• Nieuws
  • 11/05/2022

Houtbouwbranche wil meer ervaring en best practices delen

Afgelopen maart bespraken 20 deelnemers uit verschillende branches de belangrijkste onderwerpen en obstakels waar houtbouw momenteel mee te maken heeft.

Afgelopen maart vond de 2e bijeenkomst van de themagroep Houtbouw van het Lente-akkoord 2.0 Circulair Industrieel Bouwen plaats. 20 deelnemers uit verschillende branches spraken er over de belangrijkste onderwerpen en obstakels waar houtbouw momenteel mee te maken heeft. Onder andere betaalbaarheid, TCO, geluid- en brandveiligheidseisen, capaciteit, meerlaagse houtbouw en de MPG kwamen aan bod. Hier delen we de belangrijkste bevindingen.

Houtbouw kan zich op een toenemende belangstelling verheugen, zoveel is duidelijk. Ook onder corporaties neemt de interesse in houtbouw toe. Bas de Regt van de Brabantse woningbouwcorporatie Alwel merkt echter al aan het begin van de meeting op dat de hogere kosten van houtbouw binnen zijn organisatie vaak een struikelblok vormen. “Ook op het gebied van onderhoud is er nog veel onbekend over de total cost of ownership (TCO).” Hij oogst bijval van Dick van Ginkel van TBI. “Wij hebben een aantal houten producten en daarover krijg ik van meerdere corporaties de vraag wat de TCO is. Men wil ook weten hoe hoog of laag die is in vergelijking met traditionele bouw.”

Verder kijken

De Regt: “Bij Alwel hebben we het gevoel dat houtbouw alleen te realiseren is wanneer je verder kijkt dan de investeringskosten. Zonder een TCO-berekening krijg je het nooit intern verantwoord.”

“Maar natuurlijk moet je verder kijken dan investeringskosten alleen”, zegt Bas Sievers van de Helmondse corporatie Woonpartners. “Houtbouw is inderdaad duurder. In geld. Maar we zijn het ondertussen toch wel eens dat we juist voor hout- of biobased bouwen moeten kiezen omdat we veel grotere problemen hebben? Je moet dus ook CO2- en stikstofuitstoot, gezondheid, binnenklimaat en circulariteit meewegen in je beslissing. Vergelijken met traditionele bouw is zinloos, want houtbouw is niet traditioneel. We moeten de nadruk juist veel meer leggen op bouwen voor de toekomst, op klimaat, op circulariteit en gezondheid.”

“Ga er niet vanuit dat houtbouw voorlopig de winstpakker wordt”, zegt Van Ginkel. “Maar het is wel belangrijk om er nu al veel ervaring mee op te doen.”

Onbekend maakt onbemind

En dat is dan ook prima mogelijk, beweert Wim Smit van verzekeraar Achmea. “Onze klanten, pensioenfondsen, zijn meer en meer bereid om te investeren in houtbouw. Houtbouw lijkt mij momenteel vooral duurder vanwege de onbekendheid van het materiaal. Verzekeraars eisen bijvoorbeeld strengere maatregelen tegen brand, terwijl dat eigenlijk helemaal niet nodig is. Vooral bij hoogbouw zijn verzekeraars erg terughoudend.”

De Regt laat weten dat veel corporaties in dit stadium best bereid zijn om een wat grotere onrendabele top te accepteren. “We zijn er echter ook van overtuigd dat in een vijftigjaars-perspectief een investering in houtbouw beter uitpakt.”

Geluid

Een ander struikelblok is de vermeende gehorigheid in houten gebouwen. Peter Kuidersma van Ingenii Bouwinnnovatie licht daarover een onderzoeksvoorstel toe. Hij constateert dat houtbouwprojecten in veel gevallen net wel of net niet voldoen aan geluidseisen, maar vooral dat geluid in houten gebouwen anders wordt beleefd dan in gebouwen van staal en beton. “Daar zit de uitdaging voor de toekomst”, stelt hij. “Wij raden bouwers daarom nu al aan om meer te doen dan het Bouwbesluit voorschrijft. Bouw meer marge in en let daarbij vooral op de laagfrequente geluiden. In de huidige bouwregels wordt nog teveel gekeken naar traditionele gebouwen met dikke en massieve vloeren.”

Jan-Willem Burggraaf van Amvest laat weten blij te zijn met het onderzoek. “Ook wij hebben ervaring met gehorigheid in houten woningen. Uit een Db-test bleek dat het allemaal prima binnen de gestelde normen bleef, maar de beleving was anders. Ik merk dat er op dit moment nog te weinig documentatie beschikbaar is over hoe je dat kunt oplossen. Wij juichen een vervolgonderzoek naar oplossingen voor laagfrequente geluiden dus toe. Want het kan vanuit duurzaamheidsperspectief niet de bedoeling zijn dat we vloeren dan maar weer dikker gaan maken.”

NEPROM-directeur Jan Fokkema vraagt zich daarop af hoe de branche kan voorkomen dat het voor de verkeerde oplossingen kiest. Van Ginkel gelooft vooral in goede voorlichting en educatie. “Leg uit dat de beleving van geluid in een houten gebouw anders is. Doe je dat niet, dan kun je deze woningen over tien jaar weer slopen.” Kuindersma beaamt het. “Wanneer je bewoners erop wijst dat ze in een heel gezond, veilig en duurzaam huis wonen, zullen ze geluid anders beleven. En zich zelfs anders gaan gedragen, helemaal wanneer ze hun buren goed kennen. Dat zijn misschien softe tools, maar ze zijn wel heel belangrijk.”

Wim Smit van Achmea benadrukt juist dat bouwers geen concessies zouden moeten doen. “Een houten vloer dikker maken met een zandcement dekvloer is niet duurzaam, maar er zijn ook andere oplossingen. Zand bijvoorbeeld. Dat kun je er in de toekomst ook gewoon weer uithalen. Ik denk dat ik voor de hele groep spreek als ik zeg dat vervolgonderzoek gewenst is.”

Houten hoogbouw

De themagroep spreekt vervolgens over meerlaagse houten gebouwen van 6 verdiepingen of meer. Peter Mikkers van bouwbedrijf De Nijs vertelt de andere aanwezigen over meerdere woontorens in houtbouw die de aannemer in Heerhugowaard neerzet. Het hoogste gebouw daar telt 13 verdiepingen. “Grootste uitdaging waren daar de badkamers. Omdat houtbouw zoveel sneller gaat dan betonbouw konden de installateurs het tempo amper bijbenen. Om die reden hebben we prefab badkamers ontwikkeld die direct worden meegehesen. Die zijn keurig op tegelmaat afgewerkt zodat je ook bijna geen afval meer hebt. Tijdens de bouw houden we trouwens een logboek bij waarin we bijhouden wat we leren. Ik ben best bereid om dat logboek met de rest van de branche te delen.”

Bas Sievers juicht dat toe. “Als opdrachtgever ben ik namelijk op zoek naar producten die ik snel kan inkopen en realiseren. Als ik een nieuwe auto koop, weet ik dat alles daaraan klopt. Dat vertrouwen heb ik nog niet bij houtbouw. Maar juist omdat we nog aan het begin staan moeten we nu samen heel veel vastleggen. Ook op het gebied van procedures.”

Marcel van der Werf van ontwikkelaars BPD suit zich bij Sievers aan en laat weten dat hij behoefte heeft aan een centrale plek waar hij de verschillende bestaande houtbouwconcepten kan bekijken. “Een plek waar aanbieders van die concepten de laatste informatie delen zodat die altijd up-to-date is. Informatie over hoogbouw van meer dan 6 verdiepingen is nu nog zeer schaars.”

Fokkema zegt daarop toe een whitepaper over meerlaagse houtbouw te gaan ontwikkelen die te zijner tijd via deze website beschikbaar is. “Maar ik voel ook wel voor een aparte bijeenkomst waar bouwers de verschillende concepten die er al zijn kunnen toelichten. Ook dat kunnen we faciliteren.”