- Nieuws
- 28/01/2025
Houten Flow-woning van BAM: één product, grote flexibiliteit
Duurzaam, sneller en betaalbaar. Dat zijn de pijlers van de houten Flow-woning van BAM, waarin de bouwer 3D en 2D elementen combineert. Lente-akkoord bezocht de eerste gerealiseerde woningen in Cruquius.

"In de houten constructie van deze woning is 11.000 kg CO2 opgeslagen."
Dat is te lezen op een banner aan de kopgevel van een rijwoning in het wijkje Wickevoort in Cruquius. De 35 huizen die BAM Wonen hier in totaal bouwde zien er van buiten traditioneel uit, maar schijn bedriegt: 13 ervan zijn niet uitgevoerd in beton en metselwerk.
In hout dus, aan de buitenkant afgewerkt met minerale steenstrips. Het zijn de eerste gerealiseerde woningen van het houtbouwconcept Flow. Lente-akkoord is er donderdagmiddag 16 januari op bezoek voor een bezichtiging van de modelwoning.
Binnen is dat hout zichtbaar. Niet op de plafonds en de wanden: daar heeft de bouwer gipsplaten plus stucwerk aangebracht om de bekende uitdagingen brand en geluid te tackelen. Wel rond en in de trapopgang: een module gebouwd met CLT, zo hebben de deelnemers aan de excursie dan al gehoord.


Van grijs naar groen
De zoektocht naar een duurzamer woningconcept begint bij BAM een aantal jaar terug met de vraag hoe het bestaande tunnelbekistingsysteem optimaler kan. In plaats van een optimaliseringsslag gaat het roer radicaal om, zo legt Wout van der Waal (commercieel directeur bij BAM Wonen) uit in zijn presentatie in Theehuis Cruquius voorafgaand aan de rondleiding. Hout als bouwmateriaal wordt de focus. Doel: in 2030 de duurzaamste bouwer van Nederland zijn.
De urgentie om duurzaam te bouwen en vraag vanuit de markt helpen bij die beslissing. Plus: de gemiddelde leeftijd van de bouwplaatsmedewerkers. “Die is relatief hoog: bij ons boven de 50 jaar. Mensen op de ouderwetse manier laten werken, dat gaat bijna niet meer. Traditioneel bouwen is een nichemarkt aan het worden. Tijd om te industrialiseren!”

Constructieve kern
En hoe: achter Flow zit een uitgekiend prefab houtbouwproces dat 2D en 3D elementen combineert. De kern van iedere woning omvat een aantal modulaire componenten: een prefab meterkast, een prefab trapmodule met daarin opgenomen een verticale leidingschacht, een prefab badkamer (in drie mogelijke afmetingen) en een installatiemodule die bovenop de trap op zolder staat.
Deze constructieve kern van CLT-modules kan naar voren en achteren schuiven, maar is een vast gegeven. De woning eromheen is volledig flexibel wat betreft maatvoering en indeling. Niet op een stramien van 30 cm zoals gebruikelijk, maar per centimeter. “Er is een vrije indeelbaarheid van gevels doordat alles in de kern is opgelost”, zegt Van der Waal. Groot voordeel: je kunt elke beschikbare centimeter binnen het stedenbouwkundig plan benutten.
Wand-, vloer- en kapelementen van de Flow-woning zijn van houtskeletbouw gevuld met cellulose isolatie, de fundering en begane grondvloer van beton.

File to factory
Eva Vergauwen, directeur industrialisatie bij BAM Woodconcepts, legt uit hoe Flow is geworden wat het is. De bouwer wilde één product ontwikkelen om verschillende doelgroepen te kunnen bedienen en vanuit één fabriek te kunnen produceren. “Vandaar dat we zijn gaan zoeken hoe we betaalbaar tóch grote flexibiliteit kunnen bieden. Om zowel twee-kappers voor bijvoorbeeld onze gebiedsontwikkelaar AM te kunnen bouwen, maar ook huurwoningen voor woningcorporaties. Daarom de combinatie van 3D en 2D modules. We zijn niet met catalogusproducten aan de slag.”
De eerste projecten in Cruquius, Doetinchem, Barendrecht, Sliedrecht, Utrecht, Leeuwarden, Terneuzen en Veenendaal die op het scherm voorbijkomen, laten die verscheidenheid zien. Plat dak, zadeldak, dwarskappen – het is allemaal mogelijk. Geen gevel die er hetzelfde uitziet.
Productie vindt plaats in de fabriek in Oudkarspel en – woningscheidende wanden, binnenwanden, vloeren en stabiliteitsframes – in Heerhugowaard. Robotisering maakt dat productieproces sneller en minder arbeidsintensief.
De crux hierin: BAM kan file to factory produceren. Dat houdt in dat keuzes van opdrachtgevers en kopersopties efficiënt en zonder allerlei werkvoorbereidingslagen doorgezet kunnen worden naar de productiemachines.
De software die de bouwer hiervoor gebruikt kent de ‘spelregels’ van Flow. Het materialenpaspoort, BENG-berekeningen, daglicht-berekeningen – dat kan in de toekomst allemaal met een druk op de knop eruit rollen. Dat geldt ook voor de assemblagevolgorde van de bouwelementen.
In de fabriek is de productie van de woningen uitgekiend op 20 minuten per werkstation. BAM kan 5 woningen per dag produceren. Een woning gaat op 3 à 4 vrachtwagens naar de bouwplaats en wordt daar in één dag gemonteerd.
De vierkante meterprijs is vergelijkbaar met het betonconcept, zegt Vergauwen desgevraagd. Zij verwacht dat BAM binnen twee à drie jaar geen betonnen woningen meer bouwt, maar enkel nog houten Flow-woningen. “En we zullen steeds meer inzetten op houten appartementengebouwen. Mid Rise is momenteel in ontwikkeling.”

All electric installaties
BAM kiest bij dit concept voor all electric installaties: elektrische radiatoren voor verwarming en een elektrische boiler voor warm tapwater. Een ventilatiesysteem met wtw zorgt voor verse binnenlucht, 6 tot 9 pv-panelen op het dak wekken stroom op.
Over deze keuze komen tijdens de presentatie de meeste vragen. Gaat dat goed met de energierekening van de bewoners? Met volledig elektrisch kan je naar passiefconcepten gaan, mits je daarop goed ontwerpt, maar is dat dan niet ongunstig voor de MPG omdat je meer materiaal gebruikt? Hierover bestaan verschillende visies die naast elkaar staan, is een constatering.
BAM Wonen-directeur Tom Jongen haakt er aan het einde van de presentatie op in met de opmerking dat BENG en de MPG erg zijn gestoeld op betonnen woningen. “Met een elektrisch kacheltje worden onze Flow-woningen al aangenaam. Het accumulerend vermogen van een houten woning is heel anders dan dat van een betonnen woning. Wij zijn ervan overtuigd dat dit concept heel goed past, maar het probleem is dat het niet lekker matcht met de bestaande regelgeving. Bij nieuwe ontwikkelingen moet het systeem wel meebewegen.”
Met ‘het systeem’ bedoelt hij de regelgeving, maar ook de welstandseisen, verduidelijkt hij. “Alles is gestoeld op wat we voorheen deden.”
Vanuit het perspectief van de bewoner heeft de bouwer de goede keuzes gemaakt, besluit Jongen. “Beeldend: een warmtepomp in deze houten woning is alsof je een vrachtwagenmotor in een Mini Cooper zet. Je hebt dan veel vermogen, maar ga je het gebruiken?”