• Nieuws
  • 28/03/2022

Bouwstromen: bundeling van vraag essentieel

We moeten meer, sneller en beter bouwen. Maar vooral ook haalbaar, betaalbaar en schaalbaar. Bouwstromen kunnen daarbij helpen.

Brede toepassing voor bouwstromen. Dit thema stond centraal in de parallelsessie waarin Atto Harsta van de Bouwcampus, Thomas Wellink van RVO, Peter Worries van woningcorporatie Woonwaard en Dinant Te Brinke van BAM Wonen een presentatie hielden.

Slimmer en sneller bouwen is volgens gespreksleider Maarten Georgius van Aedes het uitgangspunt van de zeven bouwstromen die op zeven plekken in Nederland plaatsvindt. “Via collectief opdrachtgevershap in de vorm van inkoopsamenwerking en samen met de markt moet dit een gewoonte zijn.” Dat vindt Atto Harsta van de Bouwcampus ook. “Iedereen kent circulariteit. We moeten naar die CO2-neutrale bebouwde omgeving in 2050. Maar richting de sector zijn er nog wel wat handreikingen nodig.” In zijn visie is het Nieuwe Normaal 0.2 zo’n handreiking. “Daar zitten die verschillende circulaire componenten goed in om die nieuwe industrieel gebouwde producten ook circulair geproduceerd en gebruikt te krijgen. Als we bouwstromen uitvragen, laten we dan ook het Nieuwe Normaal meenemen als specificatie voor de uitvraag.”

Focus

De focus ligt volgens Harsta op het in de kringloop houden van bouwmaterialen en nieuwe materialen zoveel als mogelijk uit de biologische kringloop halen. Dit is ook geagendeerd in de City Deal, circulair bouwen waarbij een van de werkstromen zich richt op het inzetten van industriële concepten. Harsta benadrukt dat we het vooral moeten hebben over industrieel ontwikkelen en bouwen, en dat is echt iets anders dan fabrieksbouw. “Bij een bouwstroom gaat het over het eerste stuk van de fasering, het inrichten van het RO-proces, wat gaan we uitvragen, welke procedures gaan we doorlopen? Dat traject moeten we veel industriëler en vanuit een digitaliseringsslag gaan vereenvoudigen en versnellen. Als je dat goed doet ontstaat er een aanzienlijke tijdswinst en circulaire kwaliteitswinst.”

De grootste omslag die de sector moet maken is dat we van projectgebonden ontwikkelen naar het projectongebonden inkopen van woningbouwproducten gaan. “Dat vraagt wat van de aanbodzijde die voldoende producten op de markt moet zetten, maar het vraagt ook het nodige van de vraagzijde om dat proces zo in te richten dat het voordelen biedt”, aldus Harsta. En het vraagt volgens hem niet in de laatste plaats ook om een procedurele versnelling. “Een Rijksdienst voor woonconcepten (Rdw) wordt terecht genoemd. De auto wordt industrieel gemaakt en mag overal de weg op. Dat hebben we zo met elkaar afgesproken. Zoiets kun je ook voor woningen optuigen.”

Buyer Group

Thomas Wellink, senior adviseur bij RVO, houdt zich bezig om binnen de Buyer Group circulaire nieuwbouwwoningen tot een betere uitvraag te komen. “Er ligt een enorme opgave. Je hebt immers te maken met een flink woningbouwvraagstuk. Het vertrekpunt is dat circulair bouwen de norm is. Dat vraagt echter een andere manier van denken en werken binnen organisaties en samenwerkingspartners.”

In Noord-Holland hebben acht woningcorporaties de krachten in een bouwstroom gebundeld (NH Bouwstroom). De gezamenlijke ambitie is om jaarlijks 750 betaalbare, circulaire huurwoningen met een lage total cost of ownership te realiseren. “Binnen de Buyer Group hebben we nu een marktvisie en strategie ontwikkeld om circulariteit in de uitvraag voor nieuwbouwwoningen in te bedden. Uiteindelijk moet circulair bouwen de normzijn .” De marktvisie stoelt op drie pijlers, verantwoord, toekomstbestendig en waardecreatie. “Dit moet”, benadrukt Wellink, “uiteindelijk een vast onderdeel van de bedrijfsvoeringzijn .”

Hoogwaardig

Peter Worries, ontwikkelaar bij de woningcorporatie Woonwaard, is betrokken bij zowel de Buyer Group als NH Bouwstroom. Bij Woonwaard is hij onder andere bezig geweest met de ontwikkeling van 130 circulaire appartementen in twee lagen van CLT. “Hoogwaardige en duurzame studio’s waar Welstand aanvankelijk de nodige scepsis bij had. De commissie vroeg of er geen steenstrips tegen de gevel konden.” Het geeft volgens Worries aan hoe je tegen nieuwe ontwikkelingen aankijkt. “We moeten echt op verschillende niveaus nadenken over kansen die circulair en conceptueel bouwen kunnen bieden.”

Op dat vlak is er in zijn ogen met NH Bouwstroom nu wel een flinke stap gezet.

“We hebben de uitvraag gedaan en dertig marktpartijen hebben daarop gereageerd. We zitten nu in fase 3 en gaan van dertig naar zes partijen”, legt hij uit. “De vraag richt zich op flexwoningen, grondgebonden woningen en appartementen. Uiteindelijk selecteren we telkens twee partijen om 750 woningen per jaar te produceren.” Volgens Worries bieden de corporaties hiermee continuïteit. Immers, vijf jaar lang gaan de geselecteerde partijen 750 woningen produceren. “Je biedt als sector de mogelijkheid om in concepten te investeren en de producten te verbeteren.” En volgens Atto Harsta de cruciale randvoorwaarde continuïteit en >80%capaciteitsbezetting bij industriële productie te realiseren en daarmee uiteindelijk ook woningen betaalbaar te kunnen waarmaken

Continuïteit

Die continuïteit is volgens Dinant te Brinke, bestuursvoorzitter BAM Wonen, voor de markt van belang. BAM Wonen is al jaren actief met conceptontwikkeling en bezig hiervoor een fabriek te bouwen. “Maar om een fabriek haalbaar te maken moet je opschalen. Ik ben dan ook blij met de bundeling van de vraag bij corporaties.”

BAM Wonen is betrokken bij de bouwstroom in het Stedelijk Gebied Eindhoven. Jaarlijks gaan dertien corporaties 200 tot 250 gestandaardiseerde sociale huurwoningen afnemen. Volgens Te Brinke zijn gestandaardiseerde producten ook het antwoord op de grote maatschappelijke opgaves die er liggen. “Dan hebben we het behalve de woningaantallen die nodig zijn over klimaatadaptatie, stikstofdiscussie en betaalbaarheid ook over het produceren van toekomstbestendige producten.”

Wel plaatst hij als kanttekening dat een versnelling van het ruimtelijke ordeningsproces hard nodig is. “Daar is heel veel winst te behalen. Waarom moet een gemeente voor een vergunning telkens opnieuw naar het product kijken als er al veel eenheid is? Feitelijk hoeft een gemeente alleen maar naar afwijkingen te kijken en Welstand naar de omgeving.”

Leefbare woonwijken

Fred Schoorl, directeur van de BNA, vraagt zich aan het einde van de parallelsessie af of dit alles nu leidt tot leefbare woonwijken of tot circulaire woonproducten? “Het zou vervelend zijn als het alleen maar gericht is om ervoor te zorgen dat fabrieken productie moeten maken. We moeten daarmee niet de afbraakwijken van de toekomst gaan maken”, aldus Schoorl. Te Brinke brengt de grote mate van diversiteit van woonproducten naar voren. “Daarmee kun je ook veel meer inspelen op de woonwensen van bewoners. Ik denk dus”, benadrukt hij, “dat het juist bijdraagt aan nóg mooiere producten en nóg meer leefbaarheid in de wijk.”

Atto Harsta voegt daaraan toe dat door de volledig parametrisch inrichting van het ontwikkel-, ontwerp- en realisatieproces je veel meer ontwerpexercities kunt doen. “En dat helpt enorm in het participatieproces en het creëren van draagvlak in de buurt. Daarbij komt dat als woningen goedkoper zijn, het geld naar het verbeteren van de leefomgeving kan gaan.” Peter Worries van Woonwaard: “De kwaliteit van de leefomgeving en leefbaarheid staat altijd centraal. Daarin maakt of je nu traditionele woningen of conceptmatige woningen bouwt geen verschil. We moeten vooral kijken naar wát we doen en op welke plekken we dat doen.”

Samen optrekken

Volgens Schoorl is het belangrijk dat bouwers, corporaties en anderen aan de voorkant samen optrekken. “Dan kun je met elkaar een beter product maken. Dan helpt van alles, van parametrisch tot het gesprek met de bewoner. In die breedte moeten we ook duurzame woningbouw plegen in plaats van stukken afkappen om te kunnen versnellen. Want dan wordt besparen bezuren.”

Gespreksleider Maarten Georgius vindt dat de hartenkreet van de BNA-directeur wel een vervolg moet krijgen. “We nemen dat mee samen met de oproep aan gemeenten om mee te doen met het Lente-akkoord door in ruimtelijke ordening-procedures en welstand conceptuele bouwstromen te faciliteren.”