- Nieuws
- 16/12/2024
Hoe rekenen we straks aan woningbouwprojecten? Marktpartijen vragen om helderheid en continuïteit
Marktpartijen vragen niet om meer of minder regels, maar om helderheid en continuïteit. Pas als de overheid vasthoudt aan een goed gekozen lange-termijndoel, is het voor marktpartijen zinvol om te investeren. Wees helder. Geen zigzag. Dan komt de boel in beweging. Koplopers zien meer in een duidelijk tijdpad naar integrale CO2-sturing dan in stoer doen tegen regeldruk. Dennis Strijards (Heijmans), Marcel de Ruijter (Van Wonen), Dirk Breedveld (Ministerie van VRO) en David Anink (W/E Adviseurs) geven een beeld van een bewegend speelveld.
4 december Lente-akkoord Platformbijeenkomst, Naturalis Leiden, deelsessie 1
2040 is morgen al
De eerder aangekondigde aanscherping van de MPG per 1 juli 2025 is van de baan. Volgens Mona Keijzer zou dat een versnelling van de bouwproductie in de weg staan. Koplopers in de markt denken daar anders over. “Wij focussen op CO2-reductie”, zegt Dennis Strijards van Heijmans: “Ons doel is een halvering in 2030 en netto zero in 2040.” Dat is voor ontwikkelaars morgen, vult Marcel de Ruijter van Van Wonen aan: “Als ontwikkelaar ben je ook opdrachtgever. Wij moeten daarom nu al de juiste stappen zetten richting CO2-neutrale woningbouw in 2040. Het zou daarvoor helpend zijn als de samenleving meedenkt over een gelijk speelveld en als de lat steeds hoger wordt gelegd.”
Steeds meer afkortingen
Mona Keijzer neemt met het programma STOER de snoeischaar ter hand om regeldruk te beperken. Voorlopig wordt de lat dus even níet hoger gelegd. Tegelijk leidt de wens om op duurzaamheid te sturen echter tot steeds meer indicatoren en afkortingen: MPG, (B)ENG, QCI, ESPR, CPR, Levels, EPBD en WLC. Dirk Breedveld (ministerie van VRO): “We moeten oppassen dat de regels niet te verwarrend worden voor de sector. Spreek één taal en stel landelijk uniforme eisen.” De Ruijter vult daarbij aan: “We moeten kijken hoe we de bestaande regels beter en meer stuurbaar kunnen maken. Hoe kunnen we de nationale regels verweven met de Europese ontwikkeling van de WLC?”
Whole Life Carbon
WLC staat voor Whole Life Carbon en de WLC-benadering wordt de Europese standaard. Het komt voort uit de Green Deal en het overkoepelende EU-klimaatdoel: klimaatneutraal in 2050. Dirk Breedveld toont een tijdpad. In 2027 moet de WLC-bepalingsmethode zijn vastgesteld en moet iedere lidstaat een nationale roadmap bij de Europese Commissie inleveren waarin staat hoe de WLC wordt geïmplementeerd. In 2028 wordt de WLC in nationale wetgeving vastgelegd; in Nederland dus in het Besluit bouwwerken leefomgeving. In 2030 volgen prestatie-eisen voor alle gebouwen. Gaat Nederland dat doen? Breedveld: “De minister wil geen kop op Europese regels zetten, maar zal het Europese beleid volgen.”
Verschillen en overeenkomsten
Het tijdpad is kort en dwingend, maar de WLC is niet veel meer dan een ‘verbijzondering’ van de MPG waar we in Nederland inmiddels mee bekend zijn, zegt Breedveld. Beide stelsels gaan uit van een Life Cycle Analysis (LCA)-benadering, beide stelsels maken gebruik van een databank met milieugegevens en voor beide stelsels moet je detailgegevens van materialen en producten in een rekentool invoeren. De scope is op onderdelen wel verschillend.
Het grootste verschil tussen beide stelsels is dat de WLC de CO2-uitstoot van gebouwen tot en met de sloopfase (A t/m C) berekent. De MPG verrekent ook de (mogelijk positieve) gevolgen in de hergebruiksfase (D). Verder berekent de WLC ook de CO2-uitstoot als gevolg van energiegebruik in de exploitatiefase (B6). De MPG kijkt alleen naar materialen omdat energie al is genormeerd door BENG. Nog een verschil: de WLC kijkt naar effecten op klimaat terwijl de MPG ook andere milieueffecten meetelt. Breedveld: “De stap naar WLC hoeft niet groot te zijn. Het lastigste punt is de vraag aan welke eisen je in 2030 moet voldoen. Ik verwacht niet dat Nederland een CO2-eis gaat stellen die sterk afwijkt van het deel dat op dat moment al in de MPG zit.”
Jaloers op Nederland
David Anink (W/E Adviseurs) bevestigt dat de WLC en de MPG meer op elkaar lijken dan je zou denken. In het licht van de Europese ontwikkelingen is het daarom een voordeel dat Nederland met de MPG al een stevige basis heeft voor het bepalen van de WLC. Ook al wordt er regelmatig op het MPG-stelsel gemopperd en zijn er zeker nog verbeterpunten: “Internationaal wordt er jaloers naar Nederland gekeken.” Veel van de indicatoren zijn allemaal te bepalen met één enkele milieuprestatieberekening. Het draait vooral om de scope, die op drie ‘assen’ te variëren is, zegt Anink: “Wel of geen integrale score, alleen klimaat of alle milieueffecten en korte termijn of de hele levenscyclus.”
Hoe gaan we nu sturen?
Anink is warm pleitbezorger van de MPG: “Ooit is voor de MPG gekozen omdat deze methode de afwenteling van milieueffecten naar later en elders voorkomt. Bovendien is het in Nederland dé manier waarop het borgen van de duurzaamheid van gebouwen wettelijk is geregeld. Daar komt nog bij, dat de MPG, samen met BENG alle inzichten levert die straks nodig zijn om tot een WLC-berekening te komen.” Anink hekelt het gemak waarmee geroepen wordt ‘Het MPG-stelsel werkt niet, laat maar zitten, wij doen wel CO2’: “Dan vergeet je dat ook voor ‘CO2’ een stelsel nodig hebt met bepalingsmethode, database en afspraken. Als iedereen gaat shoppen zijn we verder van huis. Laten we ons dus met z’n allen achter één nationaal, en hopelijk ooit Europees, systeem scharen en gezamenlijk werken aan vervolmaking van het MPG-stelsel!”
Niet perfect
Dat het MPG-stelsel nog niet perfect is, klopt. Deels gaat het daarbij om het stelsel zelf, maar minstens zo belangrijk zijn de interpretatieruimte bij de invoer en de gebrekkige toetsing. Hier is een forse verbeterslag nodig. Dan kan de MPG een serieuze plek krijgen om het level playing field te borgen. En het uitstel van de MPG-aanscherping? Anink: “De huidige MPG-eis is nu te makkelijk te halen. Om toch te sturen richting duurzame nieuwbouw gaan partijen scherpere of aanvullende eisen stellen. Dat zie je nu al gebeuren. Het gevolg is dat er lokale verschillen ontstaan. En die hebben een negatieve invloed op de woningproductie; iets wat de minister nu juist wil voorkomen.”
Nog een indicator?
Vanwege de omvang en urgentie van het klimaatprobleem is het wenselijk dat er juist een extra impuls komt voor CO2-reductie op de korte termijn, betoogt Anink: “Het is zinvol om naast de MPG ook de Quick Carbon Indicator (QCI) in te zetten.” De QCI is een indicator voor de integrale CO2-emissie, maar heeft alleen betrekking op fase A van de levenscyclus van een gebouw (productie en constructie). De getallen om deze indicator te berekenen, zijn al bekend, want die komen uit de invoer voor de MPG. Anink: “De MPG én de QCI zijn geschikt om heel gericht te sturen op de milieu-impact van nieuwbouw.”