- Lente-Akkoord 1.0
- Artikel
Lessen van TOjuli in de praktijk
Verslag ZEN themagroep Oververhitting, 26 februari 2021 - door Henk Bouwmeester
Sinds 1 januari 2021 is het bij de aanvraag van een omgevingsvergunning verplicht om de kans op temperatuuroverschrijding te berekenen. Dat gebeurt met een TOjuli of GTO-berekening. Harm Valk (Nieman RI) bespreekt vier nieuwbouwprojecten en gaat met de themagroep Oververhitting in op vragen en knelpunten.
TOjuli en GTO
De kans op temperatuuroverschrijding kan worden aangegeven met het indicatiegetal TOjuli. Dit is een eenvoudige, maar ook grove indicator die aangeeft of de kans op temperatuuroverschrijding acceptabel is of niet. De berekening biedt weinig inzicht en de indicator is bovendien niet in alle situaties een goede voorspeller. Dat is de consequentie van de eenvoud waar bij de definitie van TOjuli bewust naar is gezocht. Niettemin bespreken de NTA8800-commissie en RVO of een aanpassing of verduidelijking mogelijk is. Harm Valk: “Maar ingrijpende wijzigingen zijn op korte termijn niet te verwachten.” Om inzicht te krijgen, heb je meer aan een GTO-berekening. Daarmee is precies te zien waar oververhitting plaatsvindt en wat daaraan kan worden gedaan. Als het aantal GTO-uren niet hoger is dan 450, mag een vergunning verleend worden, ook al is TOjuli groter dan 1,2.
Warmtewinst via transparante delen
TOjuli wordt bepaald door het verschil tussen warmtewinst en warmteverlies. De grootste warmtewinst is het gevolg van zon die via transparante delen naar binnen schijnt. Vooral in woongebouwen is deze warmtewinst vaak problematisch. In sommige woongebouwen loopt glas tot op de vloer door of er zijn glazen deuren en glazen borstweringen. Zulke elementen vergroten de warmtewinst en daarmee de kans op temperatuuroverschrijding. Om oververhitting te voorkomen lijkt het verstandig dit soort elementen in het ontwerp aan te passen.
Warmtewinst via buitengevels
Transparante delen dragen bij aan opwarming. Dat snapt iedereen. Ook gesloten buitengevels, bij hoek- en eindwoningen, lijken (in de TO-juli berekening) bij te dragen aan opwarming. Nauwkeurige beschouwing heeft echter uitgewezen dat dit niet zo is. Wat er feitelijk aan de hand is, is dat er allerlei effecten aan gevels worden toegerekend, die er geen verband mee hebben. Dat is een manco van dit TO-juli getal. Wat dat betreft blijft het een modelmatige rekenregel, om zonder hoge kosten inzicht te verschaffen.
Project met 52 kleine grondgebonden woningen in OW-georiënteerde blokken. Zonder maatregelen is TOjuli 0,62 tot 1,91. Met name in de hoek- en eindwoningen is het TOjuli getal te hoog. Dat komt omdat er in de berekening allerlei effecten aan gevels worden toegerekend, die er geen verband mee hebben. Dat is een manco van dit TO-juli getal en helaas een consequentie van de eenvoudige berekeningswijze. Tussenwoningen kennen dat effect niet. Door gebruik van zonwerend glas is TOjuli maximaal 1,19 en voldoen alle woningen aan de eis. Om de kans op temperatuuroverschrijding nauwkeuriger te bepalen, is uiteraard ook een GTO-berekening mogelijk.
Warmteverlies naar de bodem
De praktijkvoorbeelden laten zien dat op de begane grond de kans op temperatuuroverschrijding vaak kleiner is dan op bovenwoningen. Dat komt doordat de bodem altijd relatief koel is en er dus een warmtestroom naar beneden is. Als een woning twee rekenzones heeft, bijvoorbeeld als de verdieping een ander systeem heeft voor verwarming en/of ventilatie, dan zie je dat verschil. De begane grond kan dan vanwege de afkoeling naar de bodem voldoen aan de eis voor TOjuli, terwijl op de verdiepen extra maatregelen nodig zijn.
Top-3 van maatregelen
Om warmtewinst te beperken en warmteverlies te vergroten, zijn veel maatregelen denkbaar. Tot nu toe komt er bij bouwpartijen een duidelijke top-3 naar voren:
1. Zonwering
2. Zonwerend glas
3. Koeling
In de praktijk is tot nu toe te zien dat met deze maatregelen aan de eis voor TOjuli kan worden voldaan. Soms in combinatie met elkaar.
Zonwering
Met name buitenzonwering met donkergekleurde screens is een oplossing die bouwpartijen vaak kiezen. Vooral in woongebouwen. Het is belangrijk om buiten voor een donkere kleur te kiezen. Zwart houdt zonlicht het beste tegen. Binnenzonwering moet zonlicht juist zoveel mogelijk weerkaatsen en is daarom bij voorkeur wit. In een woongebouw voldoet vaak een deel van de appartementen ook zonder zonwering al aan de TOjuli-eis. Maar uit oogpunt van architectuur of marketing is het toch beter om alle ramen van screens te voorzien. Dat is uiteraard aan de bouwpartij ter beoordeling. In de praktijk blijkt dat in grondgebonden woningen buitenzonwering aan het initiatief van de bewoner wordt overgelaten. Ook dat is aan de bouwpartij ter beoordeling. Andere vormen van zonwering zoals louvreluiken, schuifluiken en buitenjaloezieën zijn ook mogelijk. Buitenjaloezieën kunnen worden ingevoerd; voor louvreluiken en schuifluiken bestaan (nog) geen forfaitaire waarden.
Zonwerend glas
Zonwerend glas (g-waarde ≤ 0,35) beperkt de toetreding van zonlicht en daarmee de kans op temperatuuroverschrijding. Zonwerend glas is een slimme maatregel als bijvoorbeeld in een rij woningen alleen de kopse woningen de TOjuli-eis overschrijden. Ook in hoogbouw kan zonwerend glas nodig zijn. Let op dat hierdoor niet alleen ongewenste opwarming in de zomer wordt beperkt, maar ook gewenste opwarming in de winter. BENG 1 en 2 worden dan hoger.
Zonwering plus zonwerend glas
In sommige projecten kiezen bouwpartijen voor een combinatie van screens en zonwerend glas. Zo’n combinatie lijkt onlogisch. Wanneer de zonwering is neergelaten heeft de zonwerende eigenschap van het glas immers geen toegevoegde waarde meer. Toch blijkt de combinatie wel effectief te zijn. In de praktijk laten bewoners de zonwering vaak niet neer zodat zij vrij naar buiten kunnen kijken. Op die momenten zou een woning zonder zonwerend glas teveel opwarmen. In woningbouw is dat anders dan in utiliteitsbouw. In de berekening van TOjuli komt dat daarom ook tot uitdrukking.
Koeling
In een woning met actieve koeling is TOjuli per definitie nul. In de regelgeving worden voorbeelden genoemd zoals een warmtepomp met koelfunctie. Koeling van de uitgaande luchtstroom bij balansventilatie wordt expliciet genoemd als ontoereikend. Het systeem helpt wel, maar het effect is te klein om van actieve koeling te mogen spreken. Dat geldt ook voor het koelende effect van de wtw-unit. Veel moderne wtw-units hebben een bypass die slim wordt geregeld op binnen- en buitentemperatuur. Daardoor vindt ’s zomers een vorm van ‘koudeterugwinning’ plaats. Maar ook dat effect is te klein om te kunnen spreken van actieve koeling. Verder is over de capaciteit van actieve koeling in de regelgeving niets opgegeven. Let op dat het energiegebruik van actieve koeling resulteert in een hogere waarde voor BENG 2. Bij vloerkoeling op basis van een bodemwarmtepomp is dat te verwaarlozen, maar een buitenluchtwarmtepomp (met koelfunctie) gebruikt in de praktijk 600 tot 900 kWh per jaar. Met enkele extra PV-panelen kan dat worden gecompenseerd.
Ventilatieve koeling
Ventilatieve koeling zoals zomernachtventilatie heeft een groot effect. Een ventilatieluik zorgt in de praktijk voor een debiet van 1.100 tot 1.500 m3/uur. De luchtinhoud van een woning wordt hierdoor gedurende een nacht vijf tot zeven keer ververst. Zelfs tijdens een extreem warme zomernacht ontstaat een thermische trek in de woning waardoor dit systeem effectief is. Er zijn echter nog weinig leveranciers van goede producten.
Rekensoftware
Bouwpartijen krijgen steeds meer ervaring met de rekensoftware. Daardoor komen ook ongerijmdheden aan het licht. Zo lijkt het dat overstekken en belemmeringen in het programma Uniec 3 anders worden gewaardeerd dan in Vabi. Verder blijkt dat de GTO-berekening in de praktijk weinig wordt gebruikt. Specifieke software waardoor het eenvoudiger wordt om de gegevens voor deze berekening in te voeren, is nog in ontwikkeling. De verwachting is dat die software binnenkort beschikbaar is.
Mediterraan wonen
We zijn gewend om woningen te ontwerpen en te bouwen met het oog op warmtebehoefte in de winter. Ontwerpen en bouwen met het oog op koelbehoefte in de zomer, is nog iets heel anders. Niet alleen bouwpartijen moeten eraan wennen, ook voor bewoners is het nieuw: ramen dicht als het buiten warm is en open als het buiten afkoelt. Met goede communicatie is nog veel te winnen, want naast een goed ontwerp, is bewonersgedrag van doorslaggevende invloed op de kans op temperatuuroverschrijding.
Vervolgbijeenkomst 7 mei
De ZEN themagroep Oververhitting komt enkele keren online bijeen om doorrekeningen en dilemma’s te bespreken en aanbevelingen voor aanscherping van de regelgeving te doen. De vierde bijeenkomst is gepland op vrijdag 7 mei 2021 van 9.30 tot 11.30 uur.
Deelnemers aan de vorige bijeenkomsten krijgen automatisch de toegangslink toegestuurd. Wilt u zich ook aanmelden? Dat kan hier.