- Nieuws
- 12/11/2023
Milieu-impact als drijfveer voor installatiesector
Er moet een alternatief komen voor het "installatiedenken" in de Nederlandse woningbouw. Niet alleen om de milieu-impact omlaag te krijgen, ook voor de betaalbaarheid is het nodig. Maar liefst 30 procent van de kostprijs van een woning gaat naar installaties.
Tijdens de deelsessie Installatie-arm bouwen tijdens de Platformbijeenkomst van Lente-akkoord 2.0 op donderdag 2 november in Den Haag spraken Paul Vink van VIAC adviseurs en Atze Boerstra van de TU Delft.. Deze laatste beet het spits af en gaf de aanwezigen direct een winstwaarschuwing: “Verwacht van mij vanmiddag geen uiteenzetting over hoe je moet bouwen.” Sterker nog, hij zette vervolgens zelfs vraagtekens bij het onderwerp in de sessie installatie-arm bouwen. “Dat gaat ‘m in mijn ogen niet worden. En installatieloos trouwens ook niet.” De hoogleraar Building Services Innovation vroeg zich vooral ook af wat installatie-arm betekent. “Hebben we het dan over ventileren door alleen de ramen te openen? Of gaan we alleen de woonkamer verwarmen en doen we niet aan PV-panelen of warmtepompen?”
Installatie-armer
Hij zei meer te voelen voor installatie-armer. “Daar zitten zeker kansen als we vooral gaan kijken hoe we sommige dingen anders kunnen doen.” En met zaken anders doen, doelde Boerstra onder andere op het aanpakken van de omgeving door er meer groen en water in te brengen en gevels met zonwering en zonwerend glas te verbeteren. “We moeten oververhitting zien te voorkomen want een gevel volhangen met ventilatieunits voor de airco’s in de woning is natuurlijk een schrikbeeld.” Hij toonde vervolgens beelden van Hamzah & Yeang. Het befaamde architectenbureau maakt naam met ecologische ontwerpen. “Duurzaamheid staat in hun ontwerpen centraal maar vooral ook de omgeving. Natuurlijk als het kan en mechanisch als het moet.”
Het doel moet volgens Boerstra dan ook niet zijn om installatie-arme gebouwen te realiseren maar het verminderen van de milieu-impact van installaties. “Nu gaat de sector uit van de driehoek comfort, energiegebruik en kosten. Daar moet milieu-impact aan worden toegevoegd. En feitelijk hebben we het dan dus over circulariteit. Je moet je voorstellen,” hield hij zijn gehoor voor, “dat gebouwen er pakweg 100 jaar staan. Intussen slopen we wel elke twintig tot dertig jaar de complete E en W installatie eruit. Eigenlijk zou dat bij wet verboden moeten zijn. Maar helaas wordt er door de installatiesector nog heel lineair gedacht.”
Wal keert schip
Tegelijkertijd zei de hoogleraar te verwachten dat de wal uiteindelijk het schip wel zal gaan keren. “Belangrijke metalen waar de sector afhankelijk van is worden steeds schaarser. En ik zie nog geen vervangingen door biobased materialen. In de voedingsindustrie zijn Tetra pakken erg populair. Een student van mij is bezig geweest om daar afsluiters van te maken. Een interessante exercitie maar we staan daar nog ver van af.” Volgens Boerstra is het belangrijker om in te zetten op circulaire installatie (her)ontwerpstrategieen. “En dan heb ik het over bijvoorbeeld installatie-armer bouwen en renoveren, kiezen voor het hergebruiken van aanwezige installatieonderdelen en zoveel mogelijk gebruik maken van gercyclede materialen.” Op de vraag uit de zaal hoe ver de installatiesector daarin is, trok de hoogleraar zijn schouders op. “Ik vind dat de installatiesector wel meer in beweging kan komen. Een omslag van denken is echt noodzakelijk.”
Kostenoogpunt
Het wordt volgens een aanwezige in de zaal ook qua kostenoogpunt van belang. “Tot pakweg tien jaar geleden was het aandeel van installaties in woningen circa 10 procent van de kosten. Mede door wet- en regelgeving zitten we nu al op 30 procent”, bracht hij naar voren. Deze opmerking vormde voor Paul Vink, algemeen directeur van VIAC adviseurs een mooi haakje voor zijn inleiding. “De installatiekosten in nieuwbouw nemen inderdaad fors toe.” Hij zei hierover vooral het debat te missen. “Temeer daar we met minder installaties wel goedkoper kunnen bouwen.” In het kader van ‘Drenthe woont circulair’ heeft Vink een aantal exercities gedaan waaruit bleek dat met aanpassingen aan het ontwerp zoals grote dakoverstekken en de woning beter positioneren op de zon er al een wereld te winnen is. “Via Susdesign ontwerptool hebben we de zonbelasting op de gevel inzichtelijk gemaakt. Teveel glas op een slaapkamer van 12 vierkante meter en deze is niet meer koel te krijgen.” Tel daarbij dat door minder grote technische ruimten en relatief kleinere installaties de kosten op installaties volgens Vink met zeker tienduizend euro kunnen worden teruggebracht. “Het scheelt natuurlijk al fors als je geen koeling nodig hebt.”
Wet- en regelgeving
Tegelijkertijd bracht hij wel nog naar voren dat wet- en regelgeving een andere installatieaanpak vaak in de weg zit. “Daar is echt nog een wereld te winnen als we meer met elkaar om de tafel gaan en gaan samenwerken”, aldus Vink. Het zijn woorden die ook bij Theo Haytink, van Nieman Raadgevende Ingenieurs en adviseur van de themagroep Circulaire installaties zei aan het slot van de sessie deze woorden te omarmen. “Het zijn herkenbare punten. We lopen vaak tegen dit soort zaken aan waar we nog lang niet overal een oplossing voor hebben. Maar we moeten het er wel met elkaar over blijven hebben. Zo komt,” kondigde hij aan, “binnenkort een whitepaper over dit installatie-arm bouwen uit.”