbend zijn de meeste praktijkervaringen van Rik ook relevant voor nieuwbouw.
Waarom wilde INNAX gecertificeerd BRL9500-05 adviseur worden?
"Wij werken veel voor woningcorporaties en we zien dat betaalbaarheid van de verduurzamingsmaatregelen een heel belangrijk onderwerp is bij zeer energiezuinig wonen. Het is dus de vraag hoe je een grote investering draaglijk kunt maken. De Energieprestatievergoeding is daarvoor een prima middel, maar voorwaarde is wél dat je de keuring uitvoert. Bij INNAX is de vraag naar die keuring ontstaan vanuit de bestaande bouw."
Is het wennen voor de uitvoerder om aan alle eisen te voldoen?
"Omdat je toch voorop loopt is het wel wennen ja, de uitvoerende partij moet nu veel informatie verzamelen en vastleggen die in het verleden als vanzelfsprekend werd beschouwd. Neem bijvoorbeeld de inkoop van een dakplaat. De Rc-waarde staat vermeld in de folder bij wijze van spreken, maar nu moet je terug naar de fabrikant, om na te gaan hoe die Rc-waarde uit de folder precies door de fabrikant berekend is. Laat maar eens zien hoe je dat gedaan hebt."
"Een ander aspect van de EPC-berekening zijn de Psi-waarden (koudebruggen). Voor de EPC-berekening wordt vaak gebruik gemaakt van SBR-referentiedetails. Daar moet je nu ook kritischer naar kijken. Komen deze referentiedetails wel overeen met de details van het project? Een nauwkeurig uitgevoerde detaillering kan dan bijvoorbeeld het verschil maken tussen het verschil maken tussen nét wel of niet voldoen aan de eisen. Controleer dit dus op voorhand, zodat je niet voor verrassingen achteraf komt te staan. Doordat veel bouwers volgens een standaard bouwwijze werken loont het om eenmalig de Psi-waarden van de detaillering te laten berekenen en eventueel te finetunen."
Wat is de grootste verandering in je eigen werkwijze?
“Nauwkeuriger werken, niet zomaar iets veronderstellen, alles navragen en dubbel checken of het goed zit. Dat is ook meteen de meerwaarde van de toets uitvoeren. De EPC-berekening is nodig in het voortraject en wordt uitgevoerd op basis van een voorlopig ontwerp. Maar gedurende het proces verandert er van alles. Hoe weet je bijvoorbeeld zeker of je een gelijkwaardig product inkoopt als je van leverancier verandert? Alle wijzigingen die je doorvoert tussen de vergunningaanvraag en de start bouw zou je van tevoren eigenlijk nog een keer moeten doorrekenen. INNAX neemt nu standaard in de voorwaarden op dat we die check doen voor aanvang van de bouw op basis van het definitieve ontwerp. Liever aan het begin controleren dan achteraf alsnog maatregelen moeten treffen om in de juiste EPV-klasse te blijven.”
Kost het hele proces veel tijd?
“Dat is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid referentiewoningen. Als er veel kopersopties zijn leidt dat mogelijk tot meer referentiewoningen. Er zullen dan ook meer woningen getoetst moeten worden waardoor het meer tijd het kost om het hele project te controleren. Voor de bouw checken wij de EPC-berekening. Daarna is het vooral de uitvoerder die bewijsmateriaal moet verzamelen. Wij vragen bijvoorbeeld aan de uitvoerder (dat is ook vastgelegd in een protocol) om foto’s maken. Verder gaan we twee keer kijken op de bouwplaats; halverwege het proces en op het eind.”
Hoe gaat de uitvoerder om met dat tweede bezoek?
“Onze ervaringen zijn heel positief. Door het effect van ‘meten is weten’ zie je dat de nieuwe informatie die we verzamelen een stimulans is voor de bouwer om verder te gaan met verbeteren. Dat merkten we bijvoorbeeld ook met de blowerdoor test. Daarbij gaan bouwers als bedrijf kijken naar de meting om hiervan te leren. Je ziet met eigen ogen dat luchtdichtheid helpt en belangrijk is. Zo wordt de impact van onwetendheid steeds kleiner in de bouw.”
Nieuwe Lente-akkoord publicaties over de EPV
Dankzij de EPV hebben woningcorporaties inmiddels vele honderden NOM-woningen kunnen realiseren. De Lente-akkoord factsheet Hoe werkt de EPV vat hun ervaringen samen en laat zien wat de EPV in de praktijk betekent. De factsheet is bedoeld voor woningcorporaties en bouwbedrijven die met hen samenwerken. Naast de factsheet is er ook een lijst met veelgestelde vragen over de EPV. Deze FAQ’s kunt u downloaden in pdf-formaat, of u kunt ze online raadplegen.