- Nieuws
- 29/06/2022
‘Bouwen en afnemen waar we voor staan’
Hoe gaan we bouwen in de toekomst? Kunnen duurzaamheidseisen op het gebied van energie en materiaal elkaar versterken? Moeten alle circulariteitseisen opgenomen worden in de MPG of is daarnaast een BCI of HNN nodig? Verslag van een paneldiscussie over doorontwikkeling van de MPG op de Provada.
Fotografie: Mandy Aileen/Provada
Over de drie bovenstaande vragen mogen de deelnemers hun licht laten schijnen tijdens deze sessie van het Lente-akkoord 2.0 op de openingsdag van de vastgoedbeurs. Drie-letterige afkortingen, die mogen ze niet zonder toelichting uitspreken - daar maakt moderator van dienst Harm Valk (Nieman RI) direct korte metten mee. Voluit graag, voor het publiek. De MilieuPrestatie Gebouwen, de Bouw Circulariteits Index en Het Nieuwe Normaal – waarvan akte. Al wordt er voor wat betreft de MPG tijdens het uur flink gesmokkeld.
Bouwen in de toekomst
Act Now for a better tomorrow, is dit jaar het thema van de Provada. Wie een rondje maakt over de beursvloer kan denken dat dit betekent: houtbouw. “We hoeven onze klanten daar niet meer warm voor te maken”, zal panellid en laatste spreker Robert Dalenoort van Syntrus Achmea dan ook zeggen tijdens zijn presentatie. “Ze willen het gewoon.”
Maar met alleen het vervangen van traditionele materialen door materialen met een lagere milieu-impact, zoals hout, blijft een MPG van 0,3 buiten bereik, zo heeft Menno Brouwer (Adviseur Energie & Duurzaamheid, RVO) dan al gezegd. Er is ook een andere manier van kijken naar de bouwsector nodig om verdere stappen te zetten. Bewijs: een studie naar koploperprojecten, waaruit hij een aantal lessen deelt. Die grenswaarde van 0,3 is geadviseerd door het Transitieteam Circulaire Bouw om in te voeren in 2030, als tussendoel richting 2050. Dat zou aanvankelijk 0,5 zijn, maar dat getal komt misschien al sneller als wettelijke verplichting voor woningen op de bouwsector af, per 2025.
Daarvoor moet er nog wel wat worden verbeterd aan het MPG-stelsel, dat is wel duidelijk. Brouwer noemt een aantal ontwerpbeslissingen die nog te weinig invloed hebben op de MPG, zoals losmaakbaar en modulair bouwen, CO2-opslag in biobased materialen en een korte transportafstand (“superrelevant”). Ook op het vlak van installaties en de levensduur daarvan is verbetering mogelijk.
Vóór Brouwer is Geurt Donze van W/E Adviseurs al aan het woord met een inleidende presentatie over de MPG en de wens om integraal te kijken naar de CO2-uitstoot van materialen én energie. “Zodat je deze in balans met elkaar kunt optimaliseren.” Voor het Lente-akkoord 2.0 is W/E Adviseurs aan de slag met een CO2-barometer voor de woningbouw, om te kunnen benchmarken.
Koplopers
Twee koplopers zitten ook in het panel. Projectontwikkelaar Rosa Bos (Ballast Nedam Development) laat projecten zien die ver vooruitlopen op wat de regelgeving nu als minimum vraagt. Zo is er het project Horizons in Amsterdam – “een circulair icoon” – met een houten draagstructuur: de MPG is 0,26, het aandeel biobased materialen 62% en het aandeel materialen dat herbruikbaar is 96%. “Er zit 3000 ton CO2-opslag alléén in dit gebouw.”
Andere schaal, met ook indrukwekkende cijfers: Natuurhuis, een grondgebonden woning. Energiepositief, een MPG van 0,26, een aandeel biobased materialen van 95% en 90 ton CO2-opslag. Door toepassing van prefab strowanden en een kleine installatie met een lucht-luchtwarmtepomp kan Bos “de MPG erg drukken én een comfortabel mooi huis creëren.”
Syntrus Achmea is als investeerder een vooruitstrevende opdrachtgever. “We zijn best wel ver met MPG en circulariteit, maar nog niet ver genoeg”, zegt Robert Dalenoort. Syntrus Achmea stelt voor projecten momenteel 0,65 als MPG-eis, met de vraag om door te rekenen in 0,5. “Om de discussie op gang te brengen.”
De uitdaging wat hem betreft: wie is in de lead? “Wij vragen wel uit, maar krijgen het altijd aangepast terug. Moeten we nu zelf de ambitie hoger leggen, of de markt laten komen? Dat is een kip-ei-verhaal dat elke keer terugkomt. Ik mis de maatschappelijke urgentie ook. Bij energie zie je die urgentie nu wel, maar niet bij MPG en circulariteit. Taxateurs waarderen het ook niet. Dat is wel belangrijk voor de business case en om klanten mee te krijgen.”
Zijn stelling: de ambities op het gebied van circulariteit en materialen zijn niet haalbaar. “Ik zie niet dat de sector in staat is om aankomende regulering van de overheid op dit vlak voor te zijn. Maar ik zou de sector willen uitdagen om dit wél te gaan halen. Om te gaan bouwen en afnemen waar we voor staan. Zodat heel die regulering gewoon niet nodig is.”
Verouderde beeldkwaliteitsplannen
Ballast Nedam Development laat dus al zien wat er kan, maar op de vraag van Harm Valk of de ontwikkelaar wordt uitgedaagd of verrast bij uitvragen antwoordt Rosa Bos dat hierin grote verschillen zitten. In Amsterdam wordt heel veel gevraagd in tenders, in het zuiden des lands heeft de ontwikkelaar van doen met beeldkwaliteitsplannen met “baksteen, dakpannen en geen eisen met betrekking tot duurzaamheid en natuurinclusiviteit, behalve een waterberging. Voor Natuurhuis voeren we veel gesprekken met gemeenten of het überhaupt ergens mag staan.”
Harm Valk trekt een tussentijdse conclusie: “Volgens mij missen we een partij in het Lente-akkoord 2.0: de gemeenten.”
Dat beaamt programmaleider Sander Woertman. “We zijn daar hard mee bezig. Bij de circulaire opgave is de rol van de gemeente veel groter dan bij Lente-akkoord 1.0”, zo ziet hij. Veel lokale overheden zijn nog huiverig als het op industrieel bouwen aan komt. In de Metropoolregio Amsterdam (drie-letterige afkorting MRA), waar de houtbouwambities hoog zijn, lopen koplopers tegen kwesties aan op het gebied van brandveiligheid en bouwplannen die niet binnen stedenbouwkundige kaders passen. “Als je daar nú met koplopers over nadenkt, kan het peloton straks aansluiten en gebruikmaken van die nieuwe afspraken op het gebied van stedenbouw en omgevingsplannen.”
Duurzaamheidseisen energie en materiaal
Kunnen duurzaamheidseisen op het gebied van energie en materiaal elkaar versterken? Met andere woorden: rekenregels, hebben de panelleden daar last of gemak van, wil Harm Valk weten. Geurt Donze heeft daar als adviseur geen last van – “het rekent lekker”- maar kan zich de dilemma’s wel voorstellen. “De klassieker: investeren in pv en op de MPG gestraft worden voor materiaalgebruik, terwijl het netto beschouwd een goede maatregel is.”
Het verweven van de energetische en de materiaaleisen in één indicator die in de Omgevingswet meegaat, is daarom wat hem betreft noodzakelijk.
Rosa Bos ziet graag dat hout en biobased materialen beter in de Nationale Milieudatabase komen te staan. “Je kunt nu een betonnen gebouw neerzetten dat beter scoort dan een houten gebouw.” Daar bovenop komt de CO2-opslag in biobased materialen. “Nu wordt er gerekend alsof we het hout allemaal gaan verbranden na 75 jaar en het beton netjes gaan hergebruiken.”
Menno Brouwer noemt dat CO2-opslag “zeker de aandacht heeft” en wil de opmerking “breder trekken”. “Veel andere scenario’s zitten er ook niet ideaal in. We hebben nu woningen voor 75 jaar in de MPG staan. Kunnen we inschatten wat er over 75 jaar gaat gebeuren met die materialen of niet? Hoe kun je dat dat exact maken?”
MPG, BCI, HNN?
Dan de laatste van de drie vragen. Alle circulariteiteisen in de MPG? Een Bouw Circulariteits Index? Harm Valk: “Of moeten we als sector streven naar Het Nieuwe Normaal: natuurinclusief en biobased. En dat dit zo normaal wordt dat we die regelgeving niet nodig hebben?”
Dalenoort heeft met zijn eerdere stelling al een voorschot genomen. Hij herhaalt: “We moeten gaan bouwen en afnemen wat we vinden dat er moet gebeuren en niet op regulering gaan wachten.”