Koudemiddelen in warmtepompen

Warmtepompen zijn door het aardgasverbod behoorlijk in opkomst. Tijd om ons wat meer te verdiepen in de milieu-effecten van warmtepompen. Bijvoorbeeld: welke koelvloeistoffen worden gebruikt in warmtepompen, wat mag van de EU, en welke middelen zijn het minst belastend?

De controle op productie, import en verkoop van koudemiddelen bevattende apparatuur is in Europa en zeker in Nederland goed gereguleerd. In de praktijk betekent dit dat indien een gerenommeerd merk aangeschaft wordt via reguliere kanalen (groothandel, installateur etc. en bijvoorbeeld niet via Marktplaats) je er zeker van kunt zijn dat het toegepaste koudemiddel toegestaan is.

CFK’s en HCFK’s verboden
Wat betreft verboden koudemiddelen hebben we in Nederland al een geschiedenis sinds 1992 (Montreal protocol, gat in de ozonlaag) en in Europa sinds 2007 (Kyoto, broeikasgassen). Op basis van deze verdragen zijn chloorhoudende koudemiddelen, zogenaamde CFK’s en HCFK’s verboden. Voorbeelden van typenamen zijn R12, R22.

HFK’s of f gassen regeling
Een onderdeel van invoering van het Kyotoprotocol in Europa en Nederland is belegd in de f gassen regeling. Deze regeling betreft de op dit moment meest gebruikte koudemiddelen: de zogenaamde HFK’s of f gassen. Bekende f gassen in warmtepompen zijn R410a, R134, R407c en R404a. F gassen zijn zware broeikasgassen en vallen onder een streng regime: monteurs (personen) en bedrijven die werken met deze koudemiddelen dienen gecertificeerd te zijn. Daarnaast is vanuit Europa vastgelegd dat we naar 2030 toe het gebruik van f gassen willen reduceren tot 21% van het gebruik in 2015 (op basis van broeikaseffect). Op enkele specifieke uitzonderingen na gaat dit niet middels verboden maar via regulatie van op de markt gebrachte hoeveelheden uitgedrukt in broeikaseffect (GWP).

Nieuwe generatie koudemiddelen
De markt richt zich nu op de ontwikkeling van een nieuwe generatie koudemiddelen met een lager milieu/broeikas effect. Als gevolg hiervan zien we nu langzaam nieuwe f gassen met aanzienlijk lagere GWP (broeikaswaarden) zoals R449a, R407d of R32, chemische alternatieven HFO’s zoals R1234yf of natuurlijke koudemiddelen zoals CO2 en Propaan opkomen.

Lekken?
Ten overvloede: een koudesysteem zoals toegepast in een kwaliteit warmtepomp binnen de gebouwde omgeving lekt, behoudens calamiteiten, gedurende zijn levensduur géén koudemiddel (vergelijk het met de koelkast, ook een koudesysteem). Vanaf middelgrote systemen dient deze zogenaamde lekdichtheid jaarlijks aangetoond te worden.

Verder lezen
U kunt hier meer achtergrondinformatie vinden over de koudemiddelen, en andere dan de bovengenoemde koudemiddel typenamen opzoeken.

Met dank aan Jaap de Knegt, docent F-gassen certificeringsopleiding en technisch secretaris van de DHPA (branchevereniging warmtepomp fabrikanten) en Willem Hooijkaas, voorzitter platform Warmtepompen.