• Nieuws
  • 23/05/2022

Het winnende Natuurhuis is van prefab stropanelen

Een boost voor prefab strobouw in Nederland: Strotec, Architecten |en|en, en Bouwbedrijf Van Herpen zijn gezamenlijk gekozen tot winnaar van de Natuurhuis-competitie van Ballast Nedam Development. Het eerste pilotproject van acht woningen zal in 2023 worden gebouwd. “Het interessante aan biobased producten is, dat je een positieve klimaat-impact kunt maken”, zegt projectontwikkelaar en mede-jurylid Rosa Bos.

Strotec is de Nederlandse importeur van prefab stropanelen van EcoCocon uit Letland. Deze leverancier heeft een compleet wandsysteem met exact op maat gemaakte HSB-stro-elementen.

“De modules die ze maken, zijn echt goed”, zegt Bos. “De panelen zijn tot vijf lagen dragend, ze hebben een uitstekende Rc-waarde en slaan CO2 op. Daarnaast heel belangrijk: alles is gecertificeerd. Een mooi product om mee te bouwen en bovendien industrieel te maken. Daarvoor zijn we gegaan.”

De jury van de Natuurhuis-competitie – naast Bos bestaande uit Helga van Leur (Ambassadeur Klimaat, Duurzaamheid en Gedrag), Jan Willem van de Groep (Kwartiermaker Biobased Bouwen) en Onno Dwars (CEO Ballast Nedam Development) – verkoos Strotec boven drie andere finalisten. Architecten |en|en - samenwerkende partner van Strotec – heeft het winnende ontwerp gemaakt; Bouwbedrijf Van Herpen zal de woningen in Heeze bouwen.

Natuurhuis noordgevel web
Natuurhuis zijgevel2 web
Natuurhuis straatbeeld avond web
Natuurhuis sfeerimpressie2 web
Natuurhuis interieur woonkamer web

Van negatieve naar positieve klimaatimpact

Natuurhuis markeert een logische volgende stap in de ontwikkeling van Ballast Nedam Development. Het bedrijf heeft al vroeg de toon gezet op het gebied van gasloos bouwen en lanceerde in 2021 haar eigen ‘Bouwbesluit’, dat verder gaat dan de minimale duurzaamheidseisen in Nederland. “Energieneutrale – en zelfs energieleverende – woningen bouwen, is voor ons niet meer de grote uitdaging. Dat is de materialentransitie. Als je kijkt naar de milieu-impact van een woning, dan bestaat die enerzijds uit de operationele emissies – het gebruik van het gebouw –, en anderzijds uit de CO2-uitstoot die plaatsvindt vóórdat je die woning überhaupt hebt neergezet: de materiaalgebonden emissies. Het mooie van bouwen met biobased producten is dat de materialen die je gebruikt voorafgaand aan de toepassing CO2 hebben opgeslagen in plaats van CO2 uitgestoten. Daarmee heb je dus de mogelijkheid om een positieve klimaat-impact te maken.”

70 inschrijvingen

Om een slinger te geven aan die ontwikkeling, is het Natuurhuis in het leven geroepen. In december ging de oproep voor een klimaatpositieve rijwoning bereikbaar voor een groot publiek, de wereld in. “Kunnen we een positieve impact maken? De natuur integreren in het huis? Kan het nóg meer biobased? Dat zijn de vragen die we onszelf hebben gesteld. En daarmee ook de markt.”

Er kwamen meer dan 70 inschrijvingen. De voorselectie van 10 partijen leverde uiteindelijk 4 finalisten op. De plannen die zij hebben ingeleverd, zijn door de jury beoordeeld op: (1) Gezond en gelukkig wonen, (2) Materiaalgebonden milieu-impact, (3) Energieprestatie, (4) Natuurinclusiviteit en biodiversiteit, (5) Betaalbaarheid en schaalbaarheid.

Bij de materiaalgebonden emissies is gekeken naar CO2-opslag, MPG en het aandeel biobased materiaal in de woning.

Het winnende ontwerp is voor meer dan 95% biobased. Zo wordt er naast stro een heel scala aan andere biobased materialen toegepast. Daarmee slaat de woning wel 90 ton CO2op. Daarbij is het Natuurhuis energiepositief: de woning produceert meer energie dan deze gebruikt.

Mooi, al die idealen, maar hoe zetten we de volgende stap om het ook betaalbaar te houden?

Betaalbaar en schaalbaar

Over het belang van betaalbaarheid en schaalbaarheid zegt Bos: “Mooi, al die idealen, maar hoe zetten we de volgende stap om het ook betaalbaar te houden? Daar willen we echt voor gaan – en dat zie je ook bij het Lente-akkoord 2.0 terug. Daarom ook de keuze voor een rijwoning. Veel Nederlanders wonen in een rijwoning. Dat moet ook een duurzame woning kunnen zijn, vinden wij. Het Natuurhuis is voor de massa.”

Die betaalbaarheid is volgens Bos “een boeiende uitdaging”. “Het ontwerp dat we nu hebben, is nauwelijks duurder dan een conventionele rijwoning, wanneer we die in beton en baksteen zouden uitvoeren. Tel daar de huidige prijsstijgingen en strenger wordende wetgeving voor circulaire materialen bij op en het Natuurhuis wordt concurrerend ten opzichte van een conventioneel uitgevoerde rijwoning. Het Natuurhuis gaat nog veel verder: het staat symbool voor een nieuwe beweging. We hebben het straks niet uitsluitend meer over de waarde van een woning zelf, maar ook over de toegevoegde maatschappelijke waarde en het tegengaan van verborgen klimaatkosten.”

Zetje in de rug

Wanneer het pilotproject in Heeze slaagt, wil Ballast Nedam Development dit type woning ook in andere projecten toepassen. “Onze afzetmarkt is groot, waardoor schaalvergroting mogelijk is. Deze schaalvergroting biedt zowel aan Strotec als aan ons nieuwe kansen. Dat zetje in de rug zie ik als de verantwoordelijkheid van ons als ontwikkelaar. In onze rol als gebiedsontwikkelaar treden we vaak op als opdrachtgever richting partijen die ons helpen bij het realiseren van wat ons voor ogen staat. We zijn ons dan ook bewust van het feit dat juist wij als marktpartij positieve impact kunnen maken, door te helpen bij de opschaling van de vele innovaties die Nederland rijk is. Daar hebben we allemaal profijt van.”

Certificering biobased producten

Een al genoemd voordeel van de prefab stropanelen, dat bij veel biobased producten nog ontbreekt, is dat certificering is verkregen. “Er zijn heel veel goede materialen op de markt, waarvan toetsing nog moet plaatsvinden”, weet Bos. “Om te kunnen certificeren hebben de bedrijven afzet nodig, maar de afzet van de materialen verloopt moeizaam omdat certificering ontbreekt. Ook staan de materialen vaak niet goed in de Nationale Milieudatabase (NMD). Een kip-ei discussie. In bepaalde projecten kan het een groot voordeel zijn om een biobased materiaal toe te passen, dat nog niet in de NMD staat. Als we als marktpartijen kunnen helpen om door toepassing van deze materialen de noodzakelijke certificering te verkrijgen, creëren we een win-win situatie.”

De overige drie finalisten waren: Studio RAP met ECO+BOUW, ORGA architect met bouwbedrijf Van Dillen en Tala.