- Nieuws
- 13/11/2023
Biobased bouwen: over wat nú kan en wat eraan komt
Lente-akkoord 2.0 komt medio november met een publicatie over laagdrempelig biobased bouwen. Tijdens de platformbijeenkomst gaf Laurens Taal (Aveco de Bondt) een voorproefje en lichtte Norbert Schotte (Building Balance) de Nationale Aanpak Biobased Bouwen toe.
Omdat biobased bouwen een “gigantisch” onderwerp is, aldus sessiemoderator en Lente-akkoord programmaleider Sander Woertman, start Lente-akkoord 2.0 een themagroep die zich hierin verdiept. Startpunt: een publicatie over laagdrempelig biobased bouwen. “Terug naar de basis: hoe kun je als doorsnee bouwer beginnen met biobased?”
Dat het thema leeft bij de deelnemers aan de sessie tijdens de platformbijeenkomst op 2 november, blijkt even later als Norbert Schotte via Mentimeter een peilstok in het publiek steekt. ‘Vol mee bezig’ en ‘Net begonnen met experimenteren’ zijn veruit de meest gegeven antwoorden op de vraag ‘Waar sta je met biobased bouwen?’.
Schotte spreekt namens Building Balance, de uitvoeringsorganisatie van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen, die 200 miljoen euro toebedeeld heeft gekregen van de overheid om biobased bouwen op te schalen. Vier ministeries ondersteunen het programma, plus een handvol provincies. Dat opschalen houdt in: zorgen dat vezelgewassen van eigen bodem te gebruiken zijn als bouwproducten en dat dit een volwassen keten wordt die “op eigen poten kan staan”.
CO2-lockdown voorkomen
Schotte schetst de noodzaak: de bouwsector is in zijn woorden ‘de mooiste rotsector die er is’. De CO2-uitstoot van de productie van bouwmaterialen staat gelijk aan 11 miljoen retourvluchten Londen – New York, rekende hij uit. “Ieder jaar.” Blijven we bouwen zoals we nu doen, dan is de bouwsector binnen afzienbare tijd door het carbon budget heen. Hij sluit een CO2-lockdown – dat de rechter een streep door bouwplannen zet vanwege een teveel aan uitstoot – dan ook niet uit. “In Engeland is dit al gebeurd: een rechter heeft daar de sloop van een gebouw verboden omdat er aantoonbaar te veel CO2 vrij zou komen. Men moest inzetten op hergebruik.”
Actielijnen
Via zeven actielijnen werkt Building Balance aan de noodzakelijke verandering. Het opzetten en opschalen van de ketens is er een, het simuleren van de vraag een tweede – Schotte zit aan tafel met de top tien beleggers en ontwikkelaars, om samen in te zetten op biobased bouwen. “En zodat ik met een papiertje terug kan naar de agrariërs en de potentie kan laten zien. Dat is het vraagstuk van de boer: zij hebben een afzetmarkt nodig.”
Building Balance werkt ook aan het creëren van de juiste condities die noodzakelijk zijn voor opschaling. Zoals productkaarten voor de Nationale Milieudatabase, het testen en certificeren van de materialen (isolatiewaarde, brandwerendheid, akoestiek) en aanpassingen van de normen. In de NTA8800 bijvoorbeeld komen de voordelen van biobased materiaal vooralsnog niet terug (zo wordt faseverschuiving niet gewaardeerd).
Wat de aangekondigde aanscherping van de MPG betreft – en het uitblijven van een CO2-eis (GWPA) daarin – is de organisatie kritisch ten aanzien van het overheidsbeleid. “De richting van de overheid op onze normvolgende bouwsector biedt geen perspectief voor investeringen in fabrieken ten behoeve van materialen en concepten die vandaag geen CO2 uitstoten of materialen die zelfs CO2 opslaan”, stelt de presentatie.
“De richting wijst erop dat ons huidige CO2-verbruik geen probleem is als we het materiaal in de toekomst maar kunnen recyclen en/of hergebruiken. Voor het stimuleren van biobased materialen moet de overheid duidelijk kiezen voor de richting naar laag CO2-vebruik NU (praktisch pas in te voeren in 2025 en praktisch pas effectief rond 2027) door bijvoorbeeld een GWPA-eis.”
Materialen
Wat materialen betreft ligt de focus op stro, miscanthus, hennep, vlas en reststromen uit de tuinbouw, voor diverse toepassing in nieuwbouw en renovatie. Zo is massieve strobouw interessant voor nieuwbouw en zijn verhakselde vezels van stro en miscanthus geschikt als inblaasisolatie voor industriële nieuwbouw en als bijmenging in beton. Van hennep is zowel isolatiewol te maken alsook plaatmateriaal. Dat laatste geldt ook voor reststromen uit de tuinbouw.
Laaghangend fruit nú
Laurens Taal houdt zich bij Aveco de Bondt als adviseur duurzaamheid bezig met energie, materialen en biodiversiteit. In de publicatie die hij maakte voor Lente-akkoord staan vijf eenvoudig toepasbare biobased materialen die nú al beschikbaar zijn. “Elke aannemer kan direct een aantal dingen doen op dit vlak.”
Houtvezelisolatie is laaghangend fruit. “Hiermee een klapkap isoleren, is prima mogelijk, óók voor de betonbouwers.” Er is een aantal merken goed beschikbaar op de markt, steeds vaker ook in de reguliere bouwmarkt. Gutex staat sinds kort bovendien met categorie 1 kaarten in de Nationale Milieudatabase.
Verder: de producten en bouwsystemen – combinaties met plaatmateriaal, folies en dergelijke – zijn al “tot in den treure uitgeëngineerd”. Dat is niet altijd één op één over te nemen voor de Nederlandse situatie, geeft Taal desgevraagd toe. “Daarin zul je moeten shoppen. Wat past goed in welke situatie? Maar tunnelbouw in combinatie met een dergelijk hsb-systeem is prima mogelijk.” Zijn advies: bel het Nederlandse kanaal van de leverancier op. “De fabrikanten zijn erg goed in informatievoorziening.”
Houtvezel is geschikt voor nieuwbouw, prefab bouwen en renovatie en beschikbaar in allerlei varianten: als harde isolatieplaat, zachte plaat of als inblaasvezel. “Inblazen is enorm interessant. De isolatiewaarde is 20% minder dan minerale wol, maar het materiaal is even eenvoudig verwerkbaar en bepaalde platen zijn tijdens de bouw drie tot zes maanden wind- en waterdicht. “Dat is een enorm voordeel tijdens het bouwen. Je kan er ook direct op stuken.”
Meer laaghangend fruit: cellulose. Isolatie van gerecycled papier. Verkrijgbaar als isolatiedekens, maar in de meeste gevallen wordt het ingeblazen in houtskeletbouwconstructies. Dat inblazen gebeurt nu door balen in een machine te gooien. Voor wat betreft de vezelmaterialen van eigen bodem ziet Taal straks silo’s in de fabrieken voor zich, of op de bouwplaats. “Zoals je nu een mortelsilo ziet staan.”
Strobouw
Kan je met biobased ook de hoogte in, is een vraag uit het publiek. Cellulose haalt brandklasse B, weet Taal. Verder ontbreekt er nog veel aan geteste combinaties, maar de testlabs zijn volgeboekt. Prefab stro – en dan met name leverancier Strotec – heeft hierin al een voorsprong. “Met hun systeem kan je vijf bouwlagen de hoogte in. Met hulpconstructies zelfs 15 bouwlagen hoog.” Dat komt omdat stro massief ingeperst zich bij brand gedraagt als massief hout. En ja: prefab strobouw zorgt voor een dikke wand, maar die heeft een goede bufferende werking. “Je hebt weinig last van oververhitting en hoeft amper te verwarmen en te koelen.”
Conclusie: een aantal biobased materialen is ruim beschikbaar en beproefd. Afsluitende tip van Taal: bepaal de materiaalkeuze vanuit het detail, en haal de materiaalkeuze naar voren in het ontwerpproces. Daarmee wordt het toepassen van biobased materialen direct mogelijk voor elke aannemer.