Opinie: Concepteisen BENG kunnen ambitieuzer

Dit artikel is overgenomen van Bouwend Nederland

De concepteisen van de BENG 2018 kunnen ambitieuzer, stelt innovatiemanager Dick van Ginkel van Van Wijnen. Volgens hem leggen bouwprofessionals graag de duurzame lat hoger. Hij vraagt ook extra aandacht voor kleine bouwbedrijven. Voor hen is het lastiger om de nieuwe regels te implementeren.

De BENG-eisen van 2015 noemt Van Ginkel strenger dan de concepteisen van 2018. Hij benadrukt dat met name de BENG1-eis een grote impact had op de vorm en grootte van het gebouw. “Dit gaf beperkingen en was zeker een te zware eis.” Maar bij de concepteisen van 2018 is de BENG1 is volgens hem weer veel te los gelaten: “De deskundigen zeggen dat je de oude en de nieuwe eisen niet mag vergelijken, maar als je de nieuwe BENG-eisen volgt, heb je niet meer dan de ‘huidige’ bouwbesluitwoning die we nu al bouwen. Het enige wat we er dan uit halen is de cv-ketel en er komt een warmtepomp voor terug. Gaan we hier de gestelde doelen in Parijs mee behalen?”

Forse stap terug
De concepteisen noemt Van Ginkel een forse stap terug. Hij verwacht dan ook de nodige kritiek van innovatieve ondernemers: “Een aantal koplopers heeft zich de afgelopen jaren echt met hart en ziel ingezet om hoogwaardige producten op de markt te zetten. Door die nieuwe eisen wordt alle innovatieve slagkracht die de bouwsector heeft opgebouwd in één keer van tafel geveegd. Wat we nu meemaken, is dat de koplopers die goede woningen willen realiseren, en welke nu al aan de eisen van 2050 voldoen, het gaan verliezen van de partijen die gewoon weer het minimum willen doen. Consumenten gaan er nu vanuit dat de bouw weet wat ze doet en kwaliteit levert. Dat dreigt naar de achtergrond te gaan en dat moeten we voorkomen.”

Inspraakronde
Er volgt nog een online inspraakronde (internetconsultatie) waarbij professionals kunnen reageren op de concepteisen. Van Ginkel is ervan overtuigd dat een aantal grote partijen bezwaren gaat inbrengen: “Zij onderzoeken nog welke gevolgen de concepteisen hebben. Maar het is uiteindelijk aan de politiek om te kijken wat er met de adviezen gebeurt.” Verbeterpunt

Als voorbeeld van een verbeterpunt noemt Van Ginkel het toepassen van natuurlijke ventilatie in nieuwe woningen: “Dat vind ik geen goede keuze omdat er dan gewoon gaten in de gevel mogen worden gemaakt. Met winters weer drukt de bewoner het ventilatierooster dicht, waardoor het binnenklimaat verslechtert. Slechte ventilatie betekent schimmel en vocht in de woning. Dit zorgt voor slechte luchtkwaliteit waardoor gezondheidsklachten kunnen ontstaan. Dat wil je voorkomen en daarop moeten de BENG-eisen worden aangepast.”

Bij de les
Strenge BENG-normen houden volgens Van Ginkel iedereen bij de les: “Bedenk dat de eisen die worden gesteld aan de markt geen minimumeisen maar maximumeisen zijn. In de bouw werkt het zo: als we dit gehaald hebben, dan is het goed.” Volgens hem komen we enkel vooruit als de bouw ambitieuze eisen stelt. Hij haalt nogmaals het voorbeeld van de natuurlijke ventilatie aan: “Op het moment dat je besluit een woning natuurlijk te ventileren, is een warmtepomp met een groter vermogen nodig om die woning warm te houden. Dat betekent een hoger energieverbruik. Dan sla je de plank dus mis als het gaat om het creëren van energiezuinige woningen.”

Serieus aan de slag
Ondanks dat minimumeisen als standaard worden gezien, benadrukt Van Ginkel dat Nederlandse bouwondernemingen serieus aan de slag zijn met nieuwe normering. Volgens hem doen grote en middelgrote bedrijven goed mee, maar hebben kleinere ondernemingen extra hulp nodig bij het implementeren van regelgeving: “Hierbij zou Bouwend Nederland de verbindende factor kunnen zijn en kunnen kijken hoe we een nieuwe generatie binnen de bouwsector een mooie baan kunnen aanbieden.”

Kennis delen
Om de regelgeving goed het hoofd te kunnen bieden en te komen tot innovaties, moeten bouwers met elkaar het gesprek aangaan en kennis delen. Dit gaat volgens Van Ginkel niet ten koste van de concurrentiepositie van de ondernemer: “Er is nog niemand die echt het Ei van Columbus heeft uitgevonden en de bouw deelt nu al meer met elkaar dan tien jaar geleden. Je kunt snelle, vernieuwende innovaties niet meer voor jezelf houden. Je bent verplicht om samen te werken als je stappen wil zetten. Van dit oude denken moeten we snel afscheid nemen.”

Meer dan nieuwbouw
Brancheverenigingen zoals Bouwend Nederland hebben volgens Van Ginkel een belangrijke verbindende rol in dit proces. Zij moeten ondernemers bij elkaar brengen en bijpraten. Dat zal nodig blijven, want de innovatiemanager voorziet dat er meer normen gaan volgen: “Denk daarbij aan de bestaande bouw. De BENG-eisen zeggen daar nog niks over, maar bestaande bouw wordt wel genoemd in het gepresenteerde concept-klimaatakkoord. In de bestaande bouw heb je straks alle technische mogelijkheden nodig om oplossingen te zoeken voor allerlei woningen uit verschillende tijdsperiodes. In sommige woningen zijn bepaalde aanpassingen gewoon niet haalbaar, en dat moeten we ook met z’n allen realiseren.”

Buitenstaanders We mogen volgens Van Ginkel niet vergeten dat BENG-eisen niet alleen bedoeld zijn voor bouwprofessionals. Buitenstaanders moeten volgens hem ook snappen waar het om gaat, en dat is lastig: “We hebben het inmiddels zo ingewikkeld gemaakt dat de gemiddelde consument al zo’n beetje de weg kwijt is. We gebruiken vakjargon, terwijl dat niet nodig is. Als mensen begrijpen waar het om gaat, krijg je ze ook makkelijker mee. Uiteindelijk gaat het erom dat het voor iedereen duidelijk is dat we op een bepaalde manier met elkaar leven. Dat we minder CO₂ in onze atmosfeer moeten uitstoten en geen roofbouw op onze planeet kunnen blijven uitvoeren. Dus dat we beter met energie en grondstoffen omgaan, zodat latere generaties er ook wat aan hebben.”

Dick van Ginkel is innovatiemanager bij Van Wijnen. Hij houdt zich bezig met toekomstbestendigheid en nieuwe energieconcepten. Dit doet hij voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw.