• Nieuws
  • 04/07/2023

‘Regelmaat en herhaling doen geen afbreuk aan kwaliteit’

ruimtelijke kwaliteit in de context van industrieel bouwen gaat gepaard met vele uitdagingen. De eminente stedenbouwkundige Frits Palmboom schreef er een handzaam boekje over. Tijdens de Platformbijeenkomst van het Lente-akkoord ging hij erover in gesprek met marktpartijen.

WEB HEIJBLOM FOTOGRAFIE 230621 14 56 HF2 0547

Palmboom valt met de deur in huis: “Met de Noord-Hollandse Bouwstroom hebben we een kijkje gekregen in de keuken van verschillende bouwbedrijven. Het boekje 'Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw' is een pleidooi om voldoende aandacht te geven aan de kwaliteit van de woningbouw. Tegelijkertijd is het ook echt een handboek. Het is een leidraad voor kwaliteit in de woningbouw. Als je het over kwaliteit hebt, waar gaat dit dan over? Hoe kan je dit vertalen in het maken van dingen? Stedenbouw en woningbouw moeten een gemeenschappelijke missie hebben. Het gaat er niet alleen maar om goedkoop onderdak voor de bewoners te bieden. Gestapelde containers is hier toch een beetje het schrikbeeld van. Woningen zouden een bouwsteen moeten zijn van een mooie stad, voor iedereen.”

Lessen uit het verleden

Ten eerste benadrukt Palmboom de noodzaak van intelligente standaardisatie. Regelmaat en herhaling hoeven volgens hem geen afbreuk te doen aan de kwaliteit van woningbouw. Ten tweede wees hij op het negatieve effect van een te sterke focus op productielijnen, waardoor eenzijdigheid en inflexibiliteit ontstaan. “Denk aan de ‘kraanbaan’ waarbij de bouwsteen te grof werd. Dit heeft uiteindelijk geleid tot eenzijdigheid en inflexibiliteit. De huidige stedenbouwkundige uitdagingen liggen in het bouwen in bestaande steden, differentiatie en verdichting. In oude arbeidersbuurten bijvoorbeeld levert gestandaardiseerde woningbouw vaak een probleem op. En we moeten verschillende typen woningen mengen om tot duurzame stadsbuurten te komen.”

WEB HEIJBLOM FOTOGRAFIE 230621 14 38 HF1 2299
WEB HEIJBLOM FOTOGRAFIE 230621 14 55 HF2 0545
WEB HEIJBLOM FOTOGRAFIE 230621 14 56 HF2 0547
WEB HEIJBLOM FOTOGRAFIE 230621 14 58 HF1 2371
WEB HEIJBLOM FOTOGRAFIE 230621 14 58 HF2 0555

Onregelmatigheden

“Bij een stad die organisch gegroeid is zonder stedenbouw, geven de onregelmatigheden en uitzonderingen karakter”, benadrukt Palmboom, “Bij moderne stedenbouw is het belangrijk om juist op die onregelmatigheden in te spelen. Mijn pleidooi is dat als we nieuwe bouwsystemen ontwikkelen, dat die in staat moeten zijn om in te spelen op de onregelmatigheden van het stadsweefsel.”

Een andere voorwaarde voor nieuwe bouwsystemen is dat ze vorm moet geven aan de relatie tussen gebouw en openbare ruimte. “We moeten kunnen inspelen op (overhoekse) blik op ooghoogte. Houd rekening met ritme en reliëf in plaats van louter gladde dozen, vertelt hij verder. ‘Gladde dozen’ zijn vaak favoriet. Deze vergen immers minder onderhoud en zijn energietechnisch aantrekkelijk.”

Twee hamvragen

Palmboom stelt in zijn presentatie twee belangrijke hamvragen. Ten eerste: zijn nieuwe bouwsystemen soepel genoeg om maatwerk te bieden? Palmboom merkt op dat er binnen de bouwstromen in Noord-Holland een wisselend beeld te zien was. Hij benadrukt het belang van het vermogen van bouwsystemen om verschillende typen woningen te combineren. En in te spelen op de onregelmatigheden van het stadsweefsel.

In het boekje staan 10 prestatie-eisen. Hij geeft als voorbeeld dat men niet moet blijven hangen in een individuele conceptwoning. Een andere eis is dat met niet bij voorbaat uit moet splitsen in grondgebonden woningen versus gestapeld. Maar combineer. “Zorg dat je de verschillende typen/bouwstromen binnen een blok kunt combineren. Stapel niet eindeloos door en behandel de begane grond (plint!) en toplaag als maatwerk.”

Ten tweede wees Palmboom op het negatieve effect van een te sterke focus op productielijnen, waardoor eenzijdigheid en inflexibiliteit ontstaat. Hoe organiseer je een samenspel tussen programma, ontwerpen en bouwen? “Bij Bouwstromen Noord-Holland zagen wij dat er een ideaalbeeld bestaat, vanuit de bouw en de corporaties. Het idee hierbij is dat de opdrachtgever alleen nog maar hoeft te kiezen en in te kopen. Daarmee wordt deze maximaal ontzorgt. Wij kwamen erachter dat veel systemen nog niet volwassen genoeg zijn. Veel systemen vragen eigenlijk om verdere doorontwikkeling. Het is nog geen volwassen markt waarin alles klaarligt.”

Wel presenteerden een aantal bouwers zich in samenwerking met een architect. Zij sprongen er in de ogen van Palmboom uit. Zij konden de impact van hun systeem heel goed visualiseren en laten zien hoe ze konden ‘spelen’ met situaties. “Maatwerk op locatie moet altijd het criterium zijn.”

Reacties

Palmboom geeft veel waardevolle inzichten in de relatie tussen ruimtelijke kwaliteit en industrieel bouwen. Aanwezig zijn ook Rosa Bos van Ballast Nedam, Jan Theo van der Beek van Van Wijnen en Olga Görts – van de Pas van het Netwerk Conceptueel Bouwen. Bos. "Ik zie een kans voor conceptueel bouwen, rekening houdend met het verhaal van Frits. Goedkoop en duurzaam bouwen kunnen worden gecombineerd. Hoewel stedenbouwkundige richtlijnen soms beperkend kunnen zijn voor de wensen van opdrachtgevers, streven we ernaar oplossingen te vinden die meer flexibiliteit bieden. De timing van de eisen die gemeenten stellen maakt het soms wel extra uitdagend. Sommige gemeenten introduceren een reeks nieuwe eisen aan het einde van het proces. Toch zie je dat andere gemeentes vanaf het begin met ons hierin optrekt.”

Nadenken

Van der Beek reageert positief op het verhaal van Frits. Ik herken veel van de onderwerpen die in het boekje aan bod komen. Het is belangrijk om goed na te denken voordat je begint. Hoewel ik veel voorbeelden zie van industrieel bouwen, geloof ik dat maatwerk altijd essentieel is. Opdrachtgevers denken vaak dat er geen ruimte is voor maatwerk en dat de rol van de architect daardoor beperkt wordt. Bij van Wijnen combineren we echter industriële bouw met maatwerk. We moeten eigenlijk veel van de vooroordelen die in de markt heersen wegnemen. Ons motto is altijd "fabrieksmatig waar mogelijk en maatwerk waar nodig."

Het juiste product op de juiste plek

Görts - van de Pas vult aan: "Het gaat om de verandering waar we momenteel mee bezig zijn. In plaats van telkens opnieuw een woningproduct te ontwerpen als opdrachtgever, is er al voldoende aanbod vanuit de industrie. Maar je moet je prestatie-eis goed formuleren. Wat wil je precies? En kijk naar het bestaande aanbod dat past bij de locatie waar je aan het ontwikkelen bent. Kies het juiste product voor de plek. We hebben een onderzoek laten uitvoeren door de TU Delft, waarin we veel aandacht hebben besteed aan de prestatie-eisen. En er ligt de Woonstandaard, die opdrachtgevers helpt bij het formuleren van hun prestatiegerichte vraag."

Dit verslag geeft slechts een samenvatting van de presentatie. Palmboom moedigt mensen aan om het boekje "Ruimtelijke kwaliteit bij fabrieksmatige woningbouw" te raadplegen. Daarin staat meer gedetailleerde informatie over de besproken onderwerpen.