Salderingsregeling voor zonnepanelen verlengd tot 2023

Dit bericht is gebaseerd op een artikel in Solar Magazine.

Minister Wiebes heeft op 25 april in een Kamerbrief laten weten de salderingsregeling voor zonnepanelen in zijn huidige vorm wordt verlengd tot 2023. Daarna wordt het salderen tot 2031 stapsgewijs afgebouwd.

Minister Wiebes meldde afgelopen januari nog aan de Kamer dat de salderingsregeling gehandhaafd zou blijven tot ten minste 1 januari 2021. Op die datum zou een nieuwe regeling – de zogenaamde terugleversubsidie – van start moeten gaan. Nadat diverse partijen hadden gewezen op substantiële bezwaren tegen de invoering van deze terugleversubsidie heeft de minister er echter alsnog voor gekozen om de salderingsregeling te handhaven. Hiermee is de invoering van de terugleversubsidie van de baan.

Stapsgewijze afbouw salderingsregeling
De stapsgewijze afbouw van de salderingsregeling zorgt ervoor dat zonnepaneeleigenaren vanaf 2023 de opgewekte zonnestroom die wordt teruggeleverd aan het elektriciteitsnet niet meer voor 100% mogen verrekenen met de aangekochte elektriciteit. Waar dit nu nog wel het geval is, wordt de vergoeding voor de teruggeleverde zonnestroom vanaf 2023 opgesplitst in enerzijds een vergoeding voor de elektriciteit die betaald wordt door het energiebedrijf en anderzijds een vergoeding van de overheid voor de energiebelasting. De overheid zal vanaf 2023 een steeds kleiner deel van de energiebelasting terugbetalen aan zonnepaneeleigenaren.

Minister Wiebes schrijft hierover in zijn brief aan de Kamer: "Vanaf 1 januari 2023 wordt de salderingsregeling stapsgewijs afgebouwd, waarbij de hoogte van het fiscale voordeel geleidelijk afneemt tot nul in 2031. [...] De verwachte kostprijsdalingen van zonnepanelen richting 2030 maken investeren in zonnepanelen ook zonder subsidie via de salderingsregeling voldoende financieel aantrekkelijk. Op de lange termijn zullen naar huidige verwachting de inkomsten uit de vermeden inkoop van elektriciteit door het direct eigen verbruik en de terugleververgoeding van de leverancier voldoende zijn om zonnepanelen voor kleinverbruikers rendabel te laten zijn.'

"Waarschijnlijk uitvoerbaar" door Belastingdienst
Uit een eerste appreciatie van de Belastingdienst blijkt volgens minister Wiebes dat de afbouw van salderen waarschijnlijk uitvoerbaar is voor de Belastingdienst, mits alle kleinverbruikers beschikken over meters met een dubbel telwerk: één voor afname van elektriciteit van het elektriciteitsnet en één voor terugleveren op het elektriciteitsnet. ‘Voor het correct doen van aangifte voor de energiebelasting door energieleveranciers is het namelijk noodzakelijk dat zowel de levering als de teruglevering afzonderlijk bekend is bij de energieleverancier. Formele uitspraken over de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst verlopen via een uitvoeringstoets. Dit traject vindt in beginsel plaats in de fase dat de wetgeving in concept gereed is en duurt 8 weken. De energieleveranciers hebben al aangegeven de afbouw van salderen goed te kunnen uitvoeren.’

De netbeheerders hebben daarnaast volgens de minister aangegeven dat het mogelijk is om voor 1 januari 2023 iedereen te voorzien van een geschikte meter. Op dat moment kan de afbouw van de salderingsregeling starten. Om te zorgen dat iedereen vanaf 2023 daadwerkelijk een geschikte meter heeft, wordt het vanaf 1 januari 2023 verplicht een meter met minimaal 2 aparte telwerken voor levering en teruglevering te hebben. Deze verplichting zal uiterlijk 1 januari 2021 in de wetgeving worden opgenomen, zodat deze meters tijdig – uiterlijk 1 januari 2023 – uitgerold kunnen zijn.

Afbouwpad eind 2019 bekend
De komende maanden zal het kabinet de vormgeving van de salderingsregeling vanaf 2023 verder uitwerken. ‘Het exacte afbouwpad zal eind 2019 worden vastgesteld, zodat ook de laatste inzichten uit de Klimaat- en Energie Verkenning 2019 (KEV 2019) kunnen worden meegenomen’, aldus minister Wiebes. ‘Het uitgangspunt is dat het afbouwpad resulteert in hetzelfde totale budget tot en met 2030 ten opzichte van het beschikbare budget voor de oorspronkelijk beoogde subsidieregeling uit het regeerakkoord. Over de gehele periode tot en met 2030 blijft dus hetzelfde budget voor de stimulering van hernieuwbare elektriciteit bij kleinverbruikers beschikbaar. Dit is in totaal circa 2,6 miljard euro.’

Lees de Kamerbrief over omvorming salderen.