• Nieuws
  • 31/10/2023

Handen en voeten geven aan losmaakbaar bouwen

Losmaakbaarheid is een belangrijke indicator binnen het raamwerk van Het Nieuwe Normaal (HNN). In een themagroep onderzoekt Lente-akkoord 2.0 hoe losmaakbaarheid kan worden geconcretiseerd in projecten en - in een later stadium - uitgevraagd.

Hoogwaardig hergebruik van elementen in de bouw is makkelijker als je deze zonder hakken of breken los kunt krijgen. Wel klemmen en schroeven. Niet lijmen en kitten. Lijkt eenvoudig, maar de praktijk leert anders. Je wilt immers een woning ook tocht- en waterdicht en brandveilig opleveren. Daarnaast leidt losmaakbaar detailleren vaak ook tot meer materiaalgebruik, wat weer averechts werkt op de milieuprestatie. Er is dringend behoefte aan goede praktijkvoorbeelden, principedetails, en een uniforme taal om losmaakbaarheid meetbaar te maken in de rekenmethodieken. Vervolgens wil het Lente-akkoord kijken hoe losmaakbaarheid een goede plek kan krijgen in het raamwerk van het Nieuwe Normaal.

Wat is losmaakbaarheid?

De losmaakbaarheid van een bouwwerk is de mate waarin het betreffende object in volledige en originele staat demontabel is op een bepaald schaalniveau. Zonder afbreuk te doen aan de functie van het object, de verschillende onderdelen of aansluitende objecten. Doel is dat de bestaande waarde van het object beschermd wordt en/of hoogwaardig hergebruik mogelijk is. Dat gaat dus een stuk verder dan ‘materialen oogsten’. Je kunt materialen immers ook oogsten door te zagen, te frezen of los te breken. Voor alle duidelijkheid: deze vormen van ‘oogsten’ dragen wel bij aan circulair bouwen, maar vallen niet onder de noemer losmaakbaarheid. Losmaakbaar bouwen spaart materialen en energie.

Leidraad losmaakbaar detailleren
Bron: Platform CB’23, ‘Leidraad Losmaakbaar detailleren’ (2023)

Losmaakbaar detailleren

Om losmaakbaarheid in de praktijk verder vorm te geven, werkte Platform CB’23 aan de leidraad ‘Losmaakbaar detailleren’. Op 29 juni 2023 verscheen versie 1.0. Met projecten, praktijkervaringen en voorbeelddetails is de leidraad voer voor architecten, ontwerpers en ontwikkelaars. ISSO en CROW kunnen initiatieven verder brengen door ze te beoordelen en mogelijk te standaardiseren of op te nemen als referentiedetails in handboeken. Peter Kuindersma (Ingenii Bouwinnovatie) gaf een toelichting op de ontwikkeling van deze leidraad.

Geen heilige graal

Losmaakbaarheid is geen heilige graal, zegt Kuindersma en tempert daarmee de hoge verwachting dat losmaakbaar synoniem zou zijn met circulariteit. Soms leidt losmaakbaarheid initieel tot extra materiaalgebruik. Dat wordt op langere termijn goedgemaakt, mits het losmaakbare object inderdaad een tweede (of derde) leven krijgt. En hoe langer iets meegaat, hoe lastiger het de toekomst te voorspellen. Daarnaast kan losmaakbaarheid wel eens strijdig zijn met eisen aan luchtdichtheid of brandveiligheid. Losmaakbaarheid mag daarom geen doel op zich worden. Het doel is het behoud van materiaalvoorraden, milieu en bestaande waarden. Om deze doelen te bereiken moet je objecten kunnen repareren, vervangen, hergebruiken of aanpassen. Losmaakbaarheid kan daaraan bijdragen.

7 layers of Brand Building

10-stappenplan

In de Leidraad is een 10-stappenplan voor losmaakbaar detailleren uitgewerkt. Dat begint met het bepalen van ambitie, strategie en een realistisch doel. De vraag is bijvoorbeeld welke onderdelen je van elkaar moet kunnen losmaken. Je kunt dat op gebouw-, product- en elementniveau bepalen. Als je een gebouw in z’n geheel kunt verplaatsen, hoeven de kozijnen niet meer per se losmaakbaar te zijn. Vervolgens ga je inzoomen. De zes s-lagen gedefinieerd door Stewart Brand bieden een handig denkraam. Sommige objecten veranderen tijdens de levensduur van een gebouw één of meerdere keren van functie en zijn daarom liefst maximaal losmaakbaar. Denk aan de inbouw. Andere objecten veranderen niet of nauwelijks. Denk aan de bodem (site) en fundering (structure). De verschillende lagen hebben een verschillende levensduur. Die moet je daarom van elkaar kunnen losmaken. Daarna kijk je naar de eisen waaraan componenten, bouwdelen en aansluitingen moeten voldoen. De laatste stap is het ontwerpen van losmaakbaarheid in detail.

Voorbeelddetails

In de leidraad ‘Losmaakbaar detailleren’ zijn vijftien voorbeelddetails (12 B&U en 3 GWW) beschreven. Het was de bedoeling veertig voorbeelden op te nemen, zegt Kuindersma, maar die waren in de praktijk niet te vinden. Volgens hem wijst dat erop dat we er nog lang niet zijn. Er wordt veel over losmaakbaarheid getheoretiseerd en er wordt veel gerekend aan losmaakbaarheidsscores, maar meer dan negentig procent van de bouw is nog gestort, gemetseld, verlijmd en gekit. In de praktijk is er nog veel onzekerheid over de initiële kosten in verhouding tot de restwaarde: levert het aan het eind van de rit ook geld (en milieuwinst) op? Er is gebrek aan standaardisatie van details: iedereen vindt z’n eigen wiel uit. En er is gebrek aan borging: hoe borgen we dit op de bouwplaats? Weten we zeker dat we over vijftig jaar de elementen inderdaad losmaken?

Top 40

De Leidraad is een begin. Het is een hulpmiddel om de slag naar de praktijk te maken. Maar er is behoefte aan meer uitgewerkte voorbeelden. Zo heeft Rick Kamphorst (Lister Buildings) op basis van BIM-gegevens een Top 40 van materialen en verbindingen beschreven en voorzien van een score van 1 tot en met 4 variërend van niet tot super losmaakbaar. “Dat helpt om na te denken over de meest impactvolle maatregelen en het helpt in discussies met toeleveranciers en producenten.”

Tools op hoofdlijnen

Tegelijk is er behoefte aan een uniforme taal en een rekenmethode om te bepalen in hoeverre een gebouw losmaakbaar is en welke milieuwinst dat dan oplevert. De methode van Kamphorst is zelf bedacht. Een uniforme taal moet aansluiten bij de EU-regelgeving die er op dit gebied nog aankomt, waarschuwt Dick van Ginkel (TBI WOONlab): “Het is voor de sector van groot belang. We zijn allemaal op zoek naar een methode om nog betere huizen te bouwen, maar we worden gek van de hoeveelheid regelgeving en van alle rekentools die je moet invullen”. Wat nodig is, zijn “tools op hoofdlijnen, gratis beschikbaar en voor de leek invulbaar”, vat Maaike Perenboom (Synchroon) samen.

Het vervolg

Het doel van de themagroep Losmaakbaarheid is tweeledig:

  • Een goed corpus van voorbeelden van losmaakbaarheid beschrijven zodat bouwpartijen daarmee direct stappen kunnen zetten.
  • Als bouwsector vanuit de praktijk aanbevelingen doen voor regelgeving die werkt. Uiteindelijk kan losmaakbaarheid hiermee een duidelijke plek krijgen, bijvoorbeeld binnen het raamwerk van Het Nieuwe Normaal.

Coördinator van deze themagroep Jean Frantzen (DGMR) stelt vast dat de behoefte leeft om beide sporen verder uit te werken. De vraag aan de deelnemers is dan ook om met praktijkvoorbeelden van losmaakbaar detailleren te komen. Hoe zien die eruit? Wat heb je eraan? Wat zijn de lessons learned? Wat kost het en wat levert het op? Het format uit de leidraad kan daarbij behulpzaam zijn. Daarnaast wordt een reflecterende studie voorgesteld waarin deze voorbeelden naast de te verwachten EU-regelgeving worden gelegd. Hoe sluit de praktijk aan op de regelgeving? Waar zien we omissies of tegenstrijdigheden? Als op beide sporen vorderingen zijn geboekt, vindt een volgende bijeenkomst van de themagroep plaats.

Download de Leidraad Losmaakbaar detailleren versie 1.0 (29 juni 2023): https://circulairebouweconomie...