- Nieuws
- 11/07/2022
“Maak meer van het materialenpaspoort”
Welke betekenis kan het materialenpaspoort hebben voor circulaire bouw en hoe moet het er dan precies uitzien? Dat besproken 20 experts en ervaringsdeskundigen tijdens een kennissessie van Lente-akkoord 2.0 op 30 juni 2022
Omdat de beoogde levensduur van gebouwen heel ver in de toekomst ligt, is het nut van het paspoort wat abstract. Probeer daarom met de ruwe data nu al iets te doen. Data kunnen zelfs commerciële waarde hebben.
Het Transitieteam circulaire bouw adviseerde in 2020 BZK over de vraag of er een wettelijke verplichting op het materialenpaspoort moest komen. De conclusie luidde dat er meer onderzoek nodig was. Het vervolgonderzoek resulteerde een jaar later in het Eindrapport Actielijn onderzoek Materialenpaspoort, met als conclusie dat het voor een verplichting nog te vroeg is. Daarnaast werd een aantal aanbevelingen gedaan om zonder die wettelijke basis de status en de werkzaamheid van het materialenpaspoort te verbeteren. Eén van de aanbevelingen is om met het materialenpaspoort aan te sluiten op bestaande processen en verplichtingen, zoals MPG (Milieu Prestatie Gebouwen) en WKB (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen). Het maken van afspraken over het delen van data (BIM, ILS) is evenzeer belangrijk. Om circulair bouwen te bevorderen, is het wenselijk om circulair gedrag eenvoudiger en aantrekkelijk te maken: beloon ook quick wins in plaats van 100% zuivere circulariteit na te streven.
Scepsis over het materialenpaspoort verwoordt Menno Rubbens, directeur Cepezed Projects en lid van genoemd Transitieteam, als volgt: “Als je een gebouw circulair ontwerpt en bouwt, doe je aan een stukje toekomstvoorspelling. Je zegt: ‘Deze balk krijgt over twintig jaar die of die functie.’ De kans dat je ernaast zit is honderd procent. Zoals Stewart Brand zei: ‘All buildings are predictions, all predictions are wrong.’ Laat je het daarbij, als een dooddoener, of zie je dit probleem als een uitdaging?”
Remontabel
Waar je naar toe moet is een bouwdoos, een kit of parts. Cepezed – als keten van de drie bedrijfsonderdelen develop, design, build – ontwikkelde voor de Tijdelijke Rechtbank Amsterdam een circular-ready construction. De constructie is met een nieuw woord remontabel gedetailleerd. Het gebouw (5.400 m²) bestaat geheel uit onderdelen die meerdere keren uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten zijn. Dit betreft onder meer een remontabele kanaalplaatvloer waarvoor een speciaal bevestigingssysteem is ontworpen, dat ontkoppeling en hergebruik eenvoudig maakt. Het perspectief van het materialenpaspoort op de langere termijn is dat voor herbruikbare bouwproducten een markt ontstaat. De tijdelijke rechtbank is inmiddels na vijf dienstjaren gedemonteerd en opgeslagen. Begin 2023 wordt bijna het complete gebouw geremonteerd tot bedrijfsverzamelgebouw op Kennispark Twente in Enschede.
Wat Cepezed Projects betreft is voor het vastleggen van materialengegevens BIM (Nederlandse Revit Standaard (NLRS)) een absolute eis die zij aan projectpartijen stelt. Het BIM-model, verrijkt met alle voorhanden materialengegevens, is feitelijk het materialenpaspoort: het is een projectie van je BIM-model. De ontwikkelaar werkt met een eigen ILS O&E (informatie levering specificatie, ontwerp en engineering). Aan de ILS wordt circulariteit (losmaakbaarheid, NMD, R-ladder) toegevoegd. Tot slot wordt voor elke project een BIM coördinator of regisseur (grote projecten) aangesteld.
Rubbens voegt aan deze geschetste aanpak een paar aanbevelingen toe. Je kunt niet vooraf weten welke specifieke data in de toekomst belangrijk zijn of niet. Verzamel daarom zoveel mogelijk ruwe data, leg die gestructureerd vast en houd die bij. Het materialenpaspoort moet meer zijn dan een document dat bij de oplevering overgedragen en opgeborgen wordt. Laat het een document (of BIM-model) zijn dat vanuit het ontwerp en de uitvoering naadloos overgaat in de exploitatiefase en geüpdatet blijft. “Het materialen- of liever gebouwenpaspoort moet een dynamisch document zijn dat zich met het gebouw mee ontwikkelt.”
Cepezed Projects is een van de afnemende partijen bij het circulair uit elkaar gehaalde oude Provinciehuis van Gelderland in Arnhem. Uit het Prinsenhofgebouw uit de jaren ’80 worden onder meer kanaalplaatvloeren hergebruikt voor een nieuwe sporthal. De vloeren worden steekproefsgewijs getest op drukbelasting. Andere onderdelen worden hergebruikt voor een circulair kenniscentrum in Heerde naar een ontwerp van cepezed. “Ouderwetse fabrikanten zijn niet happig om bouwproducten terug te nemen. Maar tweedehands producten hoeven commercieel niet minder aantrekkelijk te zijn dan nieuwe, met name wanneer er snel uit voorraad geleverd kan worden.”
Tot slot is het goed om te beseffen dat data zoals een materialenpaspoort commerciële waarde kunnen hebben, zegt Rubbens. “Alles wat je wilt weten van een gebouw staat in het gebouwenpaspoort. Als de data beschikbaar zijn, is het bijvoorbeeld niet meer nodig om inmetingen te doen. Je kunt ook precies zien hoeveel brandblussers er in een gebouw zijn. Als commerciële partijen dankzij deze data minder kosten hoeven te maken, is het redelijk om er een vergoeding voor te vragen.” Er zijn al bedrijven actief die dit soort technische vastgoeddata verzamelen en vermarkten.
Houten gebouwen
Finch Buildings is gespecialiseerd in het ontwerpen van houten gebouwen op basis van bouwmodules. Het basismateriaal is CLT (cross laminated timber) waarvoor milieuvriendelijke en formaldehydevrije lijm wordt gebruikt. Alle bouwmodules voldoen aan het Bouwbesluit. De data van de modules liggen vast en kunnen eenvoudig in een materialenpaspoort worden ingelopen, vertelt projectmanager Thomas Geenen. Ook het productplatform dat Finch Buildings samen met haar partners heeft opgezet en dat configuratie paart aan standaardisatie, vergemakkelijkt het opstellen van een materialenpaspoort. Tot nu toe heeft Finch drie projecten van een materialenpaspoort voorzien. Een daarvan is Timberhouse in Buiksloterham in Amsterdam Noord. Dit project bestaat uit 22 startersappartementen met commerciële plint. Met 28 meter (7 bouwlagen) is dit het hoogste gebouw van Finch tot nu toe. In het project is ruim 666 kuub hout toegepast, waarmee 414 ton CO2 is opgeslagen en de uitstoot van 562 ton CO2 is vermeden door het casco niet van beton en staal te maken.
Finch werkt met BIM. Een aanbeveling van Geenen is om de gegevens van materialen vanaf het begin van het project in te vullen, dat scheelt later een hoop werk. Er bestaat nog geen richtlijn in welke digitale vorm het materialenpaspoort gegoten moet zijn. Een Excel-bestand is prima.
“Op dit moment is een materialenpaspoort nog een beetje abstract”, aldus Geenen. “Het zijn misschien pas mijn kleinkinderen die er iets mee kunnen doen. Maak daarom een vertaalslag: wat kunnen we nu al doen met de ruwe data? Je kunt er bijvoorbeeld makkelijk een MPG mee berekenen. Zo kwam ik er bijvoorbeeld achter dat maar 51,6% van een gebouw van ons biobased was. Met biobased isolatiemateriaal, een quick win, konden we die score eenvoudig optrekken naar 62,6%.”
In de interactie met de toehoorders komen een aantal aandachtspunten naar voren. Verdere standaardisatie van het materialenpaspoort is een must. “Het kan nu nog een A4 zijn of een complete encyclopedie”, typeert Rubbens.
Het beheer van een materialenpaspoort voor een periode van vijftig jaar of langer verdient ook nog verdere doordenking. Hoe wordt dat goed geregeld bij een verandering van eigenaar? Wie mag wanneer data muteren (bij verbouwingen of uitbreidingen)? Ook de rubricering is voor verbetering vatbaar. Bij samengestelde bouwelementen moet je nog kiezen onder welke materiaalsoort je ze worden registreert.
Tot slot komt de status van de Nationale Milieudatabase (NMB) aan de orde. De hoeveelheid geregistreerde producten in die database is ontoereikend. “Voor de gebouwen die wij ontwikkelen is de NMD onbruikbaar”, zegt Rubens. De stelling dat de NMD een onafhankelijke nutsvoorziening moet worden, wordt door de zaal met overweldigende meerderheid gesteund.