- Nieuws
- 07/03/2024
Industriële badkamers van Portisa, doel: meer dan 80 procent circulair
Welke milieuwinst valt te verwachten van industrieel bouwen? En hoe vertaalt deze winst zich in de huidige rekenstandaarden zoals de MPG? Wat is er nog nodig? Komende weken legt Lente-akkoord deze vragen voor aan partijen die al bezig zijn. Deze keer het woord aan Portisa: specialist in prefab badkamers.
Cirulair én industrieel bouwen gaan komende jaren flink opschalen. Beide ontwikkelingen kunnen elkaar flink aanjagen: circulair en dus lichter en losmaakbaar bouwen past in een industrieel proces en omgekeerd zorgt industrieel bouwen voor minder afval. Om maar eens een paar kansen te benoemen. Als we willen dat Circulair Industrieel Bouwen een vlucht neemt, moeten we zorgen dat de randvoorwaarden op orde zijn. Een belangrijke vraag is, of de milieuwinsten van industrieel bouwen voldoende gewaardeerd worden in de MPG. Wat gaat er al goed en wat moet er veranderen? En hoe krijgen we dat voor elkaar?
Portisa is specialist in het ontwikkelen en bouwen van prefab badkamers. Voordeel: minder afval, minder faalkosten en minder materiaalgebruik. Portisa verwacht dit jaar een LCA-berekening af te ronden. Als die er is kan een productkaart in de NMD worden opgenomen. De volgende stap is om de specificaties van de opdrachtgever in de berekening van de MPG te kunnen verantwoorden. De routekaart van Portisa belooft dat de badkamers in 2027 meer dan 80 procent circulair zijn.
2.000 Badkamers
Portisa vindt haar oorsprong in de scheepsbouw. Het gebruik van staal verraadt dat. Niettemin vindt zo’n tachtig procent van de productie zijn weg in de woningbouw. Frederike Cernoia (directie): “Onze ambitie voor 2025 is om meer dan 2.000 badkamers te maken.” De badkamers worden opgebouwd met stalen, constructieve wanden. In de fabriek wordt de plaatuitslag machinaal geponst. In de assemblagehal worden de wandelementen gemonteerd en afgehangen met sanitair. De wanden worden gecoat waarbij alle denkbare kleuren mogelijk zijn. Een biobased afwerking is ook mogelijk. Arie Burggraaff (calculator en projectleider): “De tendens is, dat de badkamer wordt gecombineerd met een technische ruimte met meterkast en desgewenst een warmtepomp en een ventilatie-unit. Het is allemaal mogelijk.”
Ontwerp in 3D
Portisa maakt de badkamers op maat met behulp van een virtueel ontwerp in 3D: van basic tot zeer luxe. De opdrachtgever heeft daarbij alle vrijheid om iedere badkamer naar eigen smaak in te richten, zolang het technisch verantwoord en uitvoerbaar is.
Beperking van materiaal
De industriële bouwwijze leidt tot allerlei voordelen: een hoge mate van nauwkeurigheid en maatvastheid, een minimum aan transportbewegingen en een vergaande beperking van materiaal. Er wordt een substantieel aandeel duurzame en hernieuwbare materialen toegepast, zoals cradle-to-cradle gipsplaten, hout van zaagresten, maar ook waterbesparend sanitair en ledverlichting. Het Bureau Bouwkunde heeft becijferd dat de totale CO2-emissie van de badkamers uitkomt op 381 tot 443 kg/m2 bvo. Cernoia: “Dat is één tot anderhalf maal duurzamer dan traditioneel.”
Staal
Het gebruik van staal maakt daarbij het grote verschil, want dat is bijna eindeloos recyclebaar. Zo wordt al het staal dat bij het ponsen afvalt, weer terug in de productieketen gebracht. Cernoia: “We hebben nog geen badkamers in de sloopfase meegemaakt, maar ook dan verwacht ik dat we de meeste onderdelen kunnen hergebruiken of recyclen.” Om dat te bevorderen, wordt nu ook gewerkt aan klikbare wandelementen die dus ook gemakkelijk losmaakbaar zijn. Vorig jaar is Portisa er al in geslaagd om met deze manier van bouwen de hoeveelheid restafval met de helft terug te dringen. In 2025 wil Portisa een terugnamegarantie kunnen geven. “Ons doel is dat in 2027 onze badkamers meer dan tachtig procent circulair zijn.”
Lagere MPG?
Bij opdrachtgevers komen de milieuvoordelen van de industrieel vervaardigde badkamers nog niet tot uitdrukking in een lagere MPG, bevestigt Burggraaff: “Er is nog geen LCA voor een badkamer. Wij zijn daar nu mee bezig en ik verwacht dat we die dit jaar kunnen laten zien. Maar we zijn daarvoor afhankelijk van de gegevens van heel veel fabrikanten en leveranciers. Dat maakt het lastig.”Cernoia: “Tot een paar jaar geleden riep iedereen ‘groen moet je doen’. Maar dat was vrijblijvend. Nu moeten we het hardmaken. Dat is allemaal in een stroomversnelling gekomen.” Als die LCA er is kan er een productkaart in de NMD worden opgenomen. De volgende stap is dan om de specificaties van de opdrachtgever in de berekening van de MPG te kunnen verantwoorden. Ook dat is nu nog niet mogelijk. Burggraaff: “Er is geen standaard bibliotheek met een tabelletje dat je in de MPG-berekening kunt toepassen.” Cernoia: “Daarnaast kun je het zoeken in een lange levensduur. Wij stellen dat onze badkamers makkelijk vijftig jaar mee kunnen gaan. Dat komt doordat je de badkamers gemakkelijk kunt updaten qua kleurstelling en sanitair. Maar in de MPG-berekening kun je dat niet tot uitdrukking brengen.”
Circulair in 2050
Nederland zet in op een volledig circulaire bouweconomie in 2050. Portisa wil daaraan bijdragen. Cernoia: “Volgens mij moeten overheden en bouwpartijen hun pijlen veel meer richten op industrieel bouwen. We moeten veel meer naar standaardisatie toe.”
Aanbevelingen voor verbetering van de MPG
- Van industriële producten moet op elementniveau een productkaart in de NMD worden opgenomen. In dit voorbeeld een complete badkamer.
- Industriële productkaarten moeten ruimte bieden voor specificaties die de klant opgeeft.
- Bij de waardering van industriële producten moeten ook de bijkomende milieuvoordelen worden gewaardeerd, zoals beperken van transportbewegingen.