Opinie: Nul-op-de-Meter is wél winstgevend

onno-dwarsDeze column van Onno Dwars (hoofd acquisitie en innovatie VolkerWessels) verscheen op 18 augustus op de website van Bouwend Nederland

Deze zomer wordt er veel gesproken en geschreven over Nul-op-de-Meter. Het gaat voornamelijk over wat er financieel nog niet deugt. Ik ben een overtuigd gelover, maar vraag me wel af waarom Nul-op-de-Meter gezien wordt als business case die niet dicht te rekenen is. Nul-op-de-Meter, of zeer duurzaam (EPC <0), gaat vandaag de dag allang niet meer over terugverdienen. Het gaat over de belevingswaarde en vertrouwen!

We weten het allemaal, duurzaam bouwen is toekomstbestendig bouwen en daarmee ook waardevast bouwen. Duurzaam bouwen is anticiperen op de veranderingen die gaan komen. Uiteindelijk moet de gebouwde omgeving in 2050 energieneutraal zijn; Nul-op-de-Meter is dan de standaard. Immers, in 2050 moet de gehele gebouwde omgeving Nul-op-de-Meter zijn.

Nu niet duurzaam bouwen creëert een woningvoorraad die niet voldoet in de toekomst
Mensen die Nul-op-de-Meter of energienotanulhuizen kopen zijn bereid daar circa twintigduizend euro extra voor te betalen. Die uitgave wordt niet alleen gedaan vanwege de terugverdientijd die op basis van de huidige wet- en regelgeving en energietarieven is uit te rekenen, maar ook op basis van vertrouwen. Vertrouwen in een toekomst waarin huizen steeds energiezuinig worden en dat juist zeer energiezuinige huizen de norm worden. De perceptie van waarde zal gaan veranderen. Nu zijn duurzame huizen al meer waard, straks worden niet duurzame huizen minder waard. Het verschil wordt alleen maar groter. Lage energielasten, of in sommige gevallen negatieve energielasten, leveren geld op. Een goede business case dus. Dat geldt ook voor de verkoopwaarde van energiezuinige woningen. Bij verkoop levert een energiezuinige woning simpelweg meer op dan een woning die niet energiezuinig is.

Goed gevoel
Maar er is meer. Een energiezuinig huis geeft een goed gevoel. Het gevoel dat we allemaal kennen als we bijvoorbeeld nieuwe kleding of een nieuw boek kopen. Het voelt goed om bij te kunnen dragen aan een beter leefbare aarde. Deze morele waarde wordt alleen maar sterker, de vraag naar duurzame huizen wordt alleen maar groter.

Of de business case van energiezuinige huizen die we nu proberen uit te rekenen nu klopt of niet, de rekenmethode die we gebruiken klopt sowieso niet. Zo worden negatieve kosten van niet energiezuinige huizen, zoals milieuschade en gezondheidsschade, niet meegerekend. En wie gaat deze zogeheten externalisatiekosten (uitbestedingskosten) voor haar rekening nemen? De huidige generatie of de toekomstige generatie? Wanneer we de externalisatiekosten gewoon meerekenen in de business case dan kunnen we concluderen dat energiezuinige woningen niet alleen een veel beter gevoel geven, ze zijn ook nog eens financieel veruit de beste keuze.

Onno Dwars, hoofd acquisitie en innovatie VolkerWessels Vastgoed