Monitoring volgens TKI TRECO

monitoringVerslag van de werksessie ‘Monitoring’ met Eric Willems (Huygen Adviseurs), onder leiding van Maarten Georgius (Aedes) tijdens de ZEN platformbijeenkomst op 22 maart – door Anton Coops

Het TRECO consortium speelt in op de behoefte in de markt om energieprestatiegaranties af te geven. Het ontwikkelt een diepgravend, voorspellend rekenmodel, gekoppeld aan een monitoringsysteem en feedbackvoorzieningen. In deze ZEN-sessie duidt Eric Willems (Huygen Adviseurs) de monitoring-resultaten van een bewoonde NOM-woning en hij vraagt de aanwezigen om commentaar te leveren op de eerste resultaten.

Het TRECO consortium bestaat uit acht partijen, waaronder Huygen Ingenieurs, Maastricht University en Heijmans. In een traject dat loopt van 2014 tot en met 2018 ontwikkelen de partners een monitoring-systeem, waarbij de nadruk ligt op nauwkeurige voorspellingen. De gegevens moeten betrouwbaar genoeg zijn om ze in een prestatiecontract op te kunnen nemen.

Na een evaluatie van een grote hoeveelheid beschikbare meetgegevens en data (denk hierbij ook aan externe gegevens, zoals buienradar.nl) is als eerste stap ingezoomd op de factoren die in het systeem worden meegenomen (de datareductie-fase, 2014-2015). Vervolgens is er een rekenmodel ontwikkeld (2015-2016) dat momenteel gevalideerd wordt. Vanaf 2017 gaat het consortium aan de slag met het ontwikkelen van concrete monitoring-diensten voor de markt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen resulteren in een Toon-achtige module voor bewoners, hoewel hier volgens Willems ook nadelen aan kleven. "We zoeken nu vooral de interactie met de markt, vandaar dat TRECO expliciet om feedback vraagt. Vertelt u ons welke richting wij volgens u op zouden moeten gaan."

Binnen een week een zuiver beeld
Uit de presentatie van Eric Willems blijkt dat het rekenmodel flink diep graaft. Zo is er veel gedetailleerde aandacht voor de bewoners; de biologisch/fysiologische verschillen tussen jong en oud, tussen man en vrouw etc. worden meegenomen in het rekenmodel. Deze insteek, gecombineerd met metingen en feedback naar de bewoners, leidt tot nauwkeurige voorspellingen. Ook kan aan de hand van patronen in de data goed beoordeeld worden of er bijvoorbeeld sprake is van calamiteiten (storingen), weersinvloeden of veranderingen in gedragspatronen. "Met TRECO monitoring kun je binnen een week een goed beeld krijgen van de energieprestatie en kun je een de verklaring geven voor het energieverbruik," aldus Willems.

TRECO heeft een aantal discussievragen voor de aanwezigen. De eerste vraag luidt: "Hoe ervaren jullie dat bewoners aankijken tegen monitoring?" De reactie vanuit de zaal is dat vrijwel niemand er echt problemen mee heeft. De ene bewoner kijkt zelf wat vaker naar de gegevens dan de ander, maar zorgen over privacy lijken over het algemeen erg mee te vallen. Er moet wél heel duidelijk worden gecommuniceerd wie waar aan kan en wie waar toegang toe heeft. Patrick Harting (Marsaki) heeft eerder een ZEN-presentatie gegeven die deels over monitoring ging. Hij geeft aan dat hij nog nooit problemen heeft gehad met de bewoners.

Eric Willems voegt hieraan toe: "Je kunt ook een systeem maken waarbij de data binnen de woning blijft, maar dan kan er minder gemeten worden. Wél ga je zo de 'hacker-discussie' uit de weg. Maar uiteindelijk is monitoring verplicht bij een Energieprestatievergoeding, net zoals je aan de belastingdienst ook verplicht je financiële gegevens moet opgeven".

Energiebundel en gamification via social media
Het gevoel in de zaal is dat bij Nul-op-de-Meter ook de bewoner betrokken moet zijn bij het 'hogere' doel van energiebesparing om het allemaal soepel te laten werken. Hiervoor kan een intake-gesprek een middel zijn. Maar het echte bewustzijn inzake de energie-kosten begint pas te ontstaan zodra de bewoner echt geconfronteerd wordt met de eigen meetresultaten: "Je wordt dan langzaam de data binnengezogen". De bewoner moet daarom eigenlijk zelf aan de knoppen kunnen zitten, zelf keuzevrijheid behouden, de mogelijkheid hebben om meer te verbruiken dan afgesproken, en makkelijk de eigen data kunnen overzien. Een belbundel-achtig model lijkt een begrijpelijke aanpak, en de zaal gesuggereert dat ook social media kan worden ingezet als een stimulans om meer energie te besparen. Dit hoeft zeker niet te worden beperkt tot buurt-niveau. Je kunt ook een wedstrijdje doen met iemand aan de andere kant van de wereld; het gaat om het idee.

Conclusie
Sessievoorzitter Maarten Georgius (Aedes) rondt de sessie af. Tijdens de wrap-up wordt aangegeven dat het TRECO project op dit moment nog in een tussenfase verkeert. Er wordt pas één huis gemonitord, bewoond door studenten. Hoewel de aanwezigen overtuigd zijn van de degelijkheid van de onderzoeksmethode zijn de resultaten nog niet concreet genoeg om ze nu al in de praktijk te kunnen toepassen.

Download de presentatie van Eric Willems (Huygen Adviseurs)