• Nieuws
  • 05/12/2022

Eerste resultaten Lente-akkoord Themagroep Consumentenwaardering Houtbouw

“Hout doet iets met de psyche”, stelt Peter Kuindersma van INGENII. Op verzoek van de themagroep consumentenbeleving deed hij de deskresearch voor een grootschalig belevingsonderzoek.

112 LR Lente akkoord event 23 11 22

Hout in het zicht voelt comfortabel en verhoogt in werkruimtes de productiviteit. Maar er mag niet te veel hout zichtbaar zijn want daarvan neemt de hartslag toe en de hersenactiviteit af. Kortom: “Hout doet iets met de psyche”, stelt Peter Kuindersma van INGENII. Tijdens een sessie op de Platformbijeenkomst van het Lente-akkoord Circulair Industrieel Bouwen presenteerde hij de eerste resultaten in het kader van de themagroep Consumentenwaardering Houtbouw. Op dit moment loopt een grootschalige enquête onder woonconsumenten. Ter voorbereiding verzamelden de deelnemers aan de themagroep internationale onderzoeken naar woonwensen en -ervaringen in houten woningen. Kuindersma vatte de meest relevante conclusies samen. Deze zullen Q1 2023 worden gepubliceerd in een white paper. Tijdens de sessie kwam veel aan de orde, ook hoe de toekomst eruit ziet voor houtbouw. Vanuit de zaal kwamen goed onderbouwde reacties: “Ik maak mij voor de lange termijn zorgen over de toenemende populariteit van hout.”

Sander Woertman trapt de sessie af door aan te geven dat consumentenbeleving door verschillende houtbouwers als belangrijk thema is aangedragen. “Voor wie doe je het, wat is de beleving van houtbouw? We moeten de kennis daarover professionaliseren. Daar is deze themagroep consumentenbelevig houtbouw voor.” Om de centrale vraag ‘Hoe denkt de (potentiële) consument over wonen in een houten woning’ boven water te krijgen wordt nu een grootschalig onderzoek gedaan. Zo staat er onder andere een enquête met zo’n zeshonderd respondenten op het programma. Als onderdeel van dit onderzoek, dat volgend jaar uitmondt in een whitepaper cq kennispaper, heeft Peter Kuindersma de nodige deskresearch gedaan.

31 onderzoeken

In totaal heeft hij zich door niet minder dan 31 onderzoeken geworsteld. Het doorwroeten van deze onderzoeken om de consumentenbeleving boven water te halen bleek geen sinecure.“De consumentenbeleving ten aanzien van houtbouw ligt niet op een presenteerblaadje. Feit is dat mensen een beslissing baseren op wat ze in het verleden hebben waargenomen. Als ergens een huis is afgebrand, dan is de perceptie ‘dat zal wel houtbouw zijn’. Uit onderzoeken blijkt dat dit soort waarnemingen heel belangrijk zijn. Die sla je op en neem je mee als je moet beslissen wel of geen houtbouw, als die consument die keuze kan maken.”

Wat het brein met je kan doen legt hij vervolgens uit met een anekdote over zijn bezoek aan de een CLT-huurwoning. “Een prachtige woning. Het rook er heerlijk naar hout; ik was gelijk helemaal pro. Stikjaloers op de huurders van deze woning. Totdat ik ging zitten en een koude tocht in mijn nek voelde. Het bleek de combinatie van een lage temperatuur vloerverwarming én het ventilatierooster in de gevel te zijn. Dat heeft niets met de houten woning te maken, maar de consument die dat niet weet haakt direct af. Die bestempelt een houten huis voortaan als oncomfortabel.”

Positieve effect

Kuindersma benadrukt dat er in de loop der tijd al heel veel is onderzocht op het gebied van hout. De conclusies gaan volgens hem alle kanten op. “Van het positieve effect op patiënten tot een toename van productiviteit van medewerkers in een omgeving van hout of met veel hout.” Belangrijke ‘wist-je-datjes’ zijn volgens hem dat circa dertig procent van de consumenten een biobased woning ziet als een gezondere woning om in te wonen. “Maar ook dat veertig procent niet bereid is om meer te betalen voor biobased producten.” Het is een feit dat Sander Woertman doet opmerken: “Dat is toch goed nieuws, Peter. Dat betekent toch dat zestig procent wel bereid is om er meer voor te betalen?” Uit de onderzoeken blijkt dat hout voor een betere en stabielere lucht- en vochtcirculatie zorgt. “Maar dat doet hout alleen als het heel weinig bedekt is. Dat komt goed uit want hout wordt als heel warm en comfortabel ervaren. Het verhoogt ook de arbeidsproductiviteit. Maar het moet weer niet te veel zijn”, waarschuwt hij. “Is namelijk meer dan vijftig procent van het hout in de ruimte zichtbaar, dan neemt de hartslag toe en de hersenactiviteit af. Zoals ik zojuist al aangaf doet hout iets met de psyche.”

Conclusies

De deskresearch van Kuindersma leidt tot een aantal voorlopige conclusies. Zo zijn er veel mythes over houtbouw maar evenzoveel ontkrachtingen daarvan. “Denk hierbij aan houtbouw is altijd brandonveilig tegenover houtbouw is brandveilig.” Verder blijkt milieu en milieubewust bouwen niet de enige driver om te kiezen voor houtbouw. “Gelukkig zien we ook dat mensen weten dat houtbouw gezonder is. Alleen is dat percentage nog vrij laag. Over het algemeen denkt men bij houtbouw aan milieubewust bouwen maar vraagt men zich ook wel af of we in Europa of buiten Europa wel voldoende bos hebben. Sommige mensen weten niet eens dat er in Europa dagelijks meer bos bijgroeit dan dat we kappen.” Tijdens de vragenronde aan het einde van de sessie bevestigt Michelle Stede, projectleider hout & circulariteit bij FSC Nederland dit laatste. “Over FSC bos hoef je je geen zorgen te maken. Alleen ligt wel veel druk op het bos. Zo bedreigt door de klimaatverandering een kever, de letterzetter, het vurenhout omdat die de bast van de boom aantast. Dan gaat de boom dood. Dan kan je de boom wel gebruiken, maar als dat massaal gebeurt heb je wel een probleem.”

Een andere conclusie is dat de consument die bewust in een houten woning woont tevreden is. “Maar”, voegt Kuindersma eraan toe, “er is geen één waarheid. Alle onderzoeken die ik heb bekeken zijn allemaal uniek en hebben dus ook unieke resultaten.”

124 LR Lente akkoord event 23 11 22

Aanbevelingen

Houtbouw moet volgens Kuindersma geen doel op zich zijn, maar een middel. ‘We moeten het dus hebben over het doel. Hout is niet op elke plek het beste materiaal, maar ik ben wel een voorstander om het meer in de bouw te zien.” Hij benadrukt in het verlengde daarvan dat men moet uitgaan van de kracht van het hout. “Gezien de onderzoeken moet men bewust een keuze maken over het al dan niet in het zicht brengen van hout. Dit in relatie met techniek én beleving.” Tot slot is kennisdelen op het gebied van geluid en brandveiligheid nodig. “Op dit vlak is er namelijk al veel bekend. Het is belangrijk om die kennis te delen. Ook is er, aldus Kuindersma, meer aandacht nodig voor de effecten van hout op de gezondheid, aandacht voor duurzame houtkap én houtbouw in een natuurlijke omgeving. “Het plantsoen, het park, en de waterberging rond de houten woning ervaren mensen namelijk ook als belangrijk.”

Beleving van geluid

Aan het eind van zijn betoog brengt hij nog een lopend onderzoek naar beleving van geluid van zijn collega, Koen Temmink van Nieman, naar voren. “De beleving van geluid bij een houten vloer en een steenachtige vloer. Beiden voldoen netjes aan het bouwbesluit. Ervaren we het schuiven van de stoel van de buurvrouw bij allebei de vloeren hetzelfde?”, vraagt hij aan de zaal. Het merendeel denkt dat er een verschil is. “En dat klopt”, zegt Kuindersma. “De laag-frequente tonen worden niet meegerekend. Terwijl bij lichtgewicht bouwsystemen, overigens niet alleen hout, we die wel ervaren. We hebben dezelfde getalswaarde, maar toch hoor je het verschil als iemand een basgitaar heeft of met hakken aan over de vloer loopt. Daarom is er een oproep om die lage tonen in de normen mee te nemen. Want we maken ons daar wel zorgen over. Als we heel veel in hout gaan bouwen en we hier geen rekening mee houden, dan ontstaat er in de toekomst wellicht weer zo’n negatief geluid. Dat is zonde en niet nodig.”

Zorgen

In het verlengde daarvan zegt hij naar aanleiding van een vraag vanuit de zaal hierover zich ook zorgen te maken over de toenemende populariteit van houtbouw. “We hebben in het verleden met gevingerlast hout en houten gevelbekledingen veel problemen gehad. . Dat blijft aan hout kleven. Dus ik maak mij wel zorgen over het tempo waarin houtbouw in populariteit toeneemt, hoewel ik dat tempo wel toejuich.”

Publicatie

Eind januari moet de uitslag van de enquête er liggen. In februari half maart verwacht Sander Woertman dat het volledige onderzoek klaar is en publiciteit klaar is.